Een samenvatting van alle hoofdstukken uit het theorieboek staan in deze samenvatting ter voorbereiding van het examen SVH Sociale Hygiëne. Met deze samenvatting heb je goed overzicht op alle stof uit het theorieboek.
Geef het verschil aan tussen een norm en een waarde.
Antwoord: Een norm is een richtlijn voor je gedrag in sociale situaties. Je hebt geschreven regels, zoals de wet. Daarnaast heb je fatsoensnormen, zoals opstaan voor ouderen.
Een waarde is iets wat voor jezelf belangrijk is, zoals eerlijk zijn.
2.
Wat zijn de vijf verantwoordelijkheden van leidinggevenden vanuit de Arbowet?
Antwoord: 1. Zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving.
2. Voorlichting geven.
3. Instructie geven.
4. Toezicht houden.
5. Werkoverleg.
3.
Geef het verschil aan tussen een werkoverleg en een briefing.
Antwoord: Een werkoverleg is een bijeenkomst van leidinggevenden en werknemers. Bij een werkoverleg wordt er informatie uitgewisseld over de bedrijfsvoering en werkervaring. Het doel van een werkoverleg is werkresultaat, samenwerking en het verbeteren van omstandigheden.
Een briefing is een voorbespreking. Hierin wordt aangegeven wat er van elkaar verwacht wordt.
4.
Welke drie typen bedrijfssoorten zijn er?
Antwoord: 1. Logies: richten zich op het aanbieden van een overnachting.
Voorbeeld: hotel.
2. Voedsel: richten zich op het verstrekken van voedsel.
Voorbeeld: restaurant.
3. Drank: richten zich op drank
Voorbeeld: bar/club.
Antwoord: 1. Geschreven regels: wettelijke regels die voor iedereen gelden.
2. Ongeschreven regels: fatsoensnormen, waarden en wat we als vanzelfsprekend zien.
2.
Noem 2 redenen om huisregels op te stellen in jouw bedrijf.
Antwoord: 1. Om een sociaal hygiënisch beleid te voeren.
2. Om de bedrijfs- en gastvrijheidsformule uit te voeren.
3.
Wat wordt er bedoelt met:
A: een norm
B: een sanctie
C: een kwalificatie
Antwoord: A: een norm vertelt wat je wel en niet moet doen.
B: een sanctie betekent welke straf je krijgt als je de norm overtreedt.
C: een kwalificatie is de naam van de overtreding.
4.
Uit welke 4 elementen bestaat een huisregel?
Antwoord: 1. Doel: beschrijft welk onderdeel je wilt uitvoeren.
2. Inhoud: de regels zelf.
3. Waarom: je legt uit wat de achterliggende gedachte is.
4. Sanctie: de straf die ervoor staat.
5.
Uit welke drie stappen bestaat het handhavingsbeleid?
Antwoord: Maak oogcontact met de gast, zodat ze er bewust van worden dat je iets wilt zeggen. Benader de gast nooit van achter en probeer een gast ook nooit aan te raken.
2.
Waarom is het belangrijk om 1 meter afstand te behouden bij het aanspreken van gasten?
Antwoord: Op deze manier voelen beide partijen zich prettig in de situatie.
3.
Wat is het verschil tussen openlijke en verborgen regelgeving?
Antwoord: Bij openlijke regelgeving zie je zelf daadwerkelijk dat de gast een regel overtreedt. Bij verborgen regelgevend heb je zelf alleen een vermoeden en geen direct bewijs dat de gast een regel overtreden heeft.
4.
Je hebt het vermoeden dat een gast binnen in de zaak stiekem een sigaret heeft gerookt. Jij wilt hem hierop aanspreken. Geef aan hoe jij deze gast zal aanspreken volgens het juiste gespreksmodel.
Antwoord: Stap 1. Gesprek openen: beschrijf aanwijzing/vermoeden, geef regel aan, waarschuwen.
Stap 2. Ruimte geven voor een reactie: A2-gedrag.
Stap 3. Ombuigen van de reactie: toon begrip, vraag om medewerking.
Stap 4. Nog steeds geen medewerking: sanctioneren.
5.
Er zijn 3 soorten klachten. Benoem deze drie soorten en leg deze ook in het kort uit.
Antwoord: 1. Gegronde klachten: gebaseerd op fouten en niet op de mening van gasten.
2. Ongegronde klachten: bewijs dat de klacht niet juist is of geen betrekking heeft op het bedrijf of zijn medewerkers.
3. Subjectieve klachten: klacht op basis van persoonlijke voorkeur van de gast.
Welke drie verschillende effecten kunnen drugs hebben?
Antwoord: 1. Stimulerende drugs: geven het gevoel dat je meer energie en alert bent (harddrugs).
2. Verdovende drugs: je raakt in een slaperige roes.
3. Bewustzijn veranderende drugs: je gaat de wereld anders zien en beleven.
3.
Wanneer kan je zeggen dat je lichamelijk afhankelijk bent van drugs?
Antwoord: Op het moment dat je ontwenningsverschijnselen krijgt.
4.
Wanneer ben je geestelijk afhankelijk van drugs?
Antwoord: Als je \'denkt\' dat je niet meer kan zonder drugs.
5.
Wat is het criterium van AHOJ-GI?
Antwoord: - Niet Afficheren (geen reclame)
- Geen Harddrugs verkopen
- Geen Overlast veroorzaken
- Geen Jonge mensen onder de 18 jaar
- Geen Grote hoeveelheden verkopen
- Alleen verkopen volgens ingezetencriterium, als je in NL woont.
