SAMENVATTING RECHTSREGELS JURISPRUDENTIE:
Eelman/Hin:
Geestelijk gestoord = Feitelijk onbekwaam rechtshandelingen van een feitelijk onbekwame zijn
vernietigbaar, tenzij de wederpartij een beroep kan doen op art 3:35 BW
Rechtshandelingen van een handelingsonbekwaam iemand zijn altijd vernietigbaar. Bij een feitelijk
onbekwaam iemand (bijv. iemand met een geestelijke stoornis) kan de rechtshandeling worden
vernietigd tenzij er een beroep kan worden gedaan op een gerechtvaardigd vertrouwen door de
wederpartij (art 3:35 BW).
Bunde/Erckens
Indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand vatbare
uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, hangt het antwoord op de vraag,
of al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel af van wat beide partijen over en
weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij
daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
Daarbij kan onder meer een rol spelen:
a) of de betekenis waarin de ene partij de uitdrukking heeft opgevat meer voor de hand lag dan die
waarin de ander haar heeft opgevat;
b) of, indien deze uitdrukking een vaststaande technische betekenis heeft, de partij die van deze
betekenis is uitgegaan, mocht verwachten dat ook de andere partij deze betekenis zou
toekennen;
c) of de andere partij zich had voorzien van deskundige bijstand en de wederpartij mocht
verwachten dat deze die betekenis kende en die andere partij daaromtrent voorlichtte;
d) of één der door partijen aan de uitdrukking gehechte betekenissen zou leiden tot een resultaat
dat met hetgeen partijen met de overeenkomst beoogden minder goed zou zijn te rijmen.
Als beide partijen er niet of evenveel op mochten vertrouwen (zoals bij Bunde/Erckens) is er geen
overeenkomst tot stand gekomen
Hofland/hennis
Volgens de Hoge Raad is een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde
prijs te koop staat, slechts een uitnodiging tot onderhandeling oftewel een uitnodiging tot het doen
van een aanbod. Er zijn namelijk meerdere factoren belangrijk bij zo’n grote koopovereenkomst als
een huiskoop. Onderhandelingen op dit gebied, kunnen erg belangrijk zijn bij het overeenkomen van
een koopovereenkomst.
Booy/Wisman
Het eerste middel gaat er van uit, dat de dwaling waarin Wisman heeft verkeerd zou zijn een dwaling
omtrent een toekomstige gebeurtenis of een dwaling omtrent een toekomstverwachting, een
hoedanige dwaling geen grond zou geven voor vernietiging van de overeenkomst. Deze grondslag
van het middel komt mij evenwel niet juist voor: het is niet een dwaling omtrent een
toekomstverwachting, waarop Wisman zich heeft beroepen, maar een dwaling omtrent een
bepaalde eigenschap van de zaak, die zij kocht, n.l. haar 'vatbaarheid voor verkrijging van een
kentekenbewijs', welke eigenschap een toekomstverwachting, n.l. dat de kraan zou kunnen rijden
onder een eigen kentekenbewijs, rechtvaardigde. Die eigenschap zelf echter lag niet in de
toekomst, maar in het heden. Hierdoor faalt het eerste middel.
, Het tweede middel betreft de vraag of Wisman zonder nader eigen onderzoek naar de
verkrijgbaarheid van een kentekenbewijs de kraan kopende, zich op dwaling mocht beroepen, toen
dat kentekenbewijs bleek niet te kunnen worden verkregen. Het Hof heeft de stelling van Wisman
bewezen verklaard, namelijk dat hem van de zijde van Booy is medegedeeld, dat bij de kraan zeker
een kentekenbewijs zou worden verstrekt, omdat voor dergelijke kranen reeds kentekenbewijzen
waren afgegeven, o.a. aan Van Twist en aan Stoof. Aldus had deze mededeling de strekking, dat een
nader onderzoek door Wisman niet noodzakelijk was en in elk geval kon Booy Wisman onder deze
omstandigheden niet verwijten, dat hij zulk een onderzoek achterwege liet. Er bestond — aldus heeft
het Hof beslist — voor Wisman geen reden om aan de waarheid van de mededeling, dat voor
dergelijke kranen reeds kentekenbewijzen waren afgegeven, o.a. aan Van Twist en aan Stoof, te
twijfelen, maar dan was die mededeling ook geschikt om aan de verzekering, dat een kentekenbewijs
zou kunnen worden verkregen zodanige kracht bij te zetten, dat Booy niet van Wisman kon eisen, dat
hij de hier bedoelde maatregel — een eigen voorafgaand onderzoek of de kraan voor een
kentekenbewijs in aanmerking kwam — zou nemen om te voorkomen, dat hij onder invloed van
onjuiste voorstellingen zijn toestemming gaf. Hierdoor faalt ook het tweede middel.
Van Geest/Nederlof
Wanneer een partij voor de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij bepaalde
inlichtingen had behoren te geven teneinde te voorkomen dat de wederpartij zich omtrent het
betreffende punt een onjuiste voorstelling zou maken, zal de goede trouw zich in het algemeen
ertegen verzetten dat eerstgenoemde partij ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de
wederpartij het ontstaan van de dwaling aan zichzelf heeft te wijten (vaste rechtspraak).
Of van een koper van een tweedehands auto moet worden gevergd dat hij de auto door een
deskundige laat onderzoeken alvorens tot aankoop over te gaan, hangt af van de omstandigheden
van het geval
Baris/Riezenkamp
In deze zaak is bepaald dat geen vordering tot vernietiging nodig is, indien bij wijze van verweer
beroep wordt gedaan op geweld, dwaling of bedrog en komen de rechtsgevolgen van de aanvaarding
van dit verweer aan de orde. De goede trouw kan meebrengen, dat degene die door het niet in acht
nemen van de vereiste zorg in dwaling heeft verkeerd, zich niet met vrucht op dwaling kan beroepen.
Kantharos van Stevensweert
In hoger beroep werd overwogen dat sprake was van wederzijdse dwaling, aangezien geen van de
partijen op de hoogte was van de uitzonderlijke waarde van de beker.
De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van het hof, maar overwoog tevens dat een beroep op
dwaling kon mislukken als conform de in de maatschappij geldende opvattingen de dwaling voor
rekening van de dwalende behoort te komen. ‘Op het moment dat de verkoper een speculatief
object verkoopt, geeft de verkoper naar in het verkeer gangbare opvattingen de mogelijkheid prijs
dat hij er (nogmaals) aan verdient, als het object naderhand een hogere waarde blijkt te hebben. Een
vergissing over de waarde van het object kan dus niet worden teruggedraaid.’
Haviltex
Haviltex-norm: Kan niet alleen worden volstaan met een zuiver taalkundige uitleg. Maar er moet
ook worden gekeken naar:
a. De zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan het overeengekomene
mochten toe kennen; en
b. Hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.