§2 - kantelt het economisch wereldbeeld?
goederenproductie op drift
Het aandeel van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, zuid-Afrika) steeg van
10% naar 25%.Westerse multinationale ondernemingen jagen de verschuiving aan om twee
redenen:
1) Al sinds 1980 verplaatsen westerse mno’s hun maakindustrie naar de
lageloonlanden. Het gevolg was dat de werkgelegenheden in de westerse landen
tussen 2002 en 2012 daalde het 25%. Een ander gevolg was dat China de VS
passeerde als grootste producent van industriële goederen.
2) Opkomende landen vormen een interessante afzetmarkt. De koopkracht neemt toe.
Als je die markt wil veroveren kun je maar er maar beter zelf zitten, dachten de
MNO’s.
handelspatronen verschuiven
Veel van de wereldhandel verschuift van de centrumlanden naar de landen in de periferie en
vooral semiperiferie omdat in de periferie landen goederen en spullen worden gemaakt die
in de centrumlanden ook nodig zijn. Dat levert handel op.
De wereldhandel is vanaf 1975 enorm toegenomen. Oorzaken daarvoor zijn:
1) De opdeling van de productieketen, de weg die een product aflegt van grondstof tot
eindproduct. Om een product te maken heb je spullen/grondstoffen van over de hele
wereld nodig. Ook dit levert handel op.
2) Het transport van goederen is veel sneller en veel goedkoper geworden, vooral door
de komst van de container. Dankzij het snelle vervoer en de moderne
communicatietechnologie komen de goederen just in time aan.
3) De handelsgrenzen verdwijnen steeds meer. De WTO (de Wereldhandelsorganisatie)
is een internationale organisatie die pleit voor vrijhandel.
Het gevolg van al deze ontwikkelingen is dat gebieden op aarde steeds meer met elkaar
verweven raken. Dat proces kun je samenvatten met het begrip globalisering.
global shift
Tot kort maakte Europa en de VS in de WTO de dienst uit, maar de machtsverhoudingen zijn
veranderd. China en andere opkomende landen beslissen nu volop mee. Global shift is het
verschuiven van het economisch kerngebied. En een multipolaire wereldeconomie is
economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld belangrijke economische
kerngebieden liggen.
§3 - ontwikkeling van de handelsstromen
Koloniale verhoudingen (1500 → 1950)
Gebieden die tot dan toe bijna geen contact hadden met de buitenwereld worden door
handelsstromen verbonden met Europa. We onderscheiden daarin twee periodes.
1) 1500 → 1800: de fase van het handelskolonialisme. Specerijen, suiker en zilver (en
meer) werd naar Europa gestuurd. Landinwaartse gelegen gebieden werden niet
aangeraken.
2) 1800 → 1950: de fase van het industrieel kolonialisme. Door de opkomst van de
industrie is het belangrijk om verzekerd te zijn van de aanvoer van grondstoffen en
om een afzetmarkt te hebben voor hun industrieproducten. neemt de wereldhandel
enorm toe. De handelsstromen verlopen steeds meer binnen het koloniale rijk.
Einde van een oude relatie (1950 → 1990)
De afloop van de Tweede Wereldoorlog levert twee belangrijke veranderingen op in de
wereldorde (wereldeconomie):
1
, 1) De koloniën worden in snel tempo onafhankelijk (dekolonisatie). Niet alle banden het
het moederland worden doorgesneden.
2) De wereld wordt opnieuw ingedeeld, er ontstaan 3 blokken.
a) Westerse blok (de VS).
b) Communistische blok (de Sovjet-Unie).
Deze twee blokken staan tegenover elkaar. Door de dreiging van een
atoomoorlog durven deze landen elkaar niet rechtstreeks aan te vallen. Ze
noemen deze periode de Koude Oorlog. Ze dreven vooral handel (allebei)
binnen hun machtsblok.
c) ontwikkelingslanden
Deze landen richtten zich op een van deze twee.
vrijhandel verandert de wereld (na 1990)
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1989 wordt de wereldorde opnieuw opgeschud.
De vrije markteconomie wordt een belangrijkste economische systeem. Belangrijke
kenmerken zijn:
1) Het vrij ondernemerschap.
2) Het tot stand komen van prijs en goederen diensten door de wet van vraag en
aanbod.
Een vrijemarkteconomie ontwikkel zich tot het beste in een wereld zonder
handelsbelemmeringen (vrijhandel → zo min mogelijk handelsgrenzen).
Voordelen van vrijhandel tussen landen zijn:
1) Een land kan zich specialiseren in de productie van de goederen of diensten die dat
land het best of goedkoper kan produceren.
2) Bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten.
Nadelen van vrijhandel zijn:
1) Bedrijven krijgen te maken met buitenlandse concurrentie.
Veel landen en handelsblokken proberen hun markt af te schermen tegen
buitenlandse. Dan noem je protectionisme.
2) Importheffingen → belasting op ingevoerde goederen, bedoeld om de binnenlandse
markt te beschermen tegen het buitenland.
3) 1990. Protectionisme verdwijnt. Liberalisering → het door de overheid opheffen van
belemmeringen voor een vrijemarkteconomie en (buitenlandse) concurrentie.
§4 - ontwikkeling in verschillende snelheden
interne oorzaken
Je kunt interne oorzaken (in het land zelf) onderscheiden in twee categorieën:
1) Natuurlijke oorzaken
a) De natuur zit mee of tegen. Een land heeft een voorsprong als het vruchtbaar
is met voldoende neerslag en natuurlijke hulpbronnen.
b) De ligging. Een land met een zee ligging heeft een betere uitgangspositie dan
een land dat opgesloten ligt tussen andere landen (landlocked country).
2) Menselijke oorzaken
a) Het politiek systeem, de wijze waarop het land wordt bestuurd.
b) Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw. Rijke landen hebben te maken met
vergrijzing. Arme landen juist niet.
c) Mate van ongelijkheid. Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de
sociale ongelijkheid toe. Sociale ongelijkheid druk je uit met de
Gini-coëfficiënt.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiesamenvattinge. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.