Beweging
Aantekeningen hoorcolleges
1 – Hersenzenuwen
→ innervatie hoofd-, halsgebied
→ meesten (10 van de 12) ontspringen uit de hersenstam
→ 5 van de 12 zijn van belang voor de innervatie van de mondholte
Centraal zenuwstelsel
→ hersenen
→ ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel
→ ruggenmergzenuwen (31p)
→ hersenzenuwen (12p)
Input
• somato sensorisch afferent (SA)
→ inkomende informatie van de buitenkant (bijv. de huid)
• viscero sensorisch afferent (VA)
Figuur 1: Neuron (receptieve → inkomende informatie van je inwendige organen
dendriet, effectieve axon)
Output
• somato motorisch efferent (SE)
→ aansturing dwarsgestreepte spieren
• viscero motorisch efferent (VE)
→ aansturing glad spier-/klierweefsel (organen)
Afferent → naar je hersenen toe
Efferent → van je hersenen af
,Voorbeeld input en output:
n. oculomotorius: somatomotorische efferent (SE) maar ook visceromotorische efferent (pupil) (VE)
Functies zenuwstelsel
1. Waarnemen/reageren op buitenwereld
→ somatische zenuwstelsel (willekeurig)
→ SA en SE
2. Innervatie ingewanden viscerale/hormonale functies
→ autonome (viscerale) zenuwstelsel (onwillekeurig)
→ VA en VE
3. Cognitieve, affectieve processen
→ spraak, leren/geheugen, angst, woede, plezier
Voorbeelden zenuwen:
• Somatosensibele systemen (SA) huidprikkels, gehoor, balans, visus
• Somatomotorische systemen (SE) aansturing dwarsgestreepte spieren
• Viscerosensibele systemen (VA) interosensorisch/propriosensorisch, smaak, reuk
• Visceromotorische systemen (VE) klieren, gladde spieren (bloedvaten, spijsvertering, longen, etc)
Twee delen:
• Sympathische zenuwstelsel
→ stijging hartslag en bloeddruk, bloed naar skeletspieren, hart en brein
→ ganglia (cellichamen) in de truncus sympathicus (sympathische zijstreng)
• Parasympatische zenuwstelsel
→ opslag en herstel energie, hartslag omlaag, peristaltiek omhoog
→ ganglia liggen veel dichter bij hun doelorgaan
→ hebben vaak een tegengestelde werking
Parasympatische ganglia craniaal
1. Ganglion oticum (n. glossopharyngeus IX)
2. Ganglion pterygopalatinum (n. facialis VII)
3. Ganglion submandibulare (n. facialis VII)
4. Ganglion ciliare (n. oculomotorius III)
, 12 hersenzenuwen
I. N. Olfactoricus
→ viscerosensibele zenuw: reuk
→ craniale foramen: lamina cribosa van os ethmoidale
→ centrale uitlopers reukepitheel in neusholte
II. N. Opticus
→ viscerosensibele zenuw: visus
→ craniale foramen: canalis opticus
→ eindigt na de kruising in de chiasma opticus
→ informatie uit het linker gezichtsveld komt uit in de rechter-retina en de rechter primaire
visuele cortex (opslag en projectie)
III. N. Oculomotorius
→ somato- en visceromotorische zenuw:
→ oogbewegingen, openen ooglid, pupilreflex
→ craniale foramen: fissura orbitalis superior
IV. N. Trochlearis
→ somatomotorische zenuw: oogbewegingen
→ m. oblicus superior
→ craniale foramen: fissura orbitalis superior
V. N. Trigeminus
1. N. Opthalmicus
→ somatosensibele zenuw:
→ sensibiliteit bovenste deel van gelaat en sinussen
→ craniale foramen: fissura orbitalis superior
→ n. frontalis, n. lacrimalis, n. nasociliaris
2. N. Maxillaris
→ somatosensibele zenuw:
→ sensibiliteit middelste deel van gelaat
→ craniale foramen: foramen rotundum
→ in fossa pterygopalatina
→ n. zygomaticus, n. infraorbitalis, n. alveolaris superior
→ n. alveolaris superior posteriores, -medius en -anteriores
3. N. Mandibularis
→ somatosensibele en -motorische zenuw
- Sensorisch/portio major:
onderste deel van gelaat, onderkaak, voorste 2/3 deel tong
→ n. alveolaris inferior (foramen mandibulae), n. lingualis, n.
buccalis, n. auriculotemporalis
• Motorisch/portio minor:
kauwspieren en m. mylohyoideus, m. digastrictus en de mm.
tensor tympani en tensor veli palatini
→ craniale foramen: foramen ovale
Innervatie kauwspieren n. Mandibularis
• nn. temporales profundi m. temporalis
, VI. N. Abducens
→ somatomotorische zenuw: oogbewegingen
→ m. rectus lateralis
→ craniale foramen: fissura orbitalis superior
VII. N. Facialis
→ somato- en visceromotorische en viscerosensibele zenuw
• Sensorisch: smaak eerste 2/3 deel van de tong
• Motorisch: mimiek, traan- en speekselklieren (submandibularis en sublingualis)
→ takken lopen door de gl. parotis
→ aftakkingen: n. zygomaticus, chorda tympani
→ craniale foramen: meatus acousticus internus
→ externe foramen: foramen stylomastoideum
VIII. N. Vestibulocochlearis
→ viscerosensibele zenuw (gehoor en evenwicht)
→ craniale foramen: meatus acousticus internus
→ schade leidt tot doofheid, duizeligheid en evenwichtsverlies
IX. N. Glossopharyngeus
→ somato- en viscerosensibel en somato- en visceromotorisch
• Sensorisch smaak/sensoriek achterste 1/3 deel van de tong, keel en buitenoor
• Motorisch slikken (pharynx), bloeddrukregulatie, keelreflex, glandula Parotis
→ craniale foramen: foramen jugulare
X. N. Vagus
→ somato- en viscerosensibel en somato- en visceromotorisch
• Sensorisch begin van de keelholte en smaak
• Motorisch slikken, spraak, regulatie cardiovasculaire en gastro-intestinale systemen
→ craniale foramen: foramen jugulare
XI. N. Accessorius
→ somatomotorische zenuw (slikken en hoofd-schouder-nek bewegingen)
→ m. sternocleidomastoideus, m. trapezius
→ craniale foramen: foramen jugulare
XII. N. Hypoglossus
→ somatomotorische zenuw (tongspieren,
tongbewegingen)
→ craniale foramen: canalis hypoglossi