Samenvatting van Hoofdstuk 8, 11 - uitzondering 11.3.2, 12 - uitzondering 12.6, H13 alleen 13.1-13.3 en 13.3.7 uit het boek Compendium Burgerlijk procesrecht voor het vak Burgerlijk Procesrecht.
Literatuur week 4 Bpr
Hoofdstuk 8
Veelal zijn in de rechtsverhoudingen tussen betrokken, meerdere vorderingen over en weer
aan de orde. Het is de eis van doelmatige inrichting van de civiele procedure dat in die
gevallen zoveel mogelijk dezelfde rechter gelijktijdig tot beslissingen kan komen. kan in
verschillende varianten:
1 objectieve cumulatie: eiser meer dan 1 vordering op de gedaagde denkt te hebben die die
vordering in 1 geding waan de rechter wil voorleggen
2 reconventie: naar aanleiding van de tegen hem gestelde vordering wilt de gedaagde een
tegenvordering tegen de eiser geldend maken
3 subjectieve cumulatie: meerdere eisers en/of meer gedaagden optreden, in het algemeen
omdat er een bepaald verband tussen de verschillende vorderingen bestaat – berust dan op
opportuniteit: verwachting dat samenvoeging de effectiviteit van het procederen ten goede
komt en kostendrukkend werkt
4 processuele ondeelbaarheid: eiser is niet vrij om slechts 1 partij te dagvaarden en andere
betrokkene buiten het geding te laten – rechtsverhouding in het geding vereist dat
rechterlijke beslissingen daarover gelijkluidend zijn voor 3 of meer partijen
5 vrijwaring: gedaagde, als eis wordt toegewezen, ter zake van verlies van de procedure een
verhaalsrecht op een derde menen te hebben. Met de figuur vrijwaring geeft de wet die
gedaagde de mogelijkheid het tegen hem door de eiser aanhangig gemaakte geding op
voorhand te combineren met een vordering tot verhaal tegen de derde. Bedoeling dat
rechter zoveel mogelijk gelijktijdig in beide gevallen beslist.
6 voeging of tussenkomst: derde die belang heeft om zich uit eigen beweging te mengen in
de procedure. Voeging = derde schaart zich aan zijde gedaagde of eiser en tussenkomst =
derde stelt een eigen vordering tegen eiser en/of gedaagde
Objectieve cumulatie
Eiser in 1 dagvaarding meerdere vorderingen tegen de gedaagde instelt. Komt ook voor bij
primaire – subsidiair. Er hoeft geen innerlijke samenhang te bestaan maar dit zal wel vaak
het geval zijn.
Tegenvordering van de gedaagde (reconventie)
Gedaagde kan een vordering tegen de eiser instellen op 2 manieren: afzonderlijke procedure
instellen of de tegenvordering in het geding brengen door deze bij conclusie van antwoord in
te stellen. De gestelde tegeneis = de eis in reconventie. En de eerder gestelde eis van de
eiser heet dan conventie. Reconventionele vorderingen 136-138 Rv. Een eis in reconventie
tegen een medegedaagde kan niet tenzij er sprake is van processuele ondeelbaarheid.
Instellen van vordering in reconventie heeft aantal voordelen boven een afzonderlijke
dagvaarding met hetzelfde oogmerk:
1 besparing van kosten en griffierecht
2 niet de gebruikelijke regels gelden van relatieve competentie, daardoor wordt vordering
en tegenvordering door dezelfde rechter berecht
3 als conventie en reconventie samenhangen kan de bewijslevering in het ene geding
betekenis hebben voor de beslissing hebben in het andere
4 gewoonlijk beslist rechter over conventie en reconventie gelijktijdig.
Voorwaardelijk instellen van reconventie eis komt vaak voor – vaak willen ze alleen
beoordeeld zien indien conventie eis slaagt.
, In aantal gevallen is het gedaagde niet toegestaan in reconventie een vordering in te stellen
of zal hij daarmee niet het beoogde effect bereiken doordat de zaken niet gezamenlijk
worden behandeld. De vordering moet worden ingesteld tegen de eiser; onder
omstandigheden kan herstel via 118 Rv mogelijk zijn indien eiser VOF is en reconventie de
vennoten daarvan betreft, kunnen dan alsnog worden opgeroepen.
Niet-ontvankelijkheid is de eis van reconventie:
1 rechter geen rechtsmacht heeft ten aanzien van de reconventie heeft en reconventie
onvoldoende samenhang heeft met conventie (7 lid 2 Rv).
2 eis in conventie door de eiser in hoedanigheid van formele procespartij werd ingesteld en
de reconventie de eiser persoonlijk zou betreffen, en omgekeerd (136 Rv)
3 hetzij voor in conventie, hetzij voor de in reconventie aanhangig te maken zaak door de
wet een andere procesgang is voorgeschreven dan die van de dagvaardingsprocedure met
verplichte procesvertegenwoordiging of de procedure anderszins niet leent voor een
tegeneis
Geen gezamenlijke behandeling zal ingevolge art. 138 lid 2 Rv plaats hebben:
4 rechter de reconventie in verband met verschil in afdelingscompetentie met toepassing
van 71 Rv verwijst, of zich ter zake absoluut onbevoegd verklaart. Reconventie en conventie
worden dan gesplitst.
5 tegeneis onder de regeling van de verzoekschriftprocedure valt – zaken zullen worden
gesplitst waarna de rechter toepassing kan geven aan 69 Rv.
Gedaagde kan reconventionele vordering alleen bij conclusie van antwoord instellen – 137
Rv – in later stadium niet meer mogelijk. In verzet kan wel een tegeneis worden
geformuleerd. substantiëringseis (111 lid 3 Rv) geldt op grond van 137 Rv ook voor de
reconventionele vordering. Na conclusie van antwoord in conventie, dan tevens de eis in
reconventie, zal de rechter beslissen of hij een mondelinge behandeling gelast. Is dat niet
het geval dan zal eiser bij repliek ook antwoorden op de reconventie. Gedaagde neemt
vervolgens zijn conclusie van dupliek in conventie, wat dan ook de repliek in reconventie is
en de eiser eindigt met zijn dupliek in reconventie = gelijktijdige behandeling conventie en
reconventie. De rechter kan echter reconventie en conventie alsnog splitsen (138 Rv)
wanneer hij van oordeel is dat een beide eerder afgedaan kan worden.
Subjectieve cumulatie
Meer gedaagden worden opgeroepen is aangewezen als tussen de vorderingen die tegen die
gedaagden worden ingesteld een zodanige samenhang bestaat dat redenen van
doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. Die samenhang kan ook een
uitbreiding van de internationale rechtsmacht dan wel van relatieve bevoegdheid
bewerkstelligen. De relatieve bevoegdheid – in de zin dat er, vanwege de verschillende
woonplaatsen van de gedaagden, meer relatief competente rechters zijn – de eiser vrij is een
keuze te maken (7 jo. 107 Rv). Alleen bij voldoende samenhang is er goede grond voor de
inbreuk op de normale regels van de rechtsmacht en de relatieve competentie en voor de
complicaties die voor de gedaagde ontstaan doordat hij samen met anderen aan het geding
moeten deelnemen.
Processuele ondeelbaarheid en overige gedwongen deelname van ‘derden’ aan het geding
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Doju. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.