Natuur samenvatting itslearning pagina
Thema 1: Natuur op de basisschool
https://pabo-hsleiden.anewspring.nl/content/Pabo_Fase_1_WO_Natuur/
Cito_soortenlijst_natuuronderwijs.xls
Thema 2: Organismen, rijken en evolutie
2.1 Organismen
Organismen ingedeeld in 5 rijken, maar worden onderscheiden in specifieke groepen.
(fylum is de stam, genus is het geslacht).
Biologen gebruiken over de hele wereld dezelfde Latijnse
namen.
2.2 Rijken
5 rijken:
- Bacteriën: geen celkern.
- Schimmels: voortplanten via sporen, geen bladgroen (paddenstoelen).
- Wieren en algen: wieren in zout water, algen in zoet water/muren/stoepen. Geen
hout en bastvaten, wortels en bloemen en vruchten, wel bladgroenkorrels.
- Planten: wel bladgroenkorrels, voor fotosynthese (zonlicht en CO2 → O2).
- Dieren: meercellig, O2 nodig en heterotroof (andere organisme om ze te voeden).
Virussen niet tot levend organismen, andere cellen nodig om voort te planten/groeien
niet/halen geen adem.
2.3 Plantenrijk
kort levende planten: geen houtige stengel (tulpen, gras, rozen). langlevende wel.
Soorten planten:
- Sporenplanten: maken geen vruchten aan (varen)
- Naaktzadigen: zaden niet in de vrucht, maar liggen er los in (denneappel). Hebben
bloemen zonder stamper en vruchtbeginsel, vormen geen echte vruchten.
- Bedektzadigen: zaden in een vrucht, lokker voor dieren om zaden te verspreiden
(appel).
2.4 Dierenrijk
Ongewervelde dieren hebben geen inwendig skelet en zijn:
- Geleedpotigen (wel uitwendig skelet voor bescherming): insecten, spinachtigen en
kreeftachtigen.
- Holtedieren (leven in water, zakken in elkaar op land, water = stevigheid): kwal.
- Wormen (zacht lichaam, geen poten)
- Weekdieren: mossel en slak.
- Stekelhuidigen: zeesterren
, Gewervelde groep opgedeeld in 5 soorten dmv kenmerken:
- Vissen: koudbloedig, eieren zonder schil, kieuwen, enkelvoudige bloedsomloop,
schubben.
- Amfibie: koudbloedig, eieren in water, waterdier met kieuwen → landdier
met longen.
- Reptiel: koudbloedig, eieren met leerachtige schil op land.
- Vogels: warmbloedig, eieren met kalkachtige schil, veren, vliegen en snavel
- Zoogdieren: warmbloedig, levendbarend, zogen de kinderen.
Koudbloedig: dier neemt temperatuur van buiten aan, warmbloedig: inwendige thermostaat.
Mimicry: dieren lijken op elkaar. Bijvoorbeeld: zweefvlieg lijkt op wesp.
2.5 Evolutie
Grondlegger evolutietheorie: Darwin. Wereld over gevaren en planten/dieren
verzameld. Vogels van Galapagos eilanden leken op
elkaar, toch verschil. Theorie: vinken eerst op
vasteland woonden, paar op eiland belandt, vogels
met beste snavel voor insecten overleefden en
planten voort. Op andere eiland vogels met goede
snavel voor noten etc. → verschillende snavels.
Darwin kwam achter fenomenen:
- Bijna alle soorten worden er meer nakomelingen geboren dan er ouders zijn.
- Populatie blijft ongeveer gelijk, moest een strijd zijn binnen een soort.
- Binnen soort is variatie, sommige eigenschappen worden doorgegeven (dus erfelijk).
Zijn vereisten voor evolutie. Evolutie is geen actief proces, organismen denken niet na
erover. Dieren gaan in evolutie veel op elkaar lijken.