OVL – Gevorderd
Kennisclips
KC1: Andrews & Goodson
- Introductie
o In de introductie geven Andrews en Goodson kritisch overzicht van alle
ontwerpmodellen die er zijn,
o Wildgroei modellen, veel te veel verschillende modellen, ze zijn niet altijd
voorzien van literatuur of een gebruiksaanwijzing, ontbreken validatie model,
er is geen theoretische basis voor het model (hoe wil je dat ze gebruikt
worden)
o Hameren op theoretische fundering
- Definitions of models of systematic instructional design
o Definitie model: abstractie van de werkelijkheid, geven hier kanttekeningen
bij als je hem te ver van de werkelijkheid af formuleert, wordt het veel te
vaag. Een goed model schrijft voor, voorspelt of verklaart situaties in de
werkelijkheid, ontbrak vaak aan de modellen.
Model heb je nodig om complexe werkelijkheid te beschrijven,
bepaalde manier gaan handelen in die werkelijkheid, maar de
modellen in die tijd waren te vaag
o Een model is niet hetzelfde als ene theorie! Een model kan verschillende
theorieën bevatten
- Purposes of models of systematic instructional design
o Wat is het doel van een instructie-ontwerpmodel
Het verbeteren van leren en instructie
Verbeteren van het managen van Instructional Design en ontwikkeling
Systematische manier voor ontwerpen wordt er nagestreefd
voor de modellen
Verbeteren van evaluatieprocessen
Testen en bouwen van leren of instructie-theorie
Kan alleen met een basismodel
o ID-modellen worden gebruikt als actieplan voor het ontwikkelen van
instructie
Als je een model hebt die al niet zo goed is gedocumenteerd of
geformuleerd dan is het moeilijk om deze goed toe te passen.
Wel realiseren dat er een interpretatieslag plaatsvindt
- Categorization and analysis
o Iedereen kan het wel op het touw zetten, maar als iemand in de praktijk weet
je niet welk model je moet kiezen. Te weinig informatie en te weinig
gebaseerd op literatuur.
o Dat is de reden waarom zij met hun onderzoek zijn gestart en hebben een
selectie gemaakt uit de toen bestaande instructiemodellen
Systematisch hier iets over zeggen:
1. Kunnen we de modellen beschrijven in stappen? Wat zijn de acties
die volgens de modellen allemaal voor moeten komen?
2. Welke dimensies zijn er van belang als je het wil hebben over de
kwaliteit van de modellen? Is het duidelijk als je het model wil
toepassen? Waar komt het vandaan?
,OVL – Gevorderd
o Tabel 1: Staan acties opgesomd die in veel instructie-ontwerpmodellen
voorkomen, deze kun je afgaan bij een ontwerpmodel. Gaan over: Zijn de
leerdoelen wel duidelijk en worden ze in het model duidelijk omschreven? Of
wordt er iets over gezegd?
o Tabel 2: De 40 ontwerpmodellen worden beoordeeld door de 14 punten die
genoemd worden in tabel 1.
o Tabel 3: Dimensies in instructieontwerp-modellen worden hier benoemd.
Gaan over: Wat is de kwaliteit van een model? Waar komt het vandaan en is
er een gebruiksaanwijzing?
Is weergegeven in een hiërarchie, maar is een beetje vaag
weergegeven
o Tabel 4: inventarisatie van de 40 ontwerpmodellen ten opzichte van de
dimensies.
Tabel 1 en 3 zijn dus het meest van belang.
- Possible reasons for model proliferation
o Hoe kan het nou dat er zo ontzettend veel ontwerpmodellen zijn gemaakt en
ontstaan?
Het not-invented-here syndrome, het is alleen goed als je het zelf hebt
gemaakt en maakt een model dat specifiek past bij zijn of haar situatie
Eventuele gebruikers van modellen weten niet welk model er goed is,
dus maken ze er zelf maar een
Mensen uit de praktijk denken vaak “mijn situatie is zo specifiek, dus ik
ga zelf iets maken, want er is geen model dat hierbij past”
Veel modellen representeren een werkelijkheid die nog niet goed
genoeg gekend wordt, leren op maat en differentiatie is nog vol op
gang en zolang je nog niet welk mechanisme of gedrag de
leeruitkomst verklaren, worden er weer meer modellen bij gemaakt.
- Conclusies
o Enorme wildgroei aan instructiemodellen
o Als je een instructie-ontwerpmodel maakt, zorg dat de documentatie op
orde is en mensen jouw model gebruiken zoals je het bedoelde. Het is
belangrijk dat je het juist beschrijft en een goede onderlaag te creëren.
o Leer-theoretische fundamenten worden niet altijd voorgeschreven in ID-
modellen
o Gebruiksaanwijzingen voor de ID-modellen zijn vaak niet voorhanden
o Het systemische of systematische karakter van ID-modellen blijkt vaak een
mechanische, lineaire aanpak
o ID-modellen bestaan uit generieke taken die in verschillende situaties toe te
passen zijn
o ID-modellen geven weinig rekenschap van de kosten die gemoeid zijn met het
ontwerpen
o Maak een weloverwogen keuze bij het selecteren van een ontwerpmodel
o Sommige ID-modellen blijken geen modellen omdat ze hun componenten
onvoldoende beschrijven, verklaren of voorspellen
o De overzichten in deze studie zouden kunnen leiden tot model-evolutie ipv
modelvermeerdering.
- Waarop letten?
