Samenvatting fysiologie 2.1
Vitamine
Vitamine = essentieel
Organische stof, bevat koolstof + waterstof
Betrokken bij regulatie lichaamsprocessen
Leveren geen energie
Kleine hoeveelheid nodig. Microgram of miligram
Structuur > moleculen, verbindingen van atomen
Komen voor in de voeding van nature maar worden ook handmatig toegevoegd
Wateroplosbaar en vet oplosbaar. Verschillen in absorptie, transport, opslag en
uitscheiding
Vetoplosbaar in chylomicronen via de lymfe naar het bloed = Vitamine D, E, K, A
Wateroplosbaar > geen transportmolecuul, gaat zo het bloed in = B, C
Bioavailability/biobeschikbaarheid > hoeveel van ingenomen hoeveelheid daadwerkelijk
wordt geabsorbeerd.
,
Factoren
- Behoefte
- Ziekte
- Bereiding
- Andere componenten uit de voeding. Bv vitamine C bevorderd opname van ijzer
Anti-oxidante werking -= Vitamine E, C + carotenoids
Co-enzymen = Vitamine B
Zicht/ogen = Vitamine A
Botten = Vitamine D + K
Bloedstolling = Vitamine K
Provitamine = kan je een vitamine van maken
Betacaroteen = provitamine voor vitamine A
Vitamine A > vet oplosbaar
- Eerst retinol <> retinal <> retionezuur (omkeerbaar)
- Opslag voor 90% in de lever, klein beetje in vetweefsel, longen en nieren
- Transport = RBP > Retinol Binding Protein
- 70-90% komt uit de dierlijke producten
- 9-22% caroteen (plantaardig)
Mineralen
Kleine hoeveelheid nodig
Leveren geen energie
Wel essentieel
Anorganische stof > levenloze natuur
, Atomen/ionen
Blijven hetzelfde
Kleine hoeveelheid opslaan in maag darm kanaal
Bronnen van mineralen > plantaardig, dier en water
Mineralen zijn op te splitsen in major en spoorelementen.
Mineralen/major > 100 mg per dag
Spoorelementen/tracer < 100 mg per dag
Major mineralen:
Natrium - Na
Kalium - K
Calcium - Ca
Chloride - Ci
Fosfor - P
Magnesium - Mg
Zwavel - s
Spoorelementen:
Ijzer - Fe
Zink - Ze
Koper - Cu
Mangaan - Mn
Seleen - Se
Jodium - I
Fluoride - F
Chroom - Cr
Komen voor in verschillende vormen
1. Ion-vorm = opgelost in lichaamsvloeistoffen > Elektrolyten.
Na+, K+, Ca2+. Ci-
2. Vaste vorm/atoom = organisch verbonden
Calcium, magnesium, ijzer, zink
Functies mineralen:
- Voor structuur
- Regulatie > vooral elektrolyten
- Vochtbalans
- Zenuwgeleiding
- Spierconcentratie
- Enzymactiviteit
Mineralen GEDRAGEN zich vet- of wateroplosbaar. Let op: Dit zijn ze niet per definitie.
Water oplosbaar = Makkelijk geabsorbeerd, vrij transport door het bloed, uit scheiding door
de nieren > kalium/natrium
Vet oplosbaar = Transport molecuul, eerder toxisch
Transporteiwitten > transferrine en albumine