100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting materieel strafrecht K2 €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting materieel strafrecht K2

1 beoordeling
 19 keer bekeken  2 keer verkocht

Een samenvatting van de voorgeschreven literatuur van het vak materieel strafrecht K2. Voor het tentamen heb ik een 8 gehaald.

Voorbeeld 4 van de 38  pagina's

  • Nee
  • -
  • 2 april 2021
  • 38
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (21)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: floortjevitalis • 2 jaar geleden

avatar-seller
willievdh
Materieel strafrecht
samenvatting
Week 1
Leerdoelen
Na bestudering van deze onderwijsweek kan de student:
 de bronnen van het materiële strafrecht benoemen;
 uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt;
 het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten;
 de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke uitspraak
herkennen.

Het materiële strafrecht
Lezen hoofdstuk 1, bestuderen hoofdstuk 2 en 3

H1 Inleiding
§1.1 De Nederlandse strafwetgeving
Art. 107 Gw bepaalt dat het strafrecht en strafprocesrecht moeten worden ondergebracht in
algemene wetboeken. Het strafrecht is te vinden in het Wetboek van Strafrecht en het
strafprocesrecht is te vinden in het Wetboek van Strafvordering.

Het materiële strafrecht regelt in welke gevallen een persoon vanwege de staat kan worden
gestraft en welke sancties dan mogen worden opgelegd. In het Wetboek van Sr zijn dan ook
onder andere verbodsbepalingen en de strafbepalingen te vinden.

Het formele strafrecht heeft betrekking op de wijze waarop in een concreet geval moet
worden vastgesteld of de strafwet is overtreden en of een bepaald persoon deswege dient
te worden gestraft. In het Wetboek van Sv staat onder andere de te volgen procedure, de
bevoegdheden van de betrokken overheidsorganen en de rechten van de verdachte.

Het is lastig om een grens te trekken tussen het strafrecht en het strafprocesrecht. Beide
onderwerpen lopen in elkaar over waardoor er geen duidelijke scheiding kan worden
gemaakt.

Art. 107 Gw laat de wetgever de ruimte om bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten
te regelen. Dit heeft de wetgever ook gedaan, denk hierbij aan de Wegenverkeerswet 1994,
Wet wapens en munitie en de Opiumwet. In deze wetten zijn strafbaarstellingen te vinden.
De Wet economische delicten (WED) is een raamwet die een waslijst van wetten op sociaal-
economisch terrein en op het gebied van de milieubescherming centraal sanctioneert.

Uit art. 107 Gw kun je halen dat alleen misdrijven mogen worden geformuleerd in wetten in
formele zin. De wet in formele zin kan de basis verschaffen voor regelingen van lagere orde
waarin overtredingen zijn opgenomen.

,Bijvoorbeeld: art. 154 lid 1 Gemw  de gemeenteraad mag overtredingen van
verordeningen strafbaar stellen, maar hier zit wel een duidelijke grens aan.

Art. 89 lid 2 Gw zegt dat de wet in formele zin bepaalt welke straffen in een AMvB mogen
worden opgenomen. En dergelijke voorschriften mogen alleen worden gegeven als de
bevoegdheid daartoe door de wetgever aan de Kroon (maker AMvB’s) is gedelegeerd.
Voorbeeld: art. 13 WVW: bij AMvB kunnen verkeersregels worden vastgesteld ( RVV) en
art. 177 WVW stelt overtreding van die regels strafbaar ‘voor zover die overtreding (in de
AMvB) uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt’.

§1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht
Nulla poena-regel (art. 16 Gw, art. 1 lid 1 Sr): ‘Geen straf is strafbaar dan uit kracht van een
daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.’ Dus strafbaarstellingen moeten een basis
hebben in een wet in formele zin.

De strafbaarheid mag niet op ongeschreven recht worden gebaseerd, maar op de wet
gebaseerde strafbaarheid mag wel op grond van ongeschreven recht worden ingeperkt.
Denk hierbij aan de ongeschreven strafuitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle schuld’ (AVAS).

