Introductie in de zorg, hoofdstuk 10-16
Blz. 67-134
Hoofdstuk 10 Ziekenhuizen
10.1 Inleiding
Als onderzoek en behandeling in de eerste lijn niet voldoende zijn, kan de huisarts iemand
doorverwijzen naar een medisch specialist.
Voor minder ernstige ongevallen is de huisarts de eerst aangewezen hulpverlener, deze kan mensen
doorverwijzen naar de SEH. Er zijn veel mensen die rechtstreeks naar de SEH gaan – de zogeheten
zelfverwijzers.
Het ziekenhuis is een centrum van expertise op verschillende medisch-specialistische terreinen met
mogelijkheden voor hoog complexe, technisch geavanceerde diagnostiek, behandeling en verpleging.
Een minder bekende rol is het isoleren van mensen met een infectieziekte (Ebola, COVID).
3 soorten ziekenhuis: Algemeen, categoraal en academisch.
Algemene ziekenhuizen leveren vooral (medisch-specialistische) basiszorg en bepaalde vormen van
topklinische zorg. Topklinische zorg houdt in dat er geavanceerde apparatuur, speciale
voorzieningen of specifieke expertise beschikbaar is.
Categorale ziekenhuizen bieden zorg aan specifieke groepen patiënten, bijv. kankercentra en
revalidatiecentra.
In de zogeheten derde lijn leveren academische ziekenhuizen basiszorg, topklinische zorg en
topreferente zorg voor een groot deel van NL of voor heel NL (bovenregionaal). Bij topreferente zorg
gaan het om diagnosticeren en behandelen van zeldzame of zeer complexe aandoeningen.
De overheid mag bepalen hoeveel en welke instellingen bijzondere medische verrichtingen mogen
doen waarvoor een vergunning nodig is (Transplantaties, IVF, hart OK’S).
Cijfers 2011:
85 algemene ziekenhuizen;
8 academische ziekenhuizen;
52 categorale ziekenhuizen.
Soorten ziekenhuiszorg (relevant voor de organisatie en de keuze van zorg:
Acute zorg;
Chronische zorg;
Electieve (planbare) zorg;
o Laagcomplex in grote hoeveelheid;
o Hoog complex in kleine hoeveelheid.
10.2 Medisch-specialistische zorg
Er zijn veel verschillende basisspecialismen die een algemeen ziekenhuis in huis heeft:
Interne geneeskunde
Chirurgie
Kindergeneeskunde
Verloskunde & gynaecologie
, Oogheelkunde
KNO
Deelspecialismen (reumatologie als onderdeel interne)
Ondersteunende specialismen (anesthesie, medische microbiologie, klinische chemie)
Verwijzing van de huisarts vindt meestal plaats naar de polikliniek. Ook veel onderzoeken of
operaties vinden poliklinisch of in dagbehandeling plaats.
Mensen worden ook steeds korter opgenomen. De opnameduur daalt door:
Screening van operatiepatiënten en programma’s voor planbare zorg aan specifieke
patiëntencategorieën;
Fysiotherapeutische trainingsprogramma’s vóór opname van mensen met een beperkte
conditie;
Planbare programma’s (4 mensen worden opgenomen voor een nieuwe heup, gaan allemaal
op dag 5 weer naar huis, nodige thuiszorg wordt van te voren gepland).
Systematische aanpak van preventie van infecties, decubitus en ondervoeding.
10.3 Organisatie van patiëntenzorg: werken en samenwerken
Ziekenhuiszorg biedt meer dan 191.000 fulltime banen.
Doordat mensen korter verblijven in een ziekenhuis en ernstiger ziek zijn dan vroeger, is de
zorgzwaarte toegenomen.
Een derde van het personeel in ziekenhuizen is verpleegkundige of verzorgende. Het aantal medisch
specialisten is erg klein.
