Samenvatting minor coachen van
medewerkers
Inhoud
Samenvatting minor coachen van medewerkers....................................................1
Week 1................................................................................................................... 1
Week 2................................................................................................................. 15
Week 3................................................................................................................. 26
Week 5................................................................................................................. 55
Week 6................................................................................................................. 63
Week 7............................................................................................................... 108
Week 8............................................................................................................... 120
Week 1
Van der Pol, G.M. (2013). Coachen als professie. Fundamenten
voor begeleiding naar heelheid. Amsterdam: Boom/Nelissen. H1,
H2, 5.1, 5.2, 14
1.1 Waarom coachen?
Jong vak dat erg in opkomst is. Hangt samen met een toenemende prestatiedruk
die zowel leidinggevenden, managers als medewerkers ervaren. Van
leidinggevenden wordt verwacht dat zij hun medewerkers niet alleen leiden maar
ook inspireren en motiveren. Ervaring, kennis en kunde worden vervangen door
machines en computers. Aandacht, tijd en bezieling zijn schars geworden, We
moeten steeds meer presteren in mindere tijd. Het is dus niet zo gek dat steeds
meer mensen uitgeput raken. Coaching kan op elke plek waar verandering
gewenst is een positieve rol spelen. Het gaat vooral om het leerproces,
verandering en ontwikkeling. Het gaat een probleemanalyse niet uit de weg maar
coaching is vooral doel- en resultaatgericht. Hierdoor kan coaching in korte tijd
zeer effectief zijn.
1.2 Intrinsieke factoren voor verandering
Inspiratie en motivatie om te veranderen kun je iemand niet van buitenaf
opleggen, dit moet van binnenuit komen (intrinsiek). Mensen komen dan pas echt
in beweging en zijn gedreven iets te bereiken of te vermijden. Desondanks de
wil/verlangen kunnen er obstakels en belemmeringen zitten.
Intrinsieke factoren (de wil, het verlangen, innerlijke noodzaak, bereidheid tot
offers, doorzetten) vormen een belangrijke voorwaarde voor de effectiviteit van
coaching.
1
,1.3 Wat is coaching – definities en positie
Coaching is een onderdeel van begeleidingskunde, counseling, supervisie en
psychotherapie. Het verschil tussen coaching en counseling is aan het vervagen
(Van Baarsen en Blekkink 2006).
Counseling werd vroeger 0aangegeven voor het begeleiden van mensen op
persoonlijke kwetsuren, meer op het niveau van gedrag. (overtuigingen,
waarden, persoonlijkheid en identiteit) om een verandering te bewerkstelligen en
effectiever om te gaan met innerlijke pijn en belemmerende gedachten- en
gedragspatronen.
Bij psychotherapie wordt de hulpvraag behandeld door een psychiater of
psycholoog en heeft vaak te maken met een stoornis of geestesziekte.
Enkele beschrijvingen
John Whitmore ‘iemands potentieel mobiliseren voor een maximale prestatie.
Coaching is eerder iemand helpen leren dan wel onderwijzen.
De Nederlandse Organisatie van ‘het strategisch en tactisch aanwenden van
voornamelijk psychologische, spirituele, en communicatieve vaardigheden en
technieken, teneinde een individu of groep op eigen kracht bepaalde,
zelfgekozen doelen te laten bereiken. Nadruk ligt veel meer op faciliteren via
methoden, technieken en op eigen verantwoordelijkheid van het individu. De
Alba-academie ‘de ander helpen zichzelf te helpen om zich als professioneel en
persoonlijk te ontwikkelen en om zijn doelen te bereiken.’
1.4 De aard van coaching
Coaching houdt zich bezig met het faciliteren van cognitieve, emotionele en
gedragsveranderingen gericht op het bereiken van doelen.
Rudy Vandamme heeft het vooral over de ‘begeleiding van de persoon en zijn
ontwikkeling’. Coaching is bedoeld voor ‘gezonde’ mensen. Mensen die niet
gediagnosticeerd zijn met een psychische aandoening. -> onderscheid met
klinische psychologie en psychotherapie.
Coachen heeft ook te maken met bewustwording van (onbewuste) overtuigingen
en gedachtenpatronen. Coach helpt cliënt om eigen hulpbronnen, kernkwaliteiten
en krachtbronnen te ontdekken.
Kernthema’s:
- sprake van gelijkwaardige relatie tussen coach en cliënt.
- faciliteren van inzicht, leren en ontwikkelen.
- de eigen kracht(bronnen), verantwoordelijkheid van de cliënt worden
aangeboord. Cliënt veroorzaakt uiteindelijk zijn eigen verandering en
ontwikkeling.
- coaching is gericht op het bereiken van doelen en op het analyseren van
problemen (soms noodzakelijk voor inzicht voor nieuwe keuzes).
- coachen is gericht op de persoon in plaats van op een probleem/diagnose
- coachen is gericht op ontwikkeling en groei en zowel op helen en versterken
wat de mens in zijn functioneren belemmert als op versterken van wat al
krachtig is.
2
,- coachen gebeurt methodisch.
Fenomenen: Het kunnen ingaan op de directe, intuïtieve ervaringen van
verschijnselen die zich voordoen in de beleving van de cliënt, waarbij het niet-
weten(vragen naar) een gegeven is. Overeind blijven in het niet-weten is
belangrijk. Hierdoor blijft de coach steeds met een nieuwe blik en in
verwondering bij het verhaal en de beleving van de cliënt kunnen aansluiten.