De internationale verdragen waar Nederland deel uitmaakt, vormen een steeds
belangrijkere rechtsbron. Denk hierbij aan de rechtstreeks werkende (art. 94 Gw)
mensenrechtenverdragen (EVRM en IVBPR). Of verdragen die Nederland verplichten tot het
strafbaar stellen van bepaalde feiten. Of verdragen waarbij Nederland een deel van zijn
strafrechtelijke autonomie prijsgeeft.

Het recht van de Europese Unie is ook van zeer groot belang voor het strafrecht. De EU heeft
bijvoorbeeld de bevoegdheid bij richtlijnen ‘minimumvoorschriften’ vast te stellen
‘betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties’ op een breed terrein van
criminaliteit (art. 83 VWEU). Er is ook een negatieve invloed van de EU op het nationale
strafrecht. Nationale wetgeving mag namelijk geen inbreuk maken op bijv. het vrij verkeer
van diensten of het vrij verkeer van goederen. Verder wordt van de strafrechter verlangd dat
hij de nationale regelgeving aan het EU-recht toetst en in geval van strijd buiten toepassing
laat.

Er moet ook rekening worden gehouden met ongeschreven regels en beginselen van het
volkenrecht. Nederland kan bijv. niet zomaar gedragingen strafbaar stellen die in het
buitenland door buitenlanders worden begaan (art. 8d Sr). Dat zou namelijk een inbreuk
betekenen op de soevereiniteit van andere mogendheden.

§1.3 Het Wetboek van Strafrecht; Algemeen deel
Het Wetboek van Strafrecht bevat algemene bepalingen die ook van toepassing zijn op
talloze strafbare feiten die niet in het wetboek staan, maar in bijzondere wetten en
verordeningen zijn opgenomen.

Het Wetboek van Strafrecht trad in werking op 1 september 1886 en verving de Code pénal.
Het Wetboek van Strafvordering verving de Franse Code d’instruction criminelle.

,Het Wetboek van Strafrecht bracht een tweedeling in misdrijven en overtredingen. De
misdrijven zijn ondergebracht in het Tweede Boek en de overtredingen in het Derde Boek.
Het derde boek biedt slechts een kleine selectie voor een groot deel bestaan de uit
overtredingen die ‘familie’ zijn van de in het tweede boek opgenomen misdrijven. Het
grootste deel van de misdrijven wordt gevormd door de zogenaamde klassieke of commune
misdrijven. Denk hierbij aan overtredingen van normen die hecht verankerd zijn in de
positieve moraal.

Het Wetboek van Strafrecht bevat geen verbodsbepalingen, maar delictsomschrijvingen. Er
worden ‘feiten’ omschreven die tot bestraffing aanleiding kunnen geven. In die
strafbaarstelling ligt impliciet besloten dat het gedrag verboden (wederrechtelijk) is. In
bijzondere wetten treft men juist wel expliciete verbods- en gebodsbepalingen aan. De
sanctionering wordt dan meestal in het slot van de wet geregeld.

Het algemene deel van het strafrecht is al aan het einde van de 13 e eeuw ontstaan. Het
heeft zich van de 14e tot de 19e eeuw verder ontwikkeld. In Nederland is het algemeen deel
opgenomen in het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht. Dit boek is echter niet
compleet.

Op grond van art. 91 Sr vinden bepalingen uit het Eerste Boek ook toepassing ten aanzien
van strafbare feiten die niet in het wetboek zelf zijn opgenomen.
Voorbeeld: bij een overtreding van de Opiumwet kan een beroep worden gedaan op
overmacht (art. 70 e.v. Sr).
Maar de bijzondere wetgever kan ander bepalen, dit geeft art. 91 Sr ook aan.

§1.4 Bescherming van rechtsgoederen en handhaving van normen; krenkings- en
gevaarzettingsdelicten
Strafbepalingen worden in het leven geroepen met het oog op de bescherming van bepaalde
rechtsbelangen (ook wel rechtsgoederen genoemd). Veel van de in het wetboek strafbaar
gestelde ‘feiten’ zijn gedragingen die rechtstreeks inbreuk maken op het beschermde
rechtsgoed.
Voorbeeld: de delicten doodslag (art. 287 Sr) en dood door schuld (art. 307 Sr) maken
inbreuk op het rechtsgoed (menselijk) leven.
Voorbeeld: delicten als diefstal (art. 310 Sr) en verduistering (art. 21 Sr) maken inbreuk op de
eigendom.
Voorbeeld: het delict wederspannigheid (art. 180 Sr) tast het door de wet beschermde
openbaar gezag aan.
Deze delicten worden krenkingsdelicten genoemd.