Leren in de zorg:
Coassistenten
Arts-assistenten (AIOS en ANIOS)
Stagiaires verpleegkunde
De organisatie van de ziekenhuiszorg is vaak afgestemd op het werk van de specialist. Afdelingen en
poliklinieken worden vernoemd naar het specialisme of deelspecialisme (KNO, internet, enz.). De
planning op de afdeling hangt ook vaak af van de specialist (visites, OK, enz).
In een ziekenhuis werken veel professionals aan de zorg voor één patiënt: er is veel praktische
samenwerking, bijvoorbeeld: medicatie geven voordat de fysio komt, meelopen met de visite.
Multidisciplinair overleg (MDO) over de inhoud van de zorg.
Samenwerkingen tussen specialist en verpleegkundige is van groot belang, veel verpleegkundigen
zijn hier tevreden over. Over de waardering van management zijn de verpleegkundigen niet altijd
tevreden.
Vlotte samenwerkingen verpleegkundigen en arts hangt af van:
Mate van afhankelijkheid
Gezamenlijke doelstelling en beeldvorming
Samenwerken aan een richtlijn en protocol en samen scholingen volgen om zo begrip te
krijgen voor elkaars specialisme kan bevorderend zijn.
10.4 Ontwikkelingen
,Veel ontwikkelingen in het ziekenhuis op verschillende terreinen.
Technologische ontwikkelingen:
Continue monitoring vitale functies
Kijkoperaties
Robotchirurgie
Digitaal dossier
E-health
De laatste vijfentwintig jaar zijn veel kleinere ziekenhuizen gefuseerd, gedwongen door eisen van de
overheid of uit concurrentieoverwegingen. Schaalvergroting zou efficiëntie verhogen en de zorg
verbeteren.
Inmiddels moeten instellingen die willen fuseren rekening houden met de eis dat er voldoende
concurrentie over moet blijven. De NZa (Nederlandse zorgautoriteit) ziet daarop toe.
Steeds meer ziekenhuizen bieden niet meer alle soorten zorg en specialismen, maar concentreren
zich op zorg waarin ze expertise hebben. Dit leidt tot betere resultaten tegen lagere kosten. Niet alle
ziekenhuizen voeren alle (complexe) zorg uit door nieuwe kwaliteitseisen.
Ziekenhuizen krijgen betaald per prestatie. Prestaties worden uitgedrukt in diagnose-
behandelcombinaties (dbc’s), inmiddels doorontwikkeld tot DOT’s (Dbc’s Op weg naar
Transparantie). Voor een deel hiervan staan de prijzen vast, een ander deel (het B-segment) bepaalt
het ziekenhuis zelf de prijs.
Elk ziekenhuis onderhandelt met de zorgverzekeraars over de zorg die de zorgverzekeraar wil
inkopen. Dat wil zeggen: over de prijs en de hoeveelheid van het vrij onderhandelbare deel (70%) en
van de diagnose-behandelcombinaties (B-segment) De zorgverzekeraars kunnen eisen stellen aan de
kwaliteit. Wanneer verschillende ziekenhuizen in de regio dezelfde zorg aanbieden, kan het
ziekenhuis ook bepaalde zorg ‘afstoten’ en zich concentreren op onderdelen waarin het expertise
heeft.
Ziekenhuizen informeren bijvoorbeeld over hun zorg via een website. Patiënt zijn bereid iets verder
te reizen voor kwalitatief goede zorg.
Een grote ergernis voor patiënten en personeel is de grote wachtlijst. Dit wordt aangepakt door
grondig te observeren hoeveel patiënten op bepaalde momenten om een afspraak vragen en
hoeveel patiënten niet komen opdagen, zo wordt de voorspelbare zorg in kaart gebracht. De
behoefte wordt kritisch geobserveerd. Hierna wordt de logistiek (lab, röntgen) in kaart gebracht en
daarna de beschikbaarheid van de zorgverleners.
Spreekuur fysio en orthopeed: fysio doet anamnese en onderzoek stelt samen met orthopeed
een diagnose + behandelplan bespreken met de patiënt. De patiënt hoeft niet te worden
doorverwezen, de wachttijd voor een consult met de orthopeed daalt.
