100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktisch Fiscaalrecht , ISBN: 9789001593261 Praktisch Fiscaalrecht/Belastingrecht €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktisch Fiscaalrecht , ISBN: 9789001593261 Praktisch Fiscaalrecht/Belastingrecht

 39 keer bekeken  3 keer verkocht

Alles wat je moet weten voor het tentamen belastingrecht. Met deze samenvatting heb ik een 8,5 gehaald voor het tentamen.

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • Nee
  • H1, h2 , h3 met uitzondering van par. 3.3.2 en 3.3.3, h4 met uitzondering van par. 4.2.3, h5 met uit
  • 13 april 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
mahvantilborg
Hoofdstuk 1: Belastingrecht in Nederland

1.1 Waarom belastingen

Iedereen in Nederland maakt gebruik van voorzieningen waar de overheid voor zorgt of waar de
overheid voor betaalt. De overheid moet het geld daarvoor wel ergens vandaan halen en daarom
betalen wij belasting. Met belastingheffing kan de overheid ook bepaald gedrag stimuleren of juist
ontmoedigen. Bijv. milieuvriendelijk gedrag stimuleren.

Profijtbeginsel -> automobilisten betalen wegenbelasting en niet-automobilisten niet. Zij hebben
immers minder profijt van de wegen.

Draagkrachtbeginsel -> de sterkste schouders kunnen de zwaarste lasten dragen. Dus hoe hoger het
inkomen, hoe meer belasting we moeten betalen.



1.2 Soorten belastingen
 Inkomstenbelasting (IB) -> belasting dat moet worden betaald over inkomsten. Is afhankelijk
van de hoogte van het inkomen. Ook persoonlijke omstandigheden zoals individuele
ziektekosten spelen een rol.
 Vennootschapsbelasting (VBP) -> wordt betaald over de winst van rechtspersonen.
 Loonbelasting (LB) -> loonbelasting wordt berekend over het loon van een werknemer.
 Omzetbelasting (OB) -> omzetbelasting wordt geheven over de levering van goederen en
diensten door ondernemers.
 Dividendbelasting (Div) -> betalen we over de winstuitkering op aandelen, ofwel over
dividend.
 Erfbelasting -> moet worden betaald over een erfenis.
 Schenkbelasting -> betalen we als we een schenking krijgen.
 Kansspelbelasting -> betalen we over gewonnen prijzen.
 Overdrachtsbelasting (OVB) -> betalen we bij de verkrijging van een onroerend goed.
 Motorrijtuigenbelasting -> wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
 Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) -> betalen we bij registratie van een
auto of motorrijwiel.
 Accijnzen -> wordt geheven op bijv. alcohol en tabaksproducten.
 Milieuheffingen/ belastingen op milieugrondslag -> belasting op leidingwater, kolenbelasting
en energiebelasting zijn milieuheffingen.
 Provinciale en gemeentelijke belastingen -> gemeentelijke belastingen zijn bijv. de
onroerende zaakbelasting en de hondenbelasting. De provincie kent enkele milieuheffingen.
De waterschappen heffen met name verontreinigingsheffingen.



1.3 Vindplaatsen

Materiële belastingwetgeving -> hier kunnen we vinden wat we willen weten waarover we belasting
moeten betalen en hoeveel.

Formele belastingwetgeving -> hierin wordt geregeld de wijze waarop de belasting uiteindelijk bij de
overheid moet komen, wat wij als burger kunnen en moeten doen en wat de overheid kan en moet
doen.

,Een uitvoeringsregeling of -beschikking en een uitvoeringsbesluit wordt gemaakt door de minister
van financiën. Bij het vormen van een uitvoeringsbesluit zijn de ministerraad en de Raad van State
partij. Bij een uitvoeringsregeling is dat niet het geval. Het belastingrecht verandert snel waardoor
aanpassingen middels deze regelingen en besluiten een veelvuldig gebruikt instrument. Met het
Algemene maatregel van bestuur wordt het uitvoeringsbesluit bedoeld. Met een ministeriële
regeling wordt een uitvoeringsregeling bedoeld.

Bij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gaat het in feite om gedragsregels. De overheid
moet zich als een behoorlijk bestuur gedragen. Deze beginselen zijn niet in de wet opgenomen, maar
ongeschreven recht.

