Beste mensen,
De samenvatting is heel erg duidelijk. Ik heb erbij gezet waarover je toetsvragen kan verwachten. Daarnaast heb ik aan het eind nog even de begrippen onder elkaar gezet. Veel succes! Vragen? Mail me!
Resultaat: 7.8
Sociaal werk in Nederland vijfhonderd jaar
verheffen en verbinden
,Welfare triangle Abrahamson
Bij dit vak houden we ons ook bezig met de vraag: wie moet zich om wie
bekommeren? Wie is verantwoordelijk. Dan kom je bij de Welfare triangle. De
welfare triangle bestaat uit 3 groepen namelijk: de overheid, de markt en
particulier initiatief.
- Overheid: regeren voor heel de samenleving (algemeen belang)
- Markt: uit op winst (eigen belang)
- Particulier: groepsbelangen op deelterrein zonder winst
Begin 20e eeuw verzorging vooral door particuliere initiatieven. Maar hier kwam
verander in: in fase 1 en 2 verschoof de verantwoordelijkheid van particulier naar
overheid. Dit is de sociale zekerheid. Van fase 3 (1952) verzorgt van wieg tot graf,
verantwoordelijkheid ligt volledig bij de overheid. Dit is de verzorgingsstaat. In fase 4
(1977) begint de driehoek weer te veranderen van overheid verschuiven naar
markt en particulier.
Markt Overheid
1977
1952
1900
Particulier
Definitie verzorgingsstaat:
Een stelsel waarin de overheid zich garant stelt voor de noodzakelijke geachte
materiële en immateriële voor alle burgers.
- De overheid staat garant, zij hoeft dit niet zelf te produceren of te verdelen
maar staat garant dat dit gebeurt.
- Verzorgingsstaat is breder dan de sociale zekerheid want de overheid voorziet
in zowel de materiële als niet materiële voorzieningen.
- Noodzakelijk geacht is subjectief, dit kan dus met de jaren mee veranderen.
De verschillende fasen van de verzorgingsstaat
Fase 1 eerste aanzet:
Voor loonarbeiders (in de industrie) waren de grootste risicofactoren ziekte,
ongevallen en invaliditeit. Hierdoor werden in deze fase de eerste sociale wetten en
verzekeringen geïntroduceerd. Er kwam geen wet of verzekering tegen werkloosheid.
2
, Fase 2 doelgroep verbreding:
Eerst waren er alleen wetten en verzekeringen voor loonarbeiders in de industrie. In
fase 2 werd dit breder getrokken, er kwamen namelijk wetten en regels voor mensen
die niet in loondienst waren of niet industriële arbeiders.
Het accent in deze 2 fasen ligt op sociale verzekeringen en tegen armoede. In de
volgende fasen gaan ze een stap verder en werken ze aan spreiding van welvaart.
Fase 3 Sociale regelingen
In deze fase ontstond er een vangnet voor iedereen, die door wat voor reden dan
ook in nood verkeerde. Uitkeringen werden gekoppeld aan loon, dus steeg loon dan
steeg ook de uitkering.
Fase 4 crisis
Veel mensen deden beroep op de zorg van de overheid. Hierdoor ontstonden veel
problemen rondom betaling en beheersbaarheid.
Fasen met wetten
Fase 1 begon met introduceren van de ongevallenwet in 1901. Hiermee werden
mensen die in de industrie verzekert tegen ongevallen. Maar je moest wel een
ongeval krijgen in het bedrijf, dus zodra je een stap buiten zette had je pech. Dit
noem je Risque Proffessionel. In 1921 kwam er een nieuwe ongevallenwet,
waarmee alle werknemers verzekert zijn tegen ongevallen.
- 1912 Armenwet: overheid laatste vangnet, eerst oplossen door de mensen om je
heen. Dit was wel een verbetering want voorheen zocht je het zelf maar uit.
- 1930 ziektewet
- 1952 werkloosheid wet (WW), dit is een werknemersverzekering (net als de
kinderbijslag die werd ingevoerd in de tweede wereldoorlog) je bent dus alleen maar
verzekert als je een werknemer bent.
- Sociale zekerheid gebaseerd op werknemersverzekeringen. Rekening houden met
relatie tussen betaalde premie en te ontvangen uitkering.
Fase 3: later kwam de discussie, om niet alleen werknemers te verzekeren maar ook
algemene wetten te ontwikkelen. Toen ontstonden de volksverzekeringen zoals;
AOW, Algemene bijstandswet, ziektefonds en AWBZ. Dit is dus een vangnet voor
iedereen!
Na de wederopbouw 1958-1973 kwam er een periode van ongekende welvaart.
- 1968 kwam de AWBZ, hiermee werd je verzekert voor langdurige
onbetaalbare zorg opzetten nieuwe voorzieningen zoals bejaardentehuizen,
crisisopvang en blijfhuizen.
- 1957 kwam de AOW, dit is ingevoerd door Willem Drees
- 1965 algemene bijstandswet dit werd ingevoerd door Marge Klompe
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sweett. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,10. Je zit daarna nergens aan vast.