Nederlands BT3
Nederlands
1. Aanvankelijk en technisch lezen Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
2. NT2 in het basisonderwijs Hoofdstuk 5
Aanvankelijk en technisch lezen
Niveaus van informatieverwerking:
1. Visueel niveau: speciale kenmerken van letters en woorden, zoals lettervormen (hoe ziet de
letter eruit) en de frequentie (hoe vaak wordt het gebruikt). Dit niveau gebruiken kinderen
bij het aanvankelijk lezen.
2. Morfologisch niveau: opbouw van een woord, zoals herkennen van voor- en achtervoegsels.
3. Semantisch niveau: betekenis, de interpretatie van een woord
4. Syntactisch niveau: relatie tussen woorden, lettergrepen en zinnen. De volgorde en
verwijswoorden in een zin zijn belangrijk voor de betekenis.
Modellen over lezen
- Bottom-up model: tekst woord voor woord lezen
herkenning van letters > opbouw van woorden > betekenis van de zin
- Top-down model: voorspellen, selecteren en toetsen
Globaal kijken> geen correcte analyse van het leesproces
- Interactiemodel: afwisseling voorspellend en woord voor woord
- Fonologisch coherentiemodel: uitwisseling foneemknopen (spraakklanken), letterknopen
(kennis van letters) en semantische knopen (betekenis)
Verschillende lezers:
- Spellende lezers: relatie tussen foneemknopen en letterknopen is niet sterk. Ze hebben
grote moeite met het direct herkennen van woorden
- Radende lezers: van letterknopen een directe verbinding met semantische knopen. Ze
denken een woord op grond van bepaalde visuele informatie te herkennen.
- Geoefende lezers: gebruikt fonologische route: letters > klankkoppeling > betekenis
Leesstrategieën: een ervaren lezer is instaat de stragieen flexibel te gebruiken.
- De elementaire leeshandeling - visueel niveau: letter voor letter lezen,
Links naar recht koppelen van fonemen aan grafemen > auditieve synthese (klanken
samenvoegen tot een woord) > betekenis geven
Wordt aangeleerd met de elementaire spellinghandeling: gesproken woord > auditieve
analyse (woord splitsen in klanken) > volgorde fonemen onthouden > koppeling
foneem/grafeem > geschreven woord.
- Lezen met behulp van clusters en spellingspatronen – visueel niveau:
, Herkenning van lettercombinaties, /z/,/eep/,/zeep. Een cluster is een combinatie van
medeklinkers en een spellingspatroon is een combinatie van klinkers en medeklinkers. Je
kunt er niet klankzuivere woorden mee ontcijferen en wordt ook wel indirecte
woordherkenning via visuele synthese genoemd. Een oefenvorm zijn de wisselrijtjes.
- Lezen met behulp van visuele woordvorm-visueel niveau: directe woordherkenning
Het herkennen van woord op grond van visuele eigenaardigheden, door woorden aan te
bieden zonder aandacht te besteden aan alle letters van het woord.
- Lezen met behulp van morfologische analyse – morfologisch niveau:
Gebruik van clusters en spellingspatronen en kennis van een morfeem.
Veel meerlettergrepige woorden zijn opgebouwd uit twee of meer morfemen die een eigen
betekenis hebben. Een morfeem is een letter of combinatie van letters die een betekenis,
sommigen kunnen zelfs als los woord voorkomen. Als een kind het woord gek-noei leest is
het niet goed morfologisch geanalyseerd, hij heeft het voorvoegsel ge- niet herkent.
- Lezen met behulp van de context – semantisch en syntactisch niveau:
Gebruik van de kennis van de syntactische structuur van een zin(volgorde van woorden en
grammaticaregels). Kinderen passen dit toe als het lezen geautomatiseerd is, ze gaan er
sneller door lezen. Maar ze gaan er gemakkelijk door raden.
Auditieve vaardigheden:
- Auditieve objectivatie: Letten op de klank en niet op de betekenis. Voor lezen is het
noodzakelijk dat een kind in een woord verschillende klanken herkent. Hulp: rijmen.
- Auditieve discriminatie: verschillen of overeenkomsten tussen klanken of woorden kunnen
vaststellen. Woorden als /bak/ en /pak/ van elkaar onderscheiden.
- Auditieve analyse: Een woord in klanken splitsen (hakken).
- Auditieve synthese: Losse klanken(fonemen) samenvoegen tot een woord (plakken).
- Temporeel ordenen: De volgorde van klanken(fonemen) onthouden.
- Klankpositie bepalen: Aangeven waar je een klank in een woord hoor, bijv. Wat hoor je
vooraan in /vuur/?
Visuele vaardigheden:
- Visuele discriminatie: Verschillen en overeenkomsten tussen letters of woorden. De richting
en de positie is hierbij belangrijk, bijv. d en de b (richting-vormcontrast).
- Visuele analyse: Letters (grafemen) in een woord herkennen en splitsen.
- Visuele synthese: Losse letters (grafemen) samenvoegen tot een woord.