Vertrouwensbeginsel -> gaat uit van het vertrouwen dat de belastingplicht mag ontlenen aan
gedragingen van de overheid

Gelijkheidsbeginsel -> gaat uit van de gelijke behandeling van gelijke gevallen. Bijv. wanneer aan 49
ondernemers dezelfde investering wordt verleend en aan één ondernemer niet, dan kan deze zich
beroepen op het gelijkheidsbeginsel.

Soms moet er extra uitleg worden gegeven aan een wetsartikel omdat deze niet helemaal duidelijk
is. Het wetsartikel kan tot gevolgen leiden die in die situatie niet bedoeld waren. Via een besluit
(resolutie) geeft de staatssecretaris aan hoe bij een bepaalde situatie het wetsartikel moet worden
uitgelegd. De Belastingdienst moet deze resoluties volgen. Hetzelfde geldt voor vraag-en-
antwoordbesluiten. Mocht de belastingplichtige het niet eens zijn met de uitleg in een resolutie of in
een vraag-en-antwoordbesluit, dan zal dit altijd tot een behandeling bij de rechter leiden. De
medewerkers van de Belastingdienst moeten immers het besluit volgen.

,Hoofdstuk 2: Formeel belastingrecht

2.1 Materieel en formeel belastingrecht

Materieel belastingrecht -> hierin wordt aangegeven hoe de te betalen belasting wordt bepaald. In
deze wetten wordt vermeld wie belastingplicht is, waarover belasting moet worden betaald en
hoeveel.

Formeel belastingrecht -> hierin wordt de manier waarop de aanslagen worden vastgesteld, hoe en
wanneer we aangifte moeten doen en wanneer moet worden betaald. Ook worden de verplichtingen
die wij als belastingbetaler hebben beschreven.



2.2 Woon- en vestigingsplaats, partner

In de wet IB is aangegeven dat natuurlijke personen belastingplichtig zijn voor de
inkomstenbelasting. Deze personen moeten in Nederland wonen. Ook wanneer ze niet in Nederland
wonen, maar hun inkomen wil in Nederland verdienen, zijn ze belastingplichtig voor de wet IB.
Hetzelfde geldt voor de Wet VPB. Vennootschapsbelasting wordt geheven van lichamen die in
Nederland zijn gevestigd. Ook in andere belastingwetten is van belang waar de belastingplichten
wonen of gevestigd zijn.

Als er twijfel ontstaat over de woonplaats of vestigingsplaats van een persoon wordt dit volgens art.
4 lid 1 AWR beoordeelt naar de omstandigheden.



2.3 Aangifte en aanslagen

De inspecteur kan iedereen die naar zijn mening vermoedelijk belastingplichtig is, uitnodigen tot het
doen van een aangifte. In deze aangifte vraagt de belastingdienst gegevens die van belang zijn voor
het vaststellen van de betalen belasting. Iedereen die wordt uitgenodigd aangifte te doen, moet deze
aangifte ook daadwerkelijk doen. Deze aangifte moet binnen ten minste één maand ingevuld en
ondertekend zijn teruggestuurd. De inkomstenbelasting moet steeds voor 1 mei worden gedaan. De
termijn kan op verzoek worden verlengd. De aangifte moet ook worden toegestuurd wanneer de
gevraagde gegevens niet van toepassing zijn. Bijv. wanneer iemand een bepaald jaar niet heeft
gewerkt of een onderneming een maand geen omzet heeft gemaakt. Het Burgerservicenummer (bsn)
is ook altijd vermeld op de aangifte.

Als de aangifte is gedaan, zal voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting een aanslag
volgen.

Aanslagbelastingen -> inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Uit de gegevens van de
aangifte zal blijken welk bedrag aan belasting dient te worden betaald. Dit bedrag wordt vastgelegd
in een aanslag. Dit gebeurt door het opmaken van een aanslagbiljet en wordt verstuurd naar de
belastingplichtige. Een aantal gegevens van de belastingplichtige zijn al bekend bij de Belastingdienst.
Zoals loongegevens. Dit hoeft dan alleen gecontroleerd of mogelijk gewijzigd te worden. De
inspecteur kan ook vragen stellen over de aangifte en informatie opvragen.