,OVL – Gevorderd
o Tabel 2: Over het algemeen geen opvallende
ontwikkeling in kenmerken, je ziet geen ontwikkeling
over tijd (modellen blijven hetzelfde). Na 1972 blijkt er
meer aandacht te zijn voor analyses, sequencing, het
installeren en behouden van een ontwerp, behoeftes,
alternatieven, beperkingen en kosten.
o Figuur 2: Ingewikkeld te interpreteren figuur
Dit is een hiërarchisch tabel
o General systems theory:
Zegt iets over breed toepasbare concepten en
principes die niet zo zeer afhangen van een bepaald domein. Het
onderscheid dynamische en actieve systemen van statische of
passieve systemen. Actieve systemen zijn activiteitstructuren of
componenten die interactie hebben tussen gedrag en processen.
Passieve systemen zijn structuren en componenten die worden
verwerkt.
Een programma is passief wanneer het een disc file is en actief
wanneer het in het geheugen werkt. Het veld is gerelateerd aan
systeemdenken en systeembouw.
Veel algemener dan leertheorieën
- Samenvattend
o Om allerlei redenen is er een uitwas aan ID-modellen
o De validiteit van veel ID-modellen is onvoldoende vastgesteld
o De gebruiksaanwijzing van veel ID-modellen ontbreekt
o De categorisering die in dit artikel is toegepast kan gebruikt worden om de
bruikbaarheid en kwaliteit van een bepaald ID-model in te schatten
KC2: Ten Steps Chapter 1
- Complex Learning / complex leren
o Mikken we op volgens de Ten Steps
o Daarin draait alles om het integreren van kennis, vaardigheden en attituden;
Coördineren van samenstellende vaardigheden; Het creëren van een zo groot
mogelijke transfer
o Heeft vooral betrekking op complexe vaardigheden
o Het proces dat leidt tot het worden van een effectieve professional in de
beroepspraktijk
- A Holistic Design Approach
o Complex leren kan alleen tot stand kan komen als je gebruik maakt van een
holistische ontwerpbenadering
o Holistische ontwerpbenadering zetten ze tegenover een atomistische
ontwerpbenadering waarin je risico loopt op drie problemen:
1. Compartmentalization/compartementalisatie, complex leren kan alleen
voorkomen wanneer er sprake is van integratie, dat is bij
compartementalisatie niet het geval. Hierbij wordt er gefocust op kennis
op een bepaald onderwerp.
2. Fragmentation/fragmentatie, gaat het om het verschil in situaties zoals ze
traditioneel zijn waarin je een moeilijke, complexe vaardigheid gaat
, OVL – Gevorderd
ophakken in allerlei deeltjes en vervolgens die deeltjes gaat oefenen
totdat iemand dit kan en daarna doorgaat naar de volgende oefening.
Bijvoorbeeld autorijden, eerst leren sturen, daarna schakelen.
Holistische benadering zegt: alle deelvaardigheden moet je zoveel
mogelijk in een keer trainen. Coördineer de vaardigheden die nodig zijn
om de complexe vaardigheid uit te voeren.
3. The Transfer Paradox, efficiënte manier van leren niet altijd leidt tot een
hoge transfer (dat je wat je geleerd hebt toe kunt passen op een andere
situatie).
Holistische benadering zegt: meer moeite steken in een leerproces
waardoor je wel in nieuwe situaties weet wat je moet doen.
- Four Components and Ten Steps
o Leertaken
o Ondersteunende informatie
o Procedurele informatie
o Deeltaakoefening
o Vier componenten die worden onderscheiden en vervolgens worden hieraan
de Ten Steps gerelateerd (tabel 1.1)
- Valkuilen
o Gaat de vaardigheid wel over complex leren?
o Naar aanleiding van tabel 1.1 moet je je gedurende het boek afvragen of het
over instructie-ontwerpmodel of het ontwerpen van instructie gaat
Ten steps zijn de stappen die je moet ondernemen om dat instructie-
ontwerpmodel naar de praktijk te vertalen
- Samenvattend
o Het 4C/ID model is een voorbeeld van een holistische ontwerpbenadering
o Een holistische ontwerpbenadering gaat compartimentalisatie, fragmentatie
en de transfer paradox tegen
o Een holistische ontwerpbenadering is noodzakelijk voor complex leren
o De Ten Steps geven aan hoe je moet ontwerpen volgens het 4C/ID model
KC3: Ten Steps Chapter 2 (deel 1)
§2.1 Training Blueprints
- De vier componenten worden hierin geïntroduceerd
- Centrale boodschap: zij zeggen dat elke leeromgeving voor complex leren beschreven
kan worden door vier blauwdrukcomponenten. Er zijn vier componenten die altijd
aanwezig moeten zijn in een blauwdruk: leertaken, ondersteunende informatie,
procedurele informatie en deeltaakoefeningen (dit laatste is optioneel, maar je moet
wel vertellen waarom je het niet gebruikt).
- De leertaken zijn realistische, authentieke leertaken die lijken op de beroepstaak zelf
of de complexe vaardigheid waar je je op richt.
- De ondersteunende informatie is de theorie die hoort bij het uitvoeren van een
leertaak. Heb je nodig om te begrijpen hoe je een bepaalde leertaak moet uitvoeren.
- De procedurele informatie vertelt je hoe je moet handelen om een bepaalde
vaardigheid moet uitvoeren, zie je bijvoorbeeld in de vorm van een
gebruiksaanwijzing.