Antwoord: Het is tijdverdrijf waar je altijd kans maakt op een prijs, maar het toeval bepaalt of je wint of niet.
2.
Noem 3 soorten gokspelers.
Antwoord: 1. Recreatief:
Verantwoord en weten van tevoren hoeveel ze willen uitgeven en wanneer te stoppen. Spelen voor het spel.
2. Risico:
Lopen risico om verslaafd te worden. Spelen lang achter elkaar en wisselen regelmatig geld.
3. Probleem:
Spelers die de negatieve gevolgen onder zien. Zoals financieel, sociaal en psychische negatieve gevolgen.
3.
Moet \'Spelen onder de 18 jaar is niet toegestaan\' op een kansspelautomaat staan?
Antwoord: Ja, dat moet er verplicht op staan.
4.
Welke term gebruikt de wet voor een gokkast?
Antwoord: De term kansspelautomaat.
5.
Wat is een kenmerk van verantwoord gokgedrag?
Antwoord: Dat er alleen gespeeld wordt voor het spelen.
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Sociale Hygiëne
Hoofdstuk 1
Sociale hygiëne: mensen houden rekening met elkaar en hebben respect voor elkaars
lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Hazard Analysis Critical Control Point (HACCP): hygiënecode voor de horeca.
Gaat over de omgang met voedsel.
Normen: richtlijnen voor je gedrag in sociale situaties.
Geschreven regels: de wet.
Fatsoensnorm: opstaan voor ouderen.
Waarden: vind jezelf waardevol om na te streven.
Eerlijk zijn.
Moraal: als je doet wat er van je wordt verwacht.
Ethiek: de vraag wat moreel/immoreel gedrag is.
De wet: als je alcohol in je bedrijf/vereniging wilt verkopen, moet je een Verklaring
kennis en inzicht Sociale Hygiëne hebben en in het Register Sociale Hygiëne staan.
Verantwoordelijkheden leidinggevenden
- Zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving.
Zorg voor goede ventilatie, antislip laag, geluids-beschermers.
- Voorlichting geven.
Medewerkers informatie geven. Kan door: uitleg/zelfstandig materiaal lezen.
- Instructie geven.
Je geeft een opdracht en vertelt hoe die gedaan moet worden.
- Toezicht houden.
Zorg ervoor dat de werknemers echt luisteren naar de instructies.
- Werkoverleg.
Bijeenkomst van leidinggevenden en werknemers. Informatie uitwisselen over de
bedrijfsvoering en werkervaring.
Doel: werkresultaat, samenwerking en omstandigheden verbeteren.
Briefing: voorbespreking.
o Indeling van wijken, hoeveelheid gasten, menu.
Debriefing: nabespreking.
o Wat ging goed en verbeterpunten.
3 bedrijfssoorten
- Logies: richten zich op het aanbieden van overnachtingen.
(hotel/camping/pension)
- Voedsel: richten zich op het verstrekken van voedsel.
(restaurant/snackbar/lunchroom)
- Drank: richten zich op drank.
(bar/club/café)
, Doelgroepen
- Zakelijk: rustig, willen niet gestoord worden, snelle service.
- Toeristisch: vaak uit het buitenland, andere taal/cultuur.
- Recreatief: komen voor de gezelligheid.
- Scholieren: vaak onder de 18, geen alcohol en leuke muziek.
- Studenten: wonen op kamers, prijs laag, overlast.
- Tweeverdieners: luxe, prijs onbelangrijk, weinig tijd om zelf te koken.
- Ouders met kinderen: extra voorziening voor de kinderen.
- Senioren: kwaliteit en comfort, rustig, vragen veel tijd en aandacht.
- Theaterbezoek: willen hapje eten voor het stuk, snelle service.
Bedrijfsformule: welke factoren spelen een rol in mijn bedrijf.
Gebruik/toepassing van de 6 P’s:
Product > gratis wifi, kinderstoel Promotie > website, media
Prijs > korting, acties Personeel > kennis, welkom
Plaats > gratis parkeren Presentatie > sfeer, luxe zeep
Gastvrijheidsformule: welke gastvrijheid ga je bieden.
Gastvrijheid: alles dat gasten het gevoel geeft dat ze met zorg en aandacht
behandeld worden.
Richt zich op het PGO-model:
- P = Product > Goederen en diensten.
- G = Gedrag > Medewerkers, gasten en leidinggevenden.
- O = Omgeving > Interieur en exterieur.
Winkelformule met een 7e P: fysieke distributie.
4 soorten:
- Slijterijketens: grote bedrijven met een aantal vestigingen.
- Zelfstandige slijters: zetten eigen winkel op of doen het door een franchise.
- Levensmiddelhandel: verkopen ook drank onder de 15%.
- Speciaalzaken: uitgebreid assortiment van bijzondere dranken.
Sociaal hygiënisch beleid: welke dingen spreek je af en doe je om doelstellingen te
bereiken.
Verschillende elementen:
- Doelgroepenbeleid: werven en weren.
- Personeelsbeleid: juiste medewerkers.
- Deurbeleid: toegangscriteria handhaven.
- Handhavingsbeleid: regels handhaven.
- Risicobeleid: risico’s voorkomen.
- Alcoholbeleid.
- Drugsbeleid.
- Rookbeleid.
- Gokbeleid.
- Veiligheidsbeleid: veiligheid waarborgen.
- Brandbeleid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ashleydr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.