Ambtshalve vastgestelde aanslag -> wanneer de aangifte niet wordt gedaan kan de inspecteur toch
een aanslag opleggen. De inspecteur zal uitgaan van een redelijke schatting van het inkomen, waarbij
de al bekende gegevens worden meegenomen.

, Als de aanslag later dan drie jaren na het ontstaan van de belastingschuld is opgelegd, dan is de
aanslag te laat. We zullen dan geen aanslag ontvangen. De belastingschuld ontstaat na afloop van het
einde van een tijdvak waarover de belasting wordt geheven. De inkomstenbelasting 2019 wordt
geheven over het tijdvak 2019, dus ontstaat de belastingschuld op 31 december 2019 middernacht.
De aanslag zal dan uiterlijk drie jaar later, dus uiterlijk 31 december 2022 moeten zijn opgelegd. De
termijn van drie jaar wordt verlengd als uitstel is gegeven voor het indienen van de aangifte. De
verlenging is gelijk aan het aantal maanden dat uitstel is verleend.

Voorlopige aanslag -> wordt vrijwel altijd binnen enkele weken na het indienen van de aangifte
inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De betaling kan dan sneller plaatsvinden. Er wordt bij
een voorlopige aanslag niet gekeken naar de juistheid van de aangifte. Dit gebeurt later en er moet
dus ook altijd een definitieve aanslag volgen. De definitieve aanslag eindigt altijd op een 6. Het kan
dus zijn dat er wat moet worden bijbetaald. Een reden voor het aanvragen van een voorlopige
aanslag is de belastingrente. Hoe later we betalen, hoe hoger deze rente wordt.

Navorderingsaanslag -> kan alleen worden opgelegd als er al een definitieve aanslag is vastgesteld.
Een navorderingsaanslag kan worden opgelegd als achteraf blijkt dat de aangifte toch niet geheel
juist was. De navorderingsaanslag eindigt op een 7. Er zijn een aantal voorwaarden voor de
navorderingsaanslag:

Voorwaarde van het nieuwe feit -> er moet sprake zijn van een feit dat de inspecteur niet bekend
was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. Is er geen sprake van een nieuw feit dan kan niet
worden nagevorderd.

Te kwader trouw -> als de belastingplichtige te kwader trouw is kun er toch een navorderingsaanslag
volgen. De belastingplichtige moet hebben geweten dat hij te weinig belasting betaalde. Er zal dus
een vorm van opzet aanwezig moeten zijn.

De inspecteur heeft een onderzoeksplicht als hij vermoedt dat de aangifte onjuist is. In eerste
instantie mag hij uitgaan van de juistheid van de gegevens in de aangifte.

Er zijn een aantal situaties waarin altijd kan worden nagevorderd onafhankelijk van wel of geen
nieuw feit en wel of geen kwade trouw. Deze situaties zijn:

 Een onjuiste verrekening van onder andere een voorheffing of voorlopige aanslag. Een
voorheffing is bijvoorbeeld de loonbelasting/ loonheffing.
 Een aanpassing in de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke inkomsten van partners.
 Onjuist of niet vaststellen van de aanslag door een redelijkerwijs kenbare fout. Er is sprake
van een kenbare fout als de aanslag ten minste 30% te laag is.

De navorderingsaanslag moet binnen vijf jaar na het einde van het tijdvak worden opgelegd. Indien
uitstel is verleend, kan deze termijn met het verleende uitstel worden verhoogd. Een termijn van
twee jaar geldt bij herstel van een kenbare fout.

Als hoofdregel geldt dat de belastingplichtige moet bewijzen of aantonen dat kosten zijn gemaakt.

Conserverende aanslag -> een aanslag die wordt opgelegd maar nog niet betaald hoeft te worden.
Deze zien we soms bij personen die Nederland verlaten ofwel emigreren.

Een aanslag kan ook negatief zijn. Er is dan sprake van een belastingteruggave door de
Belastingdienst. Geeft de aanslag een te betalen bedrag, dan zal deze moeten worden betaald
binnen een bepaalde termijn. De termijn wordt vastgesteld door de inspecteur en op het

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mahvantilborg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen