- Genotype= Informatie van de 2 allelen voor een eigenschap; je
noteert het genotype met 2 letters. Genotype wordt ook gebruikt als het gaat om de
informatie op je genen.
- Homozygoot= Twee gelijke allelen voor een eigenschap.
- Heterozygoot= Twee ongelijke allelen voor een eigenschap.
- Dominant= Overheersend allel van de twee allelen voor een
eigenschap; een dominant allel noteer je met een hoofdletter.
- Recessief= Allel voor een eigenschap dat onderdrukt kan worden;
een recessief allel noteer je met een kleine letter.
- Kruisingsschema= Schema waarin je snel overzicht krijgt van de mogelijke
genotype van de nakomelingen bij een kruising; zo bepaal je wat de kans is op een
bepaalde eigenschap is bij een nakomeling.
- Kruising= Als twee ouders samen nakomelingen krijgen; bij
dieren, planten en bij mensen in erfelijkheidsvraagstukken.
- Monogeen= Erfelijke eigenschap, bijvoorbeeld een aandoening, die
door een gen bepaald wordt.
- PKU= Stofwisselingsziekte waarbij een lichaam een bepaald
eiwit niet kan omzetten; hierdoor ontstaat schade aan de hersenen.
- Drager= Bij recessief overervende aandoening ben je drager
van een ziekte als je één recessief allel hebt (Aa), je bent dan niet ziek.
- Erfelijkheidsvoorlichting= Advies dat je kunt krijgen om de kans op het krijgen
van een kind met een erfelijke aandoening te bepalen.xa
- Prenataal onderzoek= Onderzoek naar het ongeboren kind in de baarmoeder.
- cyanobacteriën= Blauwalgen, de eerste organismen op aarde; ze
kunnen net als planten zuurstof produceren.
- Ozonlaag= Deel van de atmosfeer waarin veel ozon zit; ozon houdt
veel schadelijke uv-stralingen tegen.
- Verwantschapsschema= Schema waarin je de afstemming van verwanten
soorten en hun uitgestorven voorouders aangeeft.
- Gemeenschappelijke voorouder= Soort waaruit verschillende organismen zich
ontwikkeld hebben.
- Verwant= Verwanten organismen hebben veel overeenkomstigen
kenmerken, doordat ze een recente gemeenschappelijke voorouder hebben.
- Kenmerken= Eigenschappen van organismen waaraan je een soort
herkent.
- Gewervelde dieren= Dieren met een wervelkolom: vissen, amfibieën,
reptielen, vogels, zoogdieren.
- Ongewervelde dieren= Dieren zonder wervelkolom.
- Variatie in eigenschappen= Organisme van een soort hebben verschillende
kenmerken.
- DNA= Stof waarvan chromosomen zijn gemaakt; DNA bevat
de bouwbeschrijving voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme.
- Mutaties= Veranderingen van het DNA, hierdoor is er variatie
binnen een soort.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper HavoSamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.