Sociologie van de Sociale Wetenschappen samenvatting P5
HC 1 – Introductie: de geloofwaardigheid van sociale wetenschappen ter discussie
Ellar, Introduction + hoofdstuk 1
Wetenschapsfilosofie: achterliggende vragen: wat is überhaupt kennis? En hoe verkrijgen we
die kennis? Hoe wordt wetenschap beoefend.
Belangrijke thema’s volgens Eller:
- Het vak is een sociologe van kennis, ook een geschiedenis van de sociale
wetenschappen.
- Institutionalisering van disciplines: hoe is onderzoek geïnstitutionaliseerd in
verschillende disciplines zoals CW of B&O.
- Alternatieve kennisbronnen: alternatieve manieren van publiceren van
wetenschappelijke kennis zoals kunst, religie: hoe verhoud wetenschap zich tot deze
domeinen?
- Status van sociale wetenschap: ongelijke status: met hoeveel gezag kan je uitspraken
doen en hoe makkelijk worden deze geaccepteerd door de samenleving?
- Kennis is niet universeel maar cultureel specifiek. Wetenschappelijke kennis claimt
vaak wel universeel. Hoe beïnvloed persoonlijke achtergrond onderzoek?
- Onderzoek fraude, druk om te publiceren, ethiek.
Status van wetenschappelijke kennis
- Gewicht dat aan wetenschappelijke kennis wordt gegeven neemt af.
- Algemene trend: toenemende twijfel aan de waarde van wetenschappelijke kennis.
- Coronavirus: stijging in het gesprek voor wetenschap: flattening the curve.
Case Oostvaardersplassen: vanuit wetenschappelijk oogpunt is het bijvoeren van de dieren
onverstandig, toch werd door de sociale druk dit toch gedaan.
Status van wetenschappelijke kennis: geen harde conclusie over te trekken: veel respect voor
wetenschappelijke kennis, maar niet zo dat deze kennis altijd als absolute waarheid wordt
aangenomen.
Ontzag voor wetenschappelijke kennis neemt af:
- Toename nepnieuws/complottheorieën
- Face-free politics: Brexit en referenda
Wordt gesproken van post-truth society: onderscheid van 4 samenlevingen
• Pre-modern society: given truth: waarheid wordt geaccepteerd
• Modern society: found truth: waarheid binnen het bereik van mensen, gevonden door
de ratio.
• Postmodern society: made truth: waarheid ligt in de mensen zelf, geen kennis zonder
maker van deze kennis: subjectieve waarheid.
• Post-postmodern society: truth as a marketable product: commercialisering van
informatievoorziening: Google, Facebook: kennis die eigen kennis bevestigt.
1
,Journalisten en wetenschappers maken zich zorgen om deze verandering (monopolie wordt
ondermijd).
Definitie wetenschap:
Science is ‘the intellectual and practical activity encompassing the systematic study of the
structure and behaviour of the physical and natural world through observation and
experiment’.
Research is ‘the systematic investigation into and study of materials and sources in order to
establish facts and reach new conclusions.’
Any creative systematic activity undertaken in order to increase the stock of knowledge,
including knowledge of man, culture and society, and the use of this knowledge to devise new
applications.
Definitie docent: Science is the more or less systematic search for knowledge by experts, who
react to earlier knowledge and share their ideas with others.
- More or less systematic: lukt niet altijd om een systematische aanpak te hebben
- Zoektocht: het is niet makkelijk: niet altijd succesvol
- Kennis: centraal begrip
- Expert: niet iedereen is gekwalificeerd als wetenschapper: specifieke personen
- Earlier knowledge: wetenschap bouwt voort op wat er eerder gedaan is
(literatuurreferenties)
- Delen van kennis: proces van publiceren van belang: zonder publicatie
wetenschappelijk gezien niet erkent.
Eller spreekt over assumpties over wetenschap:
• Scientific knowledge inexorably “progresses,” that is, each day science has more and
better knowledge than the day before;
• Scientific knowledge is superior to other forms of (or spurious claimants to)
knowledge because of its “method”; and
• Scientists are particularly conscious of both
Exacte wetenschappen bepalen het model tot op zekere hoogte van ook de sociale
wetenschap.
Exacte wetenschappen: wetten met oorzaak en gevolg: verworpen of aangenomen.
Is lastig te doen bij sociale wetenschap, want:
- SW heeft te maken met mensen: ‘Agency is the capacity to have subjectivity, will, or
desire, the ability to act on your own intentions’. Door agency krijg je onverwachte
uitkomsten.
- Max Weber: niet opzoek gaan naar wetten binnen SW, maar verplaatsen in
denkwereld van onderzoeksobjecten ‘verstehen’.