De laatste jaren zijn er nieuwe functies ontstaan door taakherschikking, functiedifferentiatie en
specialisatie. Een voorbeeld van de taakherschikking is de introductie van de verpleegkundig
specialist en de physician assistant. Een andere manier om een nieuwe functie te creëren, is het
verschuiven van taken binnen een beroepsgroep.
Eind 2011 stemde de eerste kamer in met een voorstel om verpleegkundig specialisten en PA’ers een
zelfstandige bevoegdheid te geven, mogen binnen hun deskundigheidsgebied voorbehouden
handelingen indiceren en uitvoeren.
, Een nieuwe ontwikkeling is de organisatie van de zorg naar patiëntencategorie: groepen patiënten
met dezelfde aandoening doorlopen hetzelfde onderzoeks- en behandeltraject. In een aantal
ziekenhuizen bestaat voor sommige aandoeningen een groepsconsult of gezamenlijk medisch consult
(GMC): een kleine groep patiënten met dezelfde aandoening bezoekt samen het polikliniekspreekuur
van een medisch specialist. Hierdoor kunnen alle deelnemers luisteren naar en leren van elkaar.
Een andere manier om efficiënter te werken is het scheiden van voorspelbare zorg van de niet
voorspelbare zorg opzet Acute Opname Afdelingen (AOA).
Verdeling medisch specialisten (12.000)
6.000 academisch ziekenhuis
Ongeveer 6.000 niet academisch
Een klein deel vrijberoepsbeoefenaren (vormen vaak een maatschap met meerdere
collega’s)
Ziekenhuizen zorgen ervoor dat de specialisten goed hun werk kunnen doen. De specialisten bepalen
zelf wanneer dit goed is en wat hun werkt inhoudt). Dit kan zorgen voor conflicten met het
management.
Door snelle verandering is het moeilijk om een organisatiestructuur te ontwikkelen die past bij
medische ondernemers en het ziekenhuis.
Ziekenhuizen zijn bezig om onderdelen van planbare zorg onder te brengen in zelfstandige
behandelcentra, vaak in samenwerking met eigen specialisten. Ziekenhuizen maken zo winst. Kan
ook in privéklinieken door specialisten.
De meeste specialistische zorg door medisch en verpleegkundig specialisten wordt al op poliklinieken
en in dagbehandeling gegeven. Het valt te verwachten dat deze specialistische zorg in de toekomst
deels buiten de ziekenhuismuren en dichter bij de patiënt wordt uitgevoerd, bijv. in
huisartspraktijken of gezondheidscentra.
Stadspoli: Huisarts verwijst hierna voor 1 á 2 consulten waarbij weinig zkh-apperatuur nodig is.
Grootste deel hoeft niet doorverwezen te worden naar zkh.
Meekijkconsult: Consult met huisarts + specialist.
10.5 Samenwerking met beroepsbeoefenaren buiten het ziekenhuis
Medisch specialisten werken samen met de eerste lijn en andere instellingen. Zo nodig over een
gezamenlijke patiënt, maar meestal in de vorm van gezamenlijke casusbesprekingen,
farmacotherapeutisch overleg, nascholing en spreekuren. Het landelijk EPD maakt zo’n overleg en
overdracht gemakkelijker.
Transfervleegkundigen en vpk specialisten plannen en begeleiden de zorg thuis en hebben contact
met de eerstelijns zorg en zorginstellingen. Soms werken ziekenhuis samen met de thuiszorg,
verpleeghuizen, gemeenten, andere ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, onderwijs,
paramedici en artsen.
10.6 Ketenzorg en zorgnetwerken
Ook in de ketenzorg hebben ziekenhuizen een aandeel, bijv. in de CVA-ketenzorg of ketenzorg bij
een hartinfarct. In een zorgketen bestaan per regio afspraken over wie wat waar doet en binnen