Coachen als professie – fundamenten voor begeleiding naar het
heelheid
Hoofdstuk 1 – coaching, definities en context
Waarom coachen?
Coaching is doel- en probleemgericht. Je gaat de probleemanalyse niet uit de weg, maar
je blijft ook niet hangen in problemen en het inzicht daarin. Inzicht in hoe een stagnatie of
een probleem is ontstaan is voor de cliënt soms lastig en pijnlijk, maar wel verhelderend
en nuttig. Daarnaast heeft hij het meest aan een oplossing, een verandering die blijvend
effectief is. Deze resultaatgerichtheid maakt dat coaching zeer effectief kan zijn!
Intrinsieke factoren voor verandering
Inspiratie en motivatie zijn intrinsiek, het komt van binnenuit. Je komt pas in beweging
wanneer je van binnenuit gemotiveerd en geïnspireerd zijn omdat je bewust of onbewust
iets graag wil.
Toch kan je iets graag willen of verlangen en kan je je doelen niet bereiken. Ergens zitten
dan obstakels of belemmeringen die je zou willen opheffen, omdat je tegen een grens
aangelopen bent. Pas wanneer je de noodzaak voelt, kun je je doelen bereiken.
Intrinsieke factoren vormen dan ook een belangrijke voorwaarde voor de effectiviteit van
coaching.
Wat is coaching – definities en posities
Coaching is onderdeel van begeleidingskunde. Het verschil tussen coaching en
counseling is aan het vervagen. Counseling stond voor het begeleiden van mensen op
diepere lagen in de persoonlijkheid. Coachen gebeurde meer op het niveau van gedrag.
Alleen nu worden binnen coaching ook de diepere lagen besproken. Ze overlappen steeds
meer.
Bij psychotherapie (psychiater of psycholoog) heeft de patiënt een hulpvraag, deze heeft
soms te maken met een stoornis of geestesziekte. Hierbij gaat het dan veelal over de
imperfectie, ziekteleer en houdt zich bezig met de behandeling. Ook komt coaching
hierbij dichter in de buurt.
Voor het begrip coaching zijn verschillende definities in omloop.
De aard van coaching
Coaching houdt zich bezig met het faciliteren van cognitieve, emotionele en
gedragsveranderingen, gericht op het bereiken van doelen. Vaak werk gerelateerd, maar
vragen kunnen ook het privéleven betreffen.
Coaching is gericht op gezonde mensen, menen die niet gediagnostiseerd zijn met een
psychische aandoening. Het onderscheid met de klinische psychologie en psychotherapie
is dan ook als volgt: psychotherapie is meer gericht op diagnostiek en het ingaan op
stoornissen. In deze sfeer is vaak sprake van een patiënt-therapeutrelatie. Het gevaar
hiervan is dat de patiënt afhankelijk wordt.
Coaching is gericht op een positief veranderingsproces, op het bereiken van doelen en
zowel op het verkrijgen van inzicht, het versterken en het helen van wat zwak of
belemmerend is als het verstevigen van iemands kracht. Door het gebruik van neutralere
terminologie ontstaat vaker een gelijkwaardige relatie. Deze gelijkwaardigheid komt tot
uiting in de verdeling van verantwoordelijkheden: coach is verantwoordelijk voor het op
,professionele wijze faciliteren en interveniëren, de cliënt is verantwoordelijk voor zijn
eigen ontwikkelingsproces.
Coachen heeft te maken met bewustwording van (onbewuste) overtuigingen en
gedachtepatronen. Die kunnen de cliënt zowel belemmeren als stimuleren gaandeweg
naar zijn doelen.
Coaching kan je dan ook samenvatten in een aantal kernthema’s
Er is sprake van een gelijkwaardige relatie tussen coach en cliënt
Het gaat om het faciliteren van inzicht, leren en ontwikkelen
De eigen kracht(bronnen) van de cliënt worden aangeboord, evenals zijn
verantwoordelijkheid
Coaching is gericht op het bereiken van doelen en in mindere mate op het
analyseren van problemen al is dat soms noodzakelijk voor inzicht en om nieuwe
keuzes te maken
Coachen is gericht op de persoon
Coachen is gericht op ontwikkeling en groei en zowel op helen en versterken wat
de mens in zijn functioneren belemmert als op versterken van wat al krachtig is
Coachen gebeurt methodisch
Coaching kent een fenomenologische kant. Dit betreft het kunnen ingaan op de directe,
intuïtieve ervaringen van verschijnselen die zich voordoen in de beleving van de cliënt,
waarbij het niet-weten een gegeven is. Overeind blijven in het niet-weten is een kunst die
de coach moet leren. Hierbij moet hij kunnen aansluiten met interesse en
nieuwsgierigheid. De houding van niet-weten bevordert de essentie van het coachen.
Methodisch en fenomenologisch
‘Coachen gebeurt methodisch: met inzet van methoden en technieken waarvan de
effectiviteit is gebleken dan wel bewezen.’ Het laatst is alleen nog niet altijd het geval.
Vele methoden en technieken blijken te werken, maar zijn nog niet onderzocht op hun
specifieke werking en effectiviteit. Vele methodieken en technieken die op dit moment
worden toegepast binnen de coaching zijn practise-based evidence.
De fenomenologie heeft te maken met datgene wat niet met harde feiten en dat
verklaard of aangetoond kan worden, maar er niettemin is: verschijnselen waarbij de
fenomenen als werkelijkheid worden gehanteerd ondanks het ontastbare en het niet-
weten.
Definities
Coachen: ‘Coachen is het op methodische en fenomenologische wijze faciliteren van het
leer- en ontwikkelingsproces van de cliënt teneinde de cliënt te helpen in zichzelf te
veranderen wat hem belemmert en te versterken wat hem stimuleert, om zijn doelen te
bereiken.’
Coach: ‘Een coach is een opgeleide en getrainde professional die op methodische en
fenomenologische wijze zijn cliënt of een team helpt te veranderen wat belemmert en te
versterken wat stimuleert om bepaalde doelen te bereiken.’
De NOBCO hanteert de volgende betekenis: ‘Iemand die coacht; in het bijzonder iemand
die dat beroepsmatig doet.’
Cliënt: ‘De cliënt is de persoon die binnen een gelijkwaardige werkrelatie wordt gecoacht
door een professionele coach, om zijn doelen te bereiken.’
,
, Onderscheid met aanpalende beroepen
Een coach is:
geen docent of mentor die zegt ‘zo moet het, zó doe je dat’, hoewel hij af en toe
kennis en kunde overdraagt en zelfs regelmatig ‘huiswerk’ opgeeft;
geen baas die je opdraagt wat je moet doen;
geen adviseur die zegt wat hij vindt dat je zou moeten doen;
geen psychotherapeut, die een diagnose stelt en zijn patiënt gaat behandelen.
Binnen organisaties vult de coach het gat tussen leiders en managers enerzijds en
organisatieadviseurs anderzijds.
Teken van kracht
Er is kracht voor nodig om te kunnen werken aan je eigen inzichten en verbeterpunten; er
is moed voor nodig om vertrouwde manieren los te kunnen laten en er is heel veel wil,
verlangen en doorzettingsvermogen nodig om jezelf duurzaam te veranderen.
Cliënten gaan met behulp van de coach zelf op zoek naar de antwoorden op hun vragen
en de oplossingen van knelpunten.
Het werken met een coach heeft diverse voordelen:
cliënten werken aan het helder krijgen en bereiken van hun doelen;
cliënten voelen zich serieus genomen, gaan zich sterker voelen en effectiever
functioneren;
besparing van kosten van ‘mentaal verzuim’ en productieverlies;
de cliënt krijgt nieuwe inzichten en ontdekt zijn belemmeringen en zijn kracht een
leert die effectief in te zetten waardoor het uiteindelijke gedrag effectiever wordt;
de cliënt wordt gesteund en begeleid in zijn leerproces en ontwikkeling.
De context van coaching
Er zijn verschillende aangrijpingsniveaus voor het coachen van cliënten.
1. Gedrag. Hier gaat het om coaching. Het leren van professionele handelingen of
het uitvoeren van taken door middel van oefenen. De coach pakt het vooral
actiegericht en instrumenteel aan.
2. Strategie. Op dit niveau richt de coach zich op iemands mentale vermogens, het
denkvermogen.
3. Overtuigingen. Overtuigingen zijn geworteld in iemands diepste waarden en
sturen het gedrag. Een verandering op dit niveau is lastig dan op gedragsniveau,
maar eenmaal gerealiseerd wel duurzamer. Overtuigingen sturen namelijk het
gedrag.
4. Identiteit. Je raakt dieper iemand persoonlijkheid. Het is van belang hoe iemand de
zijnsvraag beantwoordt voor zich zelf, hoe iemand zichzelf ziet en waardeert. De
identiteitsbeleving stuurt de overtuiging aan.
5. Zingeving. Dit niveau wordt veelvuldig aangeraakt in arbeidgerelateerde vragen.
Een coach die op dit niveau werkt, is bekend met alle facetten van identiteit en
spiritualiteit.
Bij het coachen van werknemers is het van belang wie de opdrachtgever is. Is dat de
cliënt zelf, dan is er sprake van tweerichtingsverkeerd in een tweedimensionaal contract.
Is de opdrachtgever de werkgever, dan is er sprake van een driehoeksverhouding en
dienen er in het contract duidelijke afspraken te worden gemaakt omtrent o.a.
doelstellingen, resultaten en communicatie daarover.