Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie
De cursus Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie is de kennismakingscursus voor toepassingen
van psychologische theorieën en toepassingen binnen het werkveld van arbeid en organisatie.
Centraal staat daarbij de verklaring en voorspelling van het gedrag van mensen op het werk, dat door
verschillende factoren binnen en buiten organisaties wordt beïnvloed.
In de cursus komen vier rollen aan bod die psychologen binnen het werkveld kunnen vervullen
inclusief de bijbehorende praktijkgerichte tools (bijvoorbeeld meetinstrumenten,
interventietechnieken, evaluatiemogelijkheden) waar uit geput kan worden.
. Arbeidsdeskundige: Analyseren werkplekken/taken en medewerkers begeleiden op het gebied
van gezondheid en welzijn op het werk. In deze rol onderzoekt de A&O-psycholoog bijvoorbeeld
oorzaken van fysieke of mentale werkbelasting en stress, en zoekt naar oplossingen.
. HRM-professional Selectie en loopbaanbegeleiding. Hij/zij veelal betrokken bij het aantrekken van
nieuwe medewerkers, het ontwikkelen van assessmentprocedures en de ontwikkeling van de
competenties van medewerkers.
. Coach/trainer. Begeleiding en ondersteuning van leerprocessen. De trainer biedt werknemers
vooral leerdoelgerichte instructie en feedback. De coach opereert meer op de achtergrond en is op
gezette tijden een klankbord en mentor voor de gecoachte.
. Organisatieadviseur/consultant bij interne organisatieveranderingen zoals reorganisaties,
overnames en aansturingsproblemen. Daarnaast bestaan er ook interne veranderaars of change
agents die zorgdragen voor de interne procesbegeleiding tijdens de daadwerkelijke implementatie
van veranderingen.
,De cursus is opgebouwd rond vier themaʼs, die betrekking hebben op het gedrag van werkende
mensen:
. de werkplek
. de werknemer zelf
. motivatie en leiderschap
. teams, groepen en de organisatie als geheel.
Thema 1 ‘Werkplekʼ beschrijft relevante onderwerpen en probleemvelden zoals taakanalyse,
prestatie, beoordelingsfouten, meten van prestatie, stress en gezondheid. Daarnaast komen
diagnose-instrumenten en interventiemethoden (bijvoorbeeld taakanalyse-instrumenten,
evaluatiemodellen) aan bod.
Binnen thema 2 ‘Werknemerʼ wordt expliciet aandacht geschonken aan onderwerpen als
individuele verschillen, selectiemethoden, selectie, assessment, loopbaan en training,
duurzame inzetbaarheid en life long learning. De belangrijkste diagnose-instrumenten en
interventiemethoden (bijvoorbeeld assessment, selectie vs. placement, aanpassen van
werkplek aan werknemer of werknemer aan werkplek) worden eveneens toegelicht.
Binnen thema 3 ‘Motivatie en leiderschapʼ staan onderwerpen centraal als motivatie,
tevredenheid en leiderschap. Ook in dit thema komen diagnose-instrumenten en
interventiemethoden (bijvoorbeeld arbeidssatisfactie-onderzoek) aan de orde.
Thema 4 ‘Groepen en organisatieʼ omvat onderwerpen als werken in groepen, conflicten,
organisatie(ontwikkeling), structuur, cultuur, verandering en weerstand. Ook worden diagnose-
instrumenten en interventiemethoden (bijvoorbeeld autonome werkgroepen) besproken.
,Thema 1 Werkplek
Naast een introductie in het veld arbeids- en organisatiepsychologie omvat thema 1 relevante
onderwerpen en probleemvelden op het gebied van de werkplek. Daarnaast wordt een eerste inzicht
gegeven in relevante diagnose-instrumenten en wordt een overzicht gegeven van
interventiemethoden met betrekking tot de werkplek.
. Functieanalyse
. Werkprestatie
. Productief en contraproductief gedrag
. Gezond en veilig werken
Welke rol speelt onderzoek voor een A&O-psycholoog?
A&O-psycholoog = I/O (industrial/organizational) psychologist
Een arbeidsdeskundigen wordt ingezet om werkplekken en taken te analyseren en
medewerkers te begeleiden op het gebied van gezondheid en welzijn op het werk. De
arbeidsdeskundige geeft bijvoorbeeld inzicht in centrale kenmerken van werkplekken, stress,
prestaties en beoordelingen van medewerkers. De deskundige ondezoekt oorzaken en zoekt
naar oplossingen op het gebied van fysieke of mentale werkbelasting.
H1 - Introductie
, Leerdoelen
het wetenschapsgebied arbeids- en organisatiepsychologie te definiëren
een beschrijving te geven van de verschillende rollen van arbeids- en organisatiepsychologen in de
praktijk
de rol van onderzoek uit te leggen voor deze discipline
de verschillende fasen van een interventie binnen de A&O-psychologie te beschrijven.
Wat bestudeert een arbeids- en organisatiepsycholoog? Welke onderwerpen behoren bij de
twee hoofdonderdelen van het vak?
Het vakgebied houdt zich bezig met de menselijke kant van organisaties en bestaat uit twee aspecten:
. de wetenschappelijke studie van de menselijke kant van organisaties en
. de toepassing van de principes en bevindingen van arbeids- en organisatieonderzoek.
Wat de praktijk van arbeids- en organisatiepsychologie onderscheidt van die van vele andere velden is
dat deze evidence-based is, wat betekent dat de dingen die beoefenaars doen, gebaseerd zijn op
wetenschappelijke methoden en principes. Ze maakt gebruik van theoriën, concepten en methoden
uit bijvoorbeeld de experimentele, de sociale psychologie en de sociologie.
Wat is Arbeids- en organisatiepsychologie?
Arbeid- en Organisatiepsychologen zijn dé professionals en deskundigen op het gebied van mens,
werk en organisatie. Ze houden zich bezig met personeelsselectie, loopbaanontwikkeling, training,
coaching, management, werkstress, ziekteverzuim, counseling, sociale werkvoorziening en
beroepskeuze; kortom met alles wat met arbeid te maken heeft. Zoals het tweedelige woord al
aangeeft bevat arbeids- en organisatiepsychologie uit twee delen: het werkveld zelf en de
organisatie rondom dat werkveld.
Arbeidspsychologie (de oorspronkelijke naam en oudere tak) kijkt vooral vanuit
managementperspectief naar de organisatorische efficiëntie door het juiste gebruik van menselijke
hulpbronnen of mensen. Het houdt zich bezig met zaken als een efficiënt taakontwerp,
personeelsselectie, personeelstraining en prestatiebeoordeling.
Organisatiepsychologie is later ontstaan en voegt het aspect van menselijke relaties binnen
organisaties toe. Het gaat om het begrijpen van gedrag en het welzijn van werknemers op de
werkvloer verbeteren. Onderwerpen van de organisatie zijn onder meer de houding van de werknemer,
het gedrag van de werknemer, werkstress en toezichthoudende praktijken.