- Spatieel ordenen: Volgorde van letters onthouden.
- Letterpositie bepalen: Aangeven wat de plaats van een letter in een woord is.
Taalvaardigheden:
- Kennis van begrippen: instructiebegrippen (klank, letter, zin, enz.) en relatiewoorden
(vooraan, links) kennen
Voordrachtaspecten van het lezen:
- Uitspraak en articulatie: duidelijk verstaanbaar en correct uitspreken van woorden.
- Klemtoon: woord- en zinsaccenten
- Zinsmelodie: verloop van toonhoogte in een zin
- Natuurlijkheid en emotie: emotie, inleven in personages
- Tempo: afwisseling, AVI-toetsen (leessnelheid)
- Volume: afwisseling hard/zacht
- Lezen van woordgroepen: een lezen maakt gebruik van monieme pauzes, meestal op de
grens van woordgroepen. Dit noemen we ook wel frasering.
Model voor technisch lezen
, Een geschreven tekst bevat verschillende informatieniveaus, bij het decoderen van de tekst kan
een lezer verschillende leesstrategieën toepassen. Als een tekst hardop wordt uitgesproken moet
de lezer rekening houden met voordracht aspecten.
Geschreven tekst > Leesproces > Gesproken tekst>
Informatieniveaus leesstrategieën Voordrachtaspecten:
1. Visuele niveau - Elementaire leeshandeling (1) - Uitspraak en articulatie
2. Morfologische niveau - Lezen met clusters en - Klemtoon
3. Semantische niveau spellingspatronen (1) - Zinsmelodie
4. Syntactische niveau - Lezen met behulp van de - Natuurlijkheid en emotie
visuele woordvorm (1) - Tempo
- Lezen met behulp van - Volume
morfologische analyse (2) - lezen van woordgroepen
- lezen met behulp van de
context. (3&4)
Doelstellingen en leerstofordening
De kerndoelen voor lezen hebben alleen betrekking op het begrijpend lezen en studerend lezen.
Het technisch lezen is wel een voorwaarde voor het begrijpend lezen
- Tussendoelen beginnende geletterdheid > aanvankelijk, technisch en begrijpend lezen
Bij aanvankelijk lezen moeten kinderen 36 grafemen kennen en mkm-woorden te
herkennen. Ze kunnen AVI- niveau 1 vlot lezen, met behulp van elementaire leeshandeling.
- Tussendoelen gevorderde geletterdheid > alle lees- schrijfactiviteiten na groep 3
Het gaat om lezen, stellen, spellen, taalbeschouwing en woordenschat. De beheersing van
technisch lezen wordt uitgedrukt in het AVI-niveau dat kinderen per groep moeten bereiken.
Doelstellingen voor het voorgezet technisch lezen: De leerlingen gebruiken verschillende
technieken om woorden snel en nauwkeurig te herkennen en tekst goed voor te lezen.
Leerstofordening bij aanvankelijk lezen
Kinderen gaan ontdekken in groep 3 het alfabetisch systeem, waarin elk foneem gekoppeld is aan
een grafeem. Bij aanvankelijk lezen gaat het om het de klanktekenkoppeling te kennen,
verschillende deelvaardigheden van het lezen te beheersen en in staat te zijn om klankzuivere
woorden te decoderen. De volgende criteria zijn voor de ordening van leerinhouden van het aan
aanvankelijk lezen:
- De klankzuiverheid van woorden: een foneem wordt weergegeven door een normaal
grafeem. Klankzuivere woorden bieden de kinderen optimaal de kans om de koppeling
tussen klank en teken te ontdekken.
- Structuur van woorden: aanvankelijk lezen = mkm-woorden (medeklinker, klinker,
medeklinker) > mmkm-woorden > mkmm-woorden > voorgezet technisch lezen = woorden
met drie medeklinkers > meerlettergrepige woorden
- Het aantal letters van een grafeem: tweetekenklanken (ie,ng) wordt gespreid over de
leerstof, lastig zijn vooral de aai en eeuw. Dit zijn klankcombinaties die altijd door dezelfde
letters wordt weeggegeven. Deze komen aan bod als kinderen alle 36 grafemen kennen.
- De auditieve en visuele verschillen: de p, b, en d hebben dezelfde vorm, het is handig om
grafemen die visueel veel op elkaar lijken, niet te snel achter elkaar aan te bieden.
- Betekenis van een woord: bekende woorden lezen kinderen gemakkelijk, volgende stap is
minder bekende woorden te oefen. Het begrijpen van de betekenis is voor kinderen een
controlemiddel om na te gaan of ze een woord goed gelezen hebben.
Leerstofordening bij voorgezet technisch lezen
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de AVI-niveaus, deze wordt op twee manieren gebruikt. Het
geeft aan welk niveau van technische leesvaardigheid een kind bezit en duidt de
moeilijkheidsgraaf van een tekst aan. Voor het bepalen van de moeilijkheid van de tekst hanteert
men de volgende criteria: