Ontwikkelingsland Brazilië hoofdstuk 1 – Natuurlijk Brazilië
Paragraaf 1.1 – Ontdek Brazilië
Kennismaking met Brazilië
Tijdens de ontdekkingsreizen waren de beelden van Brazilië anders dan nu;
Beelden 16e eeuw: groot, warm, bergen, bossen, eenvoudige bewoners.
Positieve beelden nu: Amazoneregenwoud, Amazone (rivier), zandstranden, warm
klimaat, groot, voetbal, Rio de Janeiro, opkomend land.
Negatieve beelden nu: houtkap oerwoud, armoede in sloppenwijken, criminaliteit.
Het ontstaan van beelden
Beelden van plaatsen ontstaan door informatie, bijvoorbeeld door tv of eigen
ervaringen. Al deze informatie zorgt voor een persoonlijk beeld van een plaats in je
hoofd, dit noem je perceptie.
Beelden zijn maar beelden
Bij het vormen moet je met 3 beperkingen rekening houden:
1. Informatie van bronnen is meestal onvolledig
2. Informatie kan onjuist zijn
3. Vaak worden stereotiepe beelden verspreid
Het geografische beeld
Om een goede indruk van het land en zijn bewoners te krijgen, helpt het om een
geografisch beeld te maken. Je kijkt dan naar kenmerken als; ligging,
landschappelijke kenmerken, bevolkingskenmerken en interne en externe relaties.
Schaalniveaus:
Dimensies:
Mondiaal: de wereld
Demografische:
Continentaal: werelddeel bevolkingskenmerken
Nationaal: landelijk (geboorte, migratie etc.)
Regionaal: provincie, streek of Economische: inkomen,
landsdeel werkgelegenheid etc.
Lokaal: plaatselijk Fysische: natuurlijke
omgeving (klimaat, delfstoffen,
Fluviaal: stroomgebied van planten, reliëf etc.)
een rivier
Sociaal-culturele: taal, religie,
gewoonten etc.
Politieke: politieke invloed van
overheden, verdeling macht in
gebied etc.
, Systeem aarde
Opbouw van de aarde
De aarde is opgebouwd uit de kern, de mantel en de korst.
Lithosfeer: de korst en het vaste gedeelte van de buitenmantel.
Asthenosfeer: het taal vloeibare deel van de buitenmantel
- De continentale korst is dikker maar wel lichter en bestaat vooral uit graniet.
De oceanische korst is dunner maar wel zwaarder en bestaat vooral uit
basalt.
De plaatbewegingen
Platen kunnen 3 verschillende bewegingen ten opzichte van elkaar maken:
Divergent: van elkaar af
Convergent: naar elkaar toe
Transform: langs elkaar
Exogene processen
Verwering: het ter plekke verbrokkelen van gesteente.
Erosie: de uitschurende werking van met puin beladen water, ijs of wind.
Sedimentatie: het neerleggen (afzetten) van dat verweringsmateriaal.
Verwering
Verwering is het uiteenvallen van hard gesteende onder invloed van het weer en
planten, het materiaal blijft ter plekke liggen.
Er zijn 3 soorten verwering:
1. Mechanische verwering (fysische verwering)
2. Chemische verwering
3. Organogene verwering (biologische verwering)
Gesteenten
Stollingsgesteenten worden gevorm door de afkoeling magma, zij vormen
ongeveer 95% van de aardkorst.
Bekende voorbeelden zijn graniet (vormt groot deel continentale korst) en basalt.
Sedimentgesteenten ontstaan door het afzetten van materiaal dat wordt
aangevoerd door lucht, water of ijs.
Het aardoppervlak is voor 75% bedenkt met sedimentgesteenten.
Bekende voorbeelden zijn kleisteen, zandsteen en kalksteen.
Metamorfe gesteenten worden gevormd doordat stollings- en sedimentgesteenten
onder invloed van druk en/of hoge temperatuur een metamorfose ondergaan.
Bekende voorbeelden zijn marmer (was kalksteen), gneiss (was graniet of
zandsteen) of leisteen (was kleisteen.