Parodontologie 2
1
,Inhoudsopgave
Parodontologie 2........................................................................................................................................... 1
1. Subgingivale gebitsreiniging.............................................................................................................................3
2. Ultrasone gebitsreiniging.................................................................................................................................9
3. Effecten van non-chirurgische parodontale therapie.....................................................................................17
4. Parodontale evaluatie....................................................................................................................................21
5. Parodontale nazorg........................................................................................................................................28
6. Halitose en behandeling.................................................................................................................................34
7. Parodontitis in relatie tot de algemene gezondheid......................................................................................37
Mondgezondheid en het hart........................................................................................................................37
Parodontitis en de relatie met diabetes........................................................................................................39
8. Cofactoren......................................................................................................................................................42
9. Verschillende vormen van parodontitis (hoe we er vroeger naar keken).......................................................48
2
, 1. Subgingivale gebitsreiniging
Naast het aanleren van een goede mondhygiëne is sub- en supragingivale gebitsreiniging een
onderdeel van de parodontale therapie. Het doel is het parodontium weer ontstekingsvrij te
krijgen.
De onderzoeken
Intra en extra oraal onderzoek
Intra oraal onderzoek; functie onderzoek, elementen, gingiva, fistels,
abcessen, necrose, afgeplakte papillen indicaties voor parodontitis
Parodontiumstatus
Röntgenfoto’s
Hoeveelheid subgingivaal tandsteen
Je gebruikt de PPS voor parodontale screening. Je kunt bij score 2, twee kanten op gaan
paro-preventie en paro-protocol. Je kijkt naar anamneses, alle onderzoeken en aanvullende
onderzoeken, de diagnostiek, hoe goed is de zelfzorg en motivatie van de patiënt,
onderliggende aandoeningen om een beslissing te maken welk protocol je gaat volgen.
De pocketstatus vul je de bloeding, plaque en verdiepte pockets in (PPS score 2).
Het parodontiumstatus vul je alle gegevens van de patiënt in; furcaties, mobiliteit, verdiepte
pockets, plaque, bloeding en prognose per element(PPS score 3).
Op basis van de gegevens van de parodontiumstatus en de röntgenologische analyse kan
voor elk element afzonderlijk een prognose worden bepaald. Een volledige röntgenstatus
geeft informatie over de bothoogte (is er botafbraak?), klopt het wat ik meet? De
wortelmorfologie, aanwezigheid tandsteen, furcaties en cariës.
Je wilt het liefst verticale bitewings en solo’s gebruiken.
Onderzoeksinstrumentarium bij subgingivale gebitsreiniging
Pocketsonde 10 mm
DPSI sonde (snelle screening)
Pocketsonde 15 mm
Furcatie sonde 3mm markering
Tactiel gevoel; er zit een verschil in meten met de pocketsonde, het hangt van de volgende
onderdelen af.
Wijze van sonderen: meten of voelen
Hoeveelheid druk
Tactiele vaardigheden
Aanvullende informatie; BOP; röntgenfoto’s
De wortelmorfologie
Één wortelige/ meerwortelige elementen
Groeven (root furrows); bollige groeven kunnen een plaqueretentie plaats zijn als de
patiënt er niet goed bij kan met de tandenborstel/ ragers ect.
Concaviteiten;
Grillig botverloop; botafbraak is niet altijd evenwijdig, kan ook schuin/grillig verlopen.
3
, Premolaar in de bovenkaak
Rootfurow 14 mesiaal
Referentiekader is de glazuur-cementgrens
Een wortel afwijking kan het onderzoek/ gebitsreiniging
bemoeilijken.
Furcatie:
De overgang van het ongesplitste deel naar het gesplitste deel van het
wortelcomplex;
Furcatie-ingang: overgangsgebied tussen de wortelstam en de kegels;
Wortelspreiding is de afstand van het verloop tussen de kegels (de wortelspreiding
bij 8e zijn veel minder gespreid dan 6e elementen, dit kan er voor zorgen dat het
moeilijker is om bij de furcatie te komen);
Wortelconcaviteiten: groeven in het wortel oppervlak die vanuit de furcatie lopen.
Furcation Arrow (doorgang van furcatie; buccaal, mesiaal en distaal)
In de onderkaak:
De groene pijl geeft de furcation arrow
(verwijde parodontale spleet) aan,
de gele pijl/ de lichte zwarting tussen de kegels
geeft de furcatie ingang aan.
In de bovenkaak:
De blauwe pijl geeft de furcation arrow aan,
dit lijkt op een driehoekje die naar rechtsboven wijst
(je ziet hem meer aan de mesiale wortel
en niet in de splitsing). In de bovenkaak in molaren
heb je drie mogelijke doorgangen voor fucaties
(buccaal, mesiaal en distaal).
Beoordeel iedere furcatie ingang bij meerwortelige elementen
afzonderlijk. Bij de bovenmolaar (linker afbeelding; 6e) zijn er drie
mogelijk furcatie ingangen. Je meet vanaf palatinaal en niet buccaal.
Furcatie gradering:
Graad 0: Botafbraak maar niet in de furcatie
Graad I: Botverlies < 3 mm in horizontale zin
Graad II: Botverlies > 3 mm zonder doorgankelijkheid
Graad III: Doorgankelijk
4