Dit is een overzichtelijke samenvatting met alle belangrijke stof uit het boek. Alles is puntsgewijs genoteerd voor extra duidelijkheid. Ook zijn alle begrippen verwerkt in de samenvatting.
Succes met leren!
Landschapsfactoren:
De vier sferen (litho, hydro, atmo en bio) vormen de basis voor het ontstaan
van verschillende landschapsvormen.
Om het ontstaan en de ontwikkeling van zulke ecosystemen(landschapszones)
te begrijpen, heb je een gedetailleerd systeem nodig en hierbij gebruik je
geofactoren.
- De geofactoren zijn: gesteente en reliëf (ook wel substraat), klimaat en lucht,
bodem, water, flora, fauna, mens en tijd. (zij vormen deze landschapszones)
- Deze geofactoren beïnvloeden elkaar en dit systeem verandert voortdurend,
maar blijft in evenwicht.
De bodem bestaat uit dat deel van de grond waaruit planten het grootste deel
van hun voedingsstoffen halen.
- Onder invloed van de groeifactoren tijd, klimaat, vegetatie, bodemleven en
aard van het moedermateriaal kunnen zich verschillende horizonten vormen in
de bodem.
Landschapszones:
De geofactoren vormen gedurende korte of langere tijd verschillende
landschapszones.
Tropische zone:
Bevindt zich tussen de keerkringen en heeft een warm klimaat.
De temperaturen komen nooit onder 18 graden en er valt het hele jaar veel
neerslag (soms één droge periode).
- Door de hoge temperaturen dichtbegroeide oerwouden. Bij het
moessonklimaat met één droge periode zijn er savannen.
De bodem in deze zone heet latosol.
- Door de hoge temperaturen en vocht zijn er veel schimmels en bacteriën →
dood plantenmateriaal snel omgezet in mineralen → mineralen opgenomen
door wortels → er is niet veel humus (wat er nog is wordt weggespoelt)
- Door de neerslag worden zouten weggespoelt. Er zijn geen humuszuren →
ijzer- en aluminiumoxiden lossen niet op en hopen zich op → oranje grond
(niet heel vruchtbaar.
Subtropische zone:
Hier is het wat koeler. Acht maanden per jaar boven 10 graden. En neerslag
hele jaar of er is een droog seizoen.
Hier zijn loofwouden die goed tegen vocht kunnen en bij het middellandse
zeeklimaat planten die goed tegen warmte kunnen.
, De bodems hebben minder uitspoeling dan de tropische bodems en zijn
roodgeel van kleur. → Iets vruchtbaarder dan latosols.
Gematigde zone:
De temperatuur heeft onder invloed van de zee een gematigde invloed. Maar
het is ook mogelijk dat er een erg groot verschil is tussen zomer en winter.
Minstens vier maanden per jaar is het warmer dan 10 graden.
- In de iets warmere gebieden zijn er loofwouden. In de gebieden met strenge
winters gemengde wouden (loof- en naaldbomen)
De bodems hebben verschillende horizonten. De bladeren van de loofwouden
zorgen voor een redelijke humuslaag en is dus vruchtbaar.
Boreale zone:
= De overgang tussen de gematigde zone en de koude gebieden.
Slechts enkele maanden warmer dan 10 graden, winters zeer streng, niet heel
veel neerslag en uitgestrekte dennenbossen (taiga’s)
- Lage temperatuur → weinig verdamping.
Podzolbodems: de humuslaag is zuur door de dennenbossen. De neerslag is
groter dan de verdamping → uitspoeling van zouten en mineralen →
askleurige laag.
- Dieper wordt dit uitgespoelde materiaal samengebracht → inspoelingslaag.
Hierna ligt het moedermateriaal (= hier zand)
Polaire zone:
Temperatuur komt nooit boven 10 graden en te koud voor bomen.
In de winter kan temperatuur dalen tot -45 en neerslag in vorm van sneeuw.
- In de gematigde gebieden vindt je toendra’s en in de koude ijskappen.
De bodems zijn toendrabodems. de grond is groot deel van het jaar bevroren
→ hier zijn weinig horizonten.
(semi)aride zone:
Hier kijk je niet naar temperatuur, maar naar neerslag (liggen dwars door
tropische, subtropische en gematigde landschapszones).
De breedteligging, aflandige winden of ligging in de regenschaduw van bergen
zorgen voor weinig neerslag.
Op steppen zijn veel gras → ontstaat humusrijke laag → in gebieden met lang
gras met lange wortels kan een zwarte bodem ontstaan → zeer vruchtbaar
De woestijnbodem bevat weinig humus. Door de kracht van de zon kan water
omhoog komen uit de boden en opgeloste zouten meenemen → er ontstaat
een zoute korst op de bodem.
3.2 Boeren en hun cultuurlandschappen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aardrijkskundehulp101. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.