1.5 Methodisch en fenomenologisch
wordt uitgelegd dat coaching methodisch gebeurt, waarbij methoden en
technieken worden ingezet waarvan de effectiviteit is aangetoond of nog
bewezen moet worden. Hoewel veel methoden werken, zijn ze vaak nog niet
wetenschappelijk onderzocht. Daarom is het belangrijk om coaching steeds meer
‘evidence-based practice’ te maken dus gebaseerd op weterschappelijk
onderzoek. Tegelijkertijd wordt ook veel gebruik gemaakt van methoden die in de
praktijk effectief blijken practice-based evidence’, maar nog wetenschappelijk
onderzocht moeten worden. Daarnaast speelt de fenomenologie een rol (die
verbonden staat met de practice-based), waarbij coaches werken met ervaringen
en intuïtie, ondanks dat deze niet altijd met harde feiten te bewijzen zijn. Het
gaat hierbij om het omarmen van het niet-weten en het blijven vragen stellen om
zo de ander beter te begrijpen.
1.6 Definities
Coachen: het methodisch en fenomenologisch faciliteren van het leer- en
ontwikkelingsproces van de cliënt teneinde de cliënt te helpen in zichzelf te
veranderen wat hem belemmert en te versterken wat hem stimuleert, om zijn
doelen te bereiken.
De coach: een coach is een getrainde professional die op methodisch en
fenomenologische wijze zijn cliënt helpt te veranderen wat hem belemmert en te
versterken wat stimuleert om bepaalde doelen te bereiken.
De cliënt: de cliënt is de persoon die binnen een gelijkwaardige werkrelatie
wordt gecoacht door een professionele coach, om zijn doelen te bereiken.
1.7 Onderscheid met aanpalende beroepen
Een coach is:
- Geen docent of mentor die zegt hoe het moet en wat je moet doen;
- Geen baas die je opdraagt wat je moet doen;
- Geen adviseur die zegt wat hij vindt dat je moet doen;
- Geen psychotherapeut die een diagnose stelt en de cliënt gaat behandelen /
genezen.
De coach ziet de cliënt als gelijkwaardig en gaat ervan uit dat de cliënt zelf de
antwoorden heeft. De coach helpt bij het boven water krijgen van deze
antwoorden.
1.8 Patiënten of cliënten –
Patiënten of cliënten – een afbakening
Verschil tussen het denken in ‘patiënten’ en ‘cliënten’.
3
, Het pathologisch venster
Het "pathologisch venster" verwijst naar de manier waarop psychologen en
psychotherapeuten in de twintigste eeuw zichzelf steeds meer zagen als
onderdeel van de gezondheidszorg, vergelijkbaar met psychiaters. Dit leidde tot
een focus op psychopathologie, waarbij gedrag en emoties werden bekeken door
een medische lens. James Maddux noemt in zijn hoofdstuk Stopping the Madness
vier kernpunten van deze benadering:
1. Klinische psychologie richt zich op stoornissen en abnormaal gedrag.
2. Klinische problemen zijn fundamenteel anders dan normale
levensproblemen.
3. Psychische problemen worden gezien als psychische afwijkingen,
vergelijkbaar met lichamelijke ziekten.
4. Psychologen moeten deze afwijkingen diagnosticeren, behandelen en
genezen.
Deze visie legt sterk de nadruk op het behandelen van afwijkingen, in plaats van
op begeleiding en welzijn.
Volgens Maddux werd de psychologie gepathologiseerd. Er kwamen steeds meer
termen om iemands ´afwijking´ aan te duiden. Zoals symptoom, syndroom,
stoornis, pathologie, ziekte, diagnose, behandeling, patiënt, klinisch. Hierdoor
werd het gemakkelijk voor mensen die psychische hulp en steun zochten om zich
‘slachtoffer’ te voelen van een psychische ziekte in zichzelf. De nadruk lag op de
‘stoornis’. Dsm-v: staan niet alleen werkelijke psychische ziektes maar ook
allerhandse leversproblemen gecategoriseerd volgens ziektebeelden. Probleem
hierin is het of-of denken. Je hebt het wel of niet, het een of het ander. Wanneer is
vastgesteld dat bepaald gedrag/denken afwijkend van de ‘norm’, wordt het een
stoornis gemaakt en gaat het een eigen leven leiden. We laten hierbij de
slachtoffer zijn verantwoordelijkheid loslaten. ‘ik kan er niks aan doen, want ik
heb ‘. Jim van Os: het diagnosticeren en categoriseren brengt met zich mee dat
daarop complete tijdschriften worden gebaseerd; er verschijnen specifieke
verzekerings vergoedingssystemen, farmaceutische industrieën werpen zich erop
en hele academische carrières worden erop gebouwd. Jim pleit ervoor de nuances
tussen ziek en gezond weer toe te laten.
Coaching kijkt naar potentieel
In het algemeen kader van coaching wordt er niet gefocust op ziekte, maar op
het versterken van wat goed werkt bij de cliënt. De meeste mensen die hulp
zoeken, zijn in principe gezond en willen voorkomen dat hun problemen
verergeren. Het onderscheid tussen 'normaal' en 'abnormaal', of 'gezond' en
'ongezond', is echter niet altijd duidelijk. Coaching richt zich juist op het welzijn,
de kracht en het potentieel van de cliënt, en vermijdt pathologische
benaderingen. Coaches helpen cliënten hun eigen problemen op te lossen door
middel van een gelijkwaardige samenwerking, waarbij ze niet als experts
optreden maar als vragenstellers die persoonlijke groei faciliteren. Het doel is het
optimaal functioneren van de cliënt, los van wat als normaal of afwijkend wordt
beschouwd, zolang er geen destructief of gevaarlijk gedrag is.
1.9 Teken van kracht
4