Britse rijk 1585 – 1900
1. Groot – Brittanie koloniseert, oorzaken:
Oorlog met spanje, uitvalbasis
Door godsdienstoorlogen vluchten protestantse Europeanen naar Amerika
Opzoek naar betere omstandigheden, arm en werkloos
Fransen en Spanjaarden stichten ook kolonies in Amerika. De gevolgen van de kolonisatie
was de Pilgrim Fathers (= calvinistische protestanten naar Leiden door felle vervolging door
Jacobs | 1620 mayflower) de King Philip’s war 1675 – 1678 (= door toename kolonisten
gingen Engelse eisen stellen aan Indianen => slaven) de zevenjarige oorlog (= Fransen en
Britten strijden om de gebieden, gewonnen door Britten) .
2. Dramatische gevolgen oorspronkelijke bevolking
Indianen niet resistent tegen ziektes door isloring. Ontstaan Pontiac War 1763 – 1766 (=
indianen zien de oorlog als ‘gelijkspel’ en ze kunnen niet met elkaar in een land wonen,
Royal Proclamation)
3. Engelse kolonisten beginnen de onafhankelijkheidsoorlog
Oorzaken: belastingconflict, ideeën over verlichting, ‘no taxtation…’, polarisatie.
Hoge belastingen => invoering Tea Act(East India Company) => Boston Tea Party 1773
Eisen meer kracht bij zetten => trias politica, volkssoevereiniteit (onafhankelijk &
eigen staatsinrichting) en natuurrechten vd mens (niet geschonden).
Twee groepen => gematigden (oplossing zoeken wat mogelijk is), radicalen (wapen)
Polarisatie => veroorzaken of versterken conflict tussen groepen.
Onafhankelijkheidsoorlog (1775 – 1783) => kozen George als bevelhebber, schreven
verklaring ‘declaration of independence’ ; ideeen waarop ze onafhankelijkheid baseren,
beschrijving tirannieke bestuur, tot stand komen onafhankelijkheid. Kolonisten wonnen in
1783 => VS land. 1787 schreven kolonisten de Constitution:
Federale staat, buitenlandse politiek en economie
Trias politica
Natuurlijke rechten voor burgers
4. Slavernij in Brits – Amerika
Eerste slaven in 1619 naar Amerika, 17e eeuw slaven gebruikt voor beroepen, 18e en 19e
eeuw werk op katoenplantages. Na onafhankelijkheidsoorlog afschaffing in het noorden en
pas na de Burgeroorlog (1865) in het zuiden.
Slavernij in de Britse koloniën in het Caraïbisch gebied
Caraïbisch afhankelijk van voedsel van Noord – Amerika, stopzetting kon leiden tot
opstanden. Tijdens de oorlog koos het Caraïbisch gebied voor Engeland (afhankelijk handel,
, steun van Britten nodig voor slaven en ze hadden tegen de Britten weinig kans). Verbod
slavenhandel (1807) einde aan winstgevendheid van koloniën in Caraïbisch gebied.
Slavenopstanden en oorlogen met Marrons
Op Jamaica veel opstanden ( Bussa Rebellion 1816), geïnspireerd door idealen van
verlichting en het abolitionisme. Marrons waren weggelopen slaven die in kleine dorpen
leefden. Er was vaak oorlog tussen Marrons en de Britse kolonisten.
Slaven in New – Amsterdam
Slaven eigenlijk gebruikt voor verdedigingswallen en infrastructuur aan te leggen. De slaven
hadden veel rechten: leefden tussen andere bewoners, gezinnen niet uit elkaar gehaald,
toelaten tot Hervormde kerk en ze mochten hun kinderen laten dopen. Deden mee aan
strafexpeditie (land als beloning). Door vele slaven in CG goede behandeling en rechten
afgeschaft. 1674 WIC schenkt slaven de vrijheid.
Ontstaan abolitionisme
In Engeland en VS (18e eeuw). 1787 oprichting Society for the Aboltion of the Slave Trade
(William Wilberforce, Thomas Clarkson) pas succesvol in de 19e eeuw; 1807 slavenhandel
afgeschaft in England, 1833 slavernij afgeschaft in Britse kolonie, 1865 slavernij in Amerika
afgeschaft).
Kolonisatie van India (vanaf de 17e eeuw)
In 1761 versloegen de Britten de Fransen en bleven over. Kolonisatie India door east India
company (monopolie handel oosten kaap de goede hoop). Dreven handel met
mogolvorsten, steeds meer macht voor Britten.
Verdrag van Allahabad (1765)
In 1764 legers van mogolvorsten verslagen door Engelse tijdens de slag bij Buxar, einde
strijd: Britten recht om belasting heffen (onder naam vd mogolkeizer), koning beschermen.
Later EIC alle macht, na ‘De Grote Opstand’ in 1858 Britten gaan India besturen.
Verdere uitbreiding van Britse macht over India
Besturing dmv indirect bestuur. Royal Navy beschermde Britse handel op zee en Groot –
Brittannië richten leger op onderleiding van Britten. Controle werd nog beter door de komst
van stoomschepen en de macht binnen India (door spoorwegen, wegen en kanalen)
Het belang van India voor groot – Brittannië
Belastinginkomsten uit India belangrijke inkomstenbron (zamindars diende belasting
in en kochten grond op van mensen die belasting niet konden betalen
Teelt van handelsgewassen leverde veel geld op (katoenindustrie verdween, opium)
India werd belangrijk afzetgebied voor Britse industrie (producten door spoorwegen)