Sociaalwetenschappelijk kader 3: Opvoeding en
opvoedingsondersteuning binnen de hedendaagse pedagogiek
Hoorcollege 1A: Wat is opvoedingsondersteuning?
Opvoeden: iedere invloed die mensen, onbedoeld of bedoeld, uitoefenen op de
ontwikkeling en het functioneren van het kind.
Ontwikkelen: uit zijn wikkel halen. Een stap-voor-stap proces waarin steeds
meer mogelijkheden van een kind zich ontplooien. Bijvoorbeeld een kind die stap
voor stap, alleen leert fietsen.
Opvoeden gaat eigenlijk vanzelf = zelfregulatief:
Voorbeelden van zelfregulatief zijn:
- Protoconversatie: voordat kinderen gaan praten. ‘Aaa’ wordt ‘Mamaaa’ of
‘Papaaa.’
- Normen en waarden: zitten in het gezin waarin je opgroeit. Je krijgt alles
vanzelf mee.
Het opvoedproces kenmerkt zich door:
- Coregulatie: samen beheersen
- Adaptie: is om zowel het gezin als het kind in staat te stellen te functioneren
in de actuele en specifieke materiële en sociale context waarin zij leven
(Hermanns, 2007). Oftewel elke keer weer aanpassen aan de status van het
kind. Samen beheersen we de opvoeding en als we ons constant steeds een
stukje aanpassen, dan loopt het vanzelf.
Opvoeden is een proces dat energie, tijd en soms pijn en moeite van ouders kost.
Ouders die over het algemeen in staat zijn sensitief (reageren op impulsen van
het kind, aanvoelen wat er is) en responsief (adequaat en passend reageren,
antwoord bevattend gedrag) te reageren, creëren de meest veilige
opvoedsituatie.
wanneer ouders ‘sensitief’ en ‘responsief’’ reageren op initiatieven van het kind,
ontstaat er een veilige hechting (in tegenstelling tot en onvei- lige, angstige of
ambivalente gehechtheid) tussen ouder en kind, die samenhangt met een
variatie van positieve ontwikkelingsuitkomsten (Hermanns, 2007).
Kinderen hebben recht op opvoeding: “het verdrag van de rechten van het kind”.
Artikel 5: rol van ouders bij ontwikkeling van het kind= ouders/opvoeders zijn
verantwoordelijk voor hun kinderen, en de overheid is ondersteunend.
Feiten over opvoeden:
- Nederlandse kinderen behoren tot de gelukkigste kinderen ter wereld. Komt
door vrijheid en druk die beperkt is.
- Met 85% van de kinderen gaat het goed, met 15% gaat het minder of niet
goed.
,- Nederlands staat in de top-vijf gelukkigste landen ter wereld.
Ouders hebben vragen en zorgen over:
- De aanpak van de opvoeding en het ouderschap in het algemeen
- De lichamelijke ontwikkeling van kinderen
- Gezondheid en kinderziektes
- Gezonde voeding en bewegen
- Ongehoorzaamheid, lastig of ander problematisch gedrag
- Consequent zijn, grenzen stellen, laten gehoorzamen en corrigeren of straffen
- Emotionele problemen en zelfvertrouwen, onzekerheid en (faal)angst
- De schoolprestaties van het kind
- De puberteit
Aan wie vragen ouders om steun en wat zijn hun behoeften?
- Familie en vrienden
- Behoeften: informatie en advies, praktische en emotionele steun
- Vaak ervaren ouders een gat tussen wat zij wensen aan steun en wat zij
daadwerkelijk krijgen aan steun
Optimistische cijfers over de jeugd en opvoeding, komt doordat ouders (vanuit de
Nederlandse cultuur) vragen durven te stellen en de omgeving om hen heen
goed willen bekijken.
Opvoedingsondersteuning: opvoeders helpen opvoeden.
- Brede definitie: het ondersteunen van alle opvoeders (van voetbalcoach en
leerkracht tot professionals van Bureau Jeugdzorg)
- Smalle definitie: het ondersteunen van ouders
Doel van opvoedingsondersteuning:
- Beoogt de ontwikkeling en het functioneren van kinderen te bevorderen door
ouders vroegtijdig te helpen en te ondersteunen om escalatie van problemen
te voorkomen.
- Opvoeders te helpen bij het laten opgroeien van kinderen tot burgers die
meedoen aan de samenleving. Gericht op participatie in de maatschappij.
Opvoedingsondersteuning in de buurt of rondom huis:
- Rondom huis: partner, familieleden, opvoedtelefoon, internet, vrijwilligers.
- In de buurt/wijk: buren, kinderopvang, scholen, buurtcentra,
opvoedsteunpunt, ouder- en kind teams, allerlei projecten op buurtniveau.
Verschillende aanbieders van opvoedingsondersteuning:
, - Consultatiebureau (JGZ)
- Ouder- en kind teams (Amsterdam)/wijkteams
- De Opvoedpoli
- Kinderopvang en scholen
- Maatschappelijk werk en welzijnswerk (buurtcentra)
- Migratieorganisatie
- Tv-programma’s (Opvoeden doe je zo of The Nanny)
- Internetsites (Ouders online)
Hoorcollege 1B: hedendaagse gezinsvormen
Soorten gezinsvormen
- Tienermoeder(s)
- Oudere moeder(s)
- Twee moeders
- IVF-kinderen
- Alleenstaand vader
- Twee vaders
- Twee vaders en een moeder
- Twee moeders en twee vader
- Pleegkind(eren)
- Adoptiekind(eren)
- Gescheiden gezin
- Samengesteld gezin
Het traditionele kerngezin
Vanaf 1900 ontstaan.
Tussen 1900 en 1940 groeide 90% van de kinderen op in een traditioneel gezin.
Vanaf 1960 veranderde dit onder invloed van:
- Andere normen en waarden
- Individualisering
- Secularisering
- Modernisering
- Emancipatie.
In 2010 nog steeds 53% thuiswonende kinderen in tweeoudergezin. Traditioneel
kerngezin nog steeds populair.
Waar gaat het heen
- uitstel van de komst van kinderen
- flexrelaties
- de ‘’happy single’’
- Flexibel arbeidsbestaan
- Genieten als belangrijkste doel
- Aantal scheidingen neemt toe
- Opleidingsniveau van vrouwen blijft toenemen
- Dure woningen zorgen voor vraag naar kleiner woningen