- Hierdoor repliceren van onderzoek lastig. Met name bij etnografisch veldwerk,
- Wetmatigheid in SW niet aan de orde.
2
,Algemene gaswet: hogere temperatuur en kleiner vat zorgen voor een hogere druk
Wet voor politieke spanning: Israël en Palestijnen te verklaren.
Agitatie: nepnieuws van de andere partij
Beschikbare economische hulpbronnen:
verdubbeling hiervan zal de politieke spanning
gehalveerd worden.
Analogie tussen beide wetten. Waarom is de wet van Colombijn onjuist?
- Mensen zijn diverser dan een gasmolecule (mensen hebben agency).
- Samengestelde variabelen: agitatie kan bestaan uit nepnieuws, krantenartikelen oid.
- Oneinig veel andere factoren die een rol spelen in politieke spanning.
Ø Formuleren van een wet binnen SW is veel lastiger dan het formuleren van een wet in
natuurwetenschappen.
Ø Subject matter of natural science and social science are so different.
Ø Wetten (generaliseerbaarheid) is zeer lastig toe te passen bij SW: menselijke sociale
wereld is veel complexer dan de fysieke wereld omdat elk individu haar eigen
perspectief heeft.
Ø Hoe is een causale uitleg van een individueel feit mogelijk, aangezien een beschrijving
van een kleins stuk realiteit nooit uitputtend kan zijn?
Conclusie
- Vak thema: dagelijkse praktijken van wetenschap
- Wetenschappelijke praktijken zijn geïnstitutionaliseerd: patronen en regelmatigheden
zijn ingeburgerd.
- Relatie wetenschap en status/macht: status van SW lijkt af te nemen
- Status SW wordt afgezet tegen de status van exacte wetenschappen: aan die
maatstaven kunnen wij slecht voldoen > leidt tot een lage status van SW.
Kennis is sociaal geconstrueerd
HC 2 – Geschiedenis van de universiteit
Ellar, hoofdstukken 3, 6, 7: paragrafen over oudheid, Middeleeuwen en vroeg moderne tijd
(pp. 60-66, 153- 158, 183-189)
Kijk naar wetenschap: geïnstitutionaliseerd proces
Inhoud college:
• Greek philosophers
• Library of Alexandria
• West European monasteries
• Early European universities
3
, • von Humboldt model
Socrates was an itinerant teacher who wrote nothing […]
Plato’s Academy […] did not charge tuition or fees. Neither did it have formal teachers and
students or a set curriculum. […] Aristotle codified much of ancient knowledge in a series of
writings’ (Eller 2017: 24).
‘The written word, by contrast, is untrustworthy and corrupting because it is detached from
the actions, honor, and character of whoever uttered it’ (McNeely 2008: 10).
Traditie van Aristotle: detailleert uitzoeken wat anderen zeggen en daar iets nieuws mee
doen, is overgenomen in de bibliotheek van Alexandria
Demetrius of Phaleron: ook leerling van Aristotle.
Volgende stap in de geschiedenis van het universitaire onderwijs: West-Europese klooster.
Ø Toen deze nog belangrijk waren als centra als kennis, kwamen de eerste Europese
Universiteiten op (anders dan de kloosters en universiteiten van nu).
• Ontstonden geleidelijk toen studenten en docenten samen kwamen. Aan de hand van
deze samenwerkingsverbanden ontstonden langzaam de universiteiten.
• Niet gesticht, geen campus.
• “Universitas”: gilde: verbond van studenten of docenten
• Stedelijke fenomenen in tegenstelling tot de kloosters
• Kwamen op met de groei van stedelijke economie na val Romeinse Rijk, maakten
gebruik van stedelijke voorzieningen zoals kroegen
Huidige universiteiten zijn bedacht door Wilhelm von Humboldt (1767-1835): Duits onderwijs
hervormer begin 19e eeuw.
Von Humboldt Model
Belangrijke elementen:
1. “Bildung”: vormen van een persoonlijkheid
2. Combinatie van onderzoek en onderwijs (hoeksteen van het huidige universitaire
model)
3. Studenten afstuderen met thesis
4. Academische vrijheid van professors: docenten moeten ook onderzoek doen
In welke opzichten zijn de universiteiten van nu anders dan het onderzoek en onderwijs door
de filosofen van de Griekse oudheid?
- Schaal: meer mensen bij betrokken
- Institutionalisering
- Onderwijsprogramma’s, onderscheid disciplines
Conclusie
- Onderzoek en onderwijs is geïnstitutionaliseerd, maar door de eeuwen heen is de
vorm ervan telkens veranderd
- Huidige model van de universiteit: dominant model over de hele wereld
4