Naast de krenkingsdelicten staan de gevaarzettingsdelicten. Hierbij maken we onderscheid
tussen concrete en abstracte gevaarzettingsdelicten.
Voorbeeld: art. 164 Sr: het opzettelijk veroorzaken van gevaar voor het spoorwegverkeer is
een concreet gevaarzettingsdelict. Het schapen van gevaar is al voldoende.
Abstracte gevaarzettingsdelicten treft men veelvuldig aan in bijzondere wetten. Hierbij
maakt het niet uit of het beschermde rechtsgoed daadwerkelijk is gekrenkt of in gevaar is
gebracht.

, Voorbeeld: strafbaarstelling van het bezit van allerhande wapens in de Wet wapens en
munitie. De wetgever verbiedt hier gedragingen die mogelijk tot krenkingen van het
beschermde rechtsgoed zouden kunnen leiden.
Het gaat hier om handhaving van normen. Iedere gedraging die met de norm strijdt, is
strafbaar.

§1.5 Verhouding tot het burgerlijk recht: disharmonieën
De rechtsgoederen die het klassieke strafrecht beschermt, vinden ook voor een deel
bescherming in het civiele recht. De bescherming van het strafrecht kan bovenop de
bescherming van het civiele recht komen. Strafrecht en civiel recht staan dan naast elkaar.
Maar het strafrecht kan niet gebonden zijn aan de in het civiele recht gehanteerde
terminologie. Er bestaan bepaalde disharmonieën tussen het strafrecht en het civiele recht.

De strafrechter moet zich bij de uitleg van de gebods- en verbodsbepalingen richten op
hetgeen in het betrokken rechtsgebied gebruikelijk is Maar strafrechtelijke
handhaafbaarheid van de regeling is een factor die bij de uitleg een rol mag spelen. De
regeling moet hier wel ruimte voor laten.

§1.6 Verhouding tot het bestuursrecht: de bestuurlijke boete
Bij de bestuursrechtelijke handhaving kennen we de sanctie bestuurlijke boete. Het EHRM is
van oordeel dat een bestuurlijke boete een ‘criminal charge’ is in de zin van art. 6 EVRM. Er
moet dus aan de procedurele waarborgen worden voldaan die in dat artikel staan genoemd.

Met de Wet Mulder (= Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften)
kreeg de politie in 1989 de bevoegdheid om zelf administratieve boetes op te leggen. In H5.4
Awb zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de oplegging van bestuurlijke boetes.
Deze regels zijn van materieelrechtelijke en procedurele aard.

Binnen het strafprocesrecht is ruimte gemaakt voor de oplegging van boetes door
bestuursorganen. Dit is gedaan met de Wet OM-afdoening. Hiermee krijgt een OvJ de
bevoegdheid om overtredingen en misdrijven (waarop een maximum gevangenisstraf van
niet meer dan 6 jaar op staat) zelf te bestraffen door het uitvaardigen van een zogenoemde
strafbeschikking (art. 257a Sv).

H2 Straftheorieën
§2.1 Inleiding
Strafrechtelijke sancties kunnen worden onderscheiden in straffen en maatregelen. Een
traditionele definitie is dat een straf leed toebrengt. Straffen worden daarom ook wel
punitieve sancties genoemd.

§2.2 Twijfel omtrent de grondslagen
Bij straffen draait het simpel gezegd om (dreigen met) leed. Het strafrecht neemt daarmee
een uitzonderlijke positie in, in de maatschappij. Strafrechtjuristen proberen het strafrecht
te funderen en de filosofische en wereldbeschouwelijke ondergrond ervoor te vinden.

Komt opzettelijk leed toebrengen de kwaliteit van een menselijke samenleving ten goede?
Zijn de straffen effectief? Dragen zij bij aan de naleving van de wetten (=generaal-

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper willievdh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  2x  verkocht
  • (1)
  Kopen