Dit document bevat een samenvatting van alle boekhoofdstukken (en studeerhulpen!) die je moet weten voor het eerste deeltentamen van het vak psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen () wat in 2021 aan de Universiteit Utrecht gegeven wordt.
Psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en
jeugdigen
Deeltentamen 1 26 mei 2021
,Week 1: Inleiding
Bruyn H3 De diagnostische cyclus
3.1 Van hulpvraag tot cyclus
Het diagnostisch proces begint nadat de cliënt zich heeft aangemeld met één of meer
hulpvragen. Maar niet iedere hulpvraag is een diagnostische hulpvraag. Daarom moet de
diagnosticus met de cliënt nagaan aan welke informatie behoefte is bij iedere hulpvraag. De
hulpvragen worden daarna geherformuleerd tot vraagstellingen. Er zijn verschillende typen
hulpvragen/vraagstellingen. De diagnosticus interpreteert de vraagstelling als een
onderzoeksvraag en legt zo de link tussen een type vraagstelling en een type diagnostisch
onderzoek. Het bovenstaande kan als volgt afgebeeld worden, waarbij de C voor cliënt staat
en de D voor diagnosticus staat.
Hulpvraag (C) → type diagnostische hulpvraag (D) → type vraagstelling (C en D) →
type onderzoek (D)
Prototype diagnostische hulpvraag Type Type onderzoek Code
vraagstelling
Hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. Verheldering Verhelderend VHD
mij/dit kind ervaar?
Wat er is met mij/dit kind aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waarom is dit met mij/dit kind aan de Verklaring Verklarend VKR
hand?
Hoe kan ik/dit kind het best geholpen Indicatie Indicerend IDC
worden?
In de praktijk hebben mensen vaak een conglomeraat van meerdere hulpvragen. Een
combinatie van hulpvragen leidt tot een combinatie van onderzoekstypen. Zo leiden de
hulpvragen ‘hoe kan dit kind het beste geholpen worden?’ en ‘wat is er met dit kind aan de
hand?’ tot een combinatie van indicerend en onderkennend onderzoek. De volgorde van het
onderzoek is niet willekeurig, het onderkennende onderzoek gaat logischerwijs aan het
indicerende onderzoek vooraf. De geordende volgorde van typen onderzoeken wordt ook
wel het ‘diagnostisch scenario’ genoemd. Het verhelderende onderzoek is de eerste stap in
elk diagnostisch scenario.
Het is mogelijk dat een diagnosticus en de cliënt na een verhelderend onderzoek tot
de conclusie komen dat er geen extra onderzoek nodig is. In dit geval spreken we van een
0-scenario, omdat er geen overgang is naar een ander type onderzoek. Wanneer er wel
verder onderzoek plaatsvindt, benoemen we het scenario aan de hand van het aantal
overgangen dat plaatsvindt. Wanneer er verhelderend onderzoek, dan onderkennend
onderzoek en dan indicerend onderzoek gedaan wordt spreken we van een 2-scenario.
De tabel hieronder beschrijft de verschillende onderzoekstypen en de
onderzoekscomponenten in de diagnostische cyclus:
Onderzoekstype Stap Component Code
Verhelderend 1 Klachtanalyse (KA)
, Onderkennend 2 Probleemanalyse (PA)
Verklarend 3 Verklaringsanalyse (VA)
Indicerend 4 Indicatieanalyse (IA)
3.2 De diagnostische cyclus
In de praktijk wordt de diagnostische cyclus vaak herhaald doorlopen. Het onderzoek begint
bij de aanmelding en eindigt bij het advies. Dit is de diagnostische cyclus:
Het is mogelijk dat je in de cyclus één van de stappen tweemaal achter elkaar doet.
Bijvoorbeeld dat je een verklaringsanalyse doet, je concludeert dat je nog te weinig
informatie hebt om een goede conclusie te kunnen trekken, en je nog een
verklaringsanalyse gaat doen. De stappen van de diagnostische cyclus zijn als volgt:
2. Klachtanalyse
Je verzamelt de klachten die de cliënt en zijn omgeving aangeven. Je checkt ook of jouw
verwoording van de klachten overeenkomt met dat wat de cliënt en zijn omgeving bedoelen.
Je vraagt ook aan de cliënt welke hulpvragen hij heeft. De uitkomst van de klachtanalyse is
een geordend overzicht van de klachten waar de cliënt het mee eens is en waarop de
hulpvragen betrekking hebben: de verhelderende diagnose.
3. Probleemanalyse
Problemen zijn situaties of gedragingen die ongunstig zijn voor de psychosociale
aanpassing en ontwikkeling van de cliënt. In de probleemanalyse legt de diagnosticus
verbanden tussen klachten en problemen en clustert hij de problemen. De uitkomst van de
probleemanalyse is een benoeming van het probleem (of de problemen): de onderkennende
diagnose
4. Verklaringsanalyse
Verklaringen zijn getoetste uitspraken over condities die problemen hebben doen ontstaan
dan wel in stand houden. Verklarende uitspraken die nog niet getoetst zijn, noemen we
hypothesen. In de verklaringsanalyse stelt de diagnosticus hypothesen op die hij daarna
, gaat toetsen. De uitkomst van de verklaringsanalyse is een samenhangend beeld waarin
één of meer condities de problemen verklaren: de verklarende diagnose.
5. Indicatieanalyse
Indicaties zijn empirisch of theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor één of meerdere
interventies. Deze interventies hoeven in de diagnostische cyclus nog niet heel gedetailleerd
beschreven te worden. In de indicatieanalyse formuleert de diagnosticus in samenwerking
met de cliënt een globaal interventiedoel en beslissen ze samen welke (typen of soorten)
interventies de beste opties zijn. De uitkomst van de indicatieanalyse is een lijst van
aanbevelingen voor mogelijke interventies: de indicerende analyse.
3.3 De diagnostische cyclus als onderdeel van de klinische cyclus
Er bestaat ook nog een klinische cyclus en een therapeutische cyclus. De therapeutische
cyclus bevat de stappen planning (PL), uitvoering (UV) en beoordeling van het effect (BE).
De klinische cyclus omvat de diagnostische en de therapeutische cyclus. Dit is hieronder
schematisch weergegeven:
Onder de cycli staat nog een stap: evaluatie (EV).
3.4 Model en praktijk
Er zijn een aantal cognitieve heuristieken die zich in verschillende fasen van de
diagnostische cyclus kunnen voordoen waar je voor moet oppassen.
Fase in DC
Heuristiek KA PA VA IA
1 Causale attributie
2 Gedragsconfirmatie
3 Beschikbaarheid
4 Representativiteit
5 Verankering
6 Confirmatorische
teststrategie
Nu een toelichting op de heuristieken:
1. Causale (actor-observator) attributie: we wijzen ons eigen gedrag toe aan
omgevingsfactoren en het gedrag van andere wijzen we toe aan hun persoonlijkheid.
Voorbeeld uit de KA: de klacht van de moeder dat ze moeilijk contact kan leggen met
de leerkracht wordt door de diagnosticus geïnterpreteerd als een kenmerk van haar
persoonlijkheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GH12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,88. Je zit daarna nergens aan vast.