Samenvattin
g
Ontwikkelingspsychologie
-
[Kies de datum]
,Samenvatting
Ontwikkelingspsychologie
De mens groeit cognitief, motorisch, sociaal-emotioneel naar zelfstandigheid.
De ontwikkeling van de mensen is zeer gecompliceerd, waarin genetische
factoren, milieufactoren en ervaringen een grote rol spelen.
Onderwijsdidactische termen;
Leefwereld:
Tijdens je stage merk je dat er veel verschillen zijn tussen de kinderen. Hiermee
moet je rekening houden tijdens je lesgeven. Diversiteit heeft te maken met
verschillen in aanleg maar ook met verschillen in leefwereld. Het gezin en de
buurt waarin kinderen wonen is het belangrijkste milieu. Dit is voor elk kind
verschillend en dit heeft grote consequenties voor het onderwijs. Vooral in taal
zitten er grote verschillen (Nederlands, dialect, allochtone) en de samenstelling
van de gezinnen. Daarnaast zijn er verschillen in woonomstandigheden: inkomen,
aantal kinderen, culturele belangstelling, betrokkenheid van de ouders.
Sociaal culturele factoren: het geheel van sociaal-culturele factoren vormt ook
de leefwereld van het kind. Alleen al het feit dat een gezin deel uit maakt van
familie, vrienden, kennissen en een etnische of religieuze gemeenschap roept
grote verscheidenheid in een groep kinderen op. Het zijn feitelijkheden die samen
de leefwereld van een kind vormen en van invloed zijn op de ontwikkeling van
dat kind. De ‘maakbaarheid’ van de kinderen is de ondertoon die je in veel
publicaties tegenkomt.
Krijg je cultuur van je ouders mee? Als de cultuur van de sociale groep afwijkt van
de ouders, dan wint de groep bijna altijd. Kinderen vergelijken zichzelf met hun
leeftijdsgenoten. De invloed van leeftijdsgenoten is erg groot en wordt vaak
onderschat. In onze samenleving zijn kinderen weliswaar incompetente leden van
de volwassen samenleving, maar competente leden van hun eigen
kindersamenleving, met eigen normen en eigen cultuur. Kinderen passen zich
simpelweg de volwassen cultuur aan hun eigen doelen aan, ze voegen toe wat ze
missen.
Belevingswereld:
De manier waarop kinderen hun leefwereld ervaren. Kinderen kunnen een
leefwereld totaal anders ervaren. Een kind creëert dus in de feitelijke volwassen
wereld een eigen belevingswereld. Elke leeftijd ervaart de wereld weer anders.
We zijn geneigd om ontwikkelingsstereotiep te denken: mijn klas zal wel
geïnteresseerd zijn in.. We plakken een etiket op. Het kan namelijk behoorlijk
afwijken. En dan praten we nog niet over de verschillen binnen een groep. Buig
het om naar jouw klas in hun situatie.
Basiskennis kind;
Kenmerken kleuter: animisme (pop krijgt een ziel), egocentrisme, gerichtheid op
aanschouwelijke wereld.
Middenbouw kind: scheiding fantasie en werkelijkheid, meer ordening en
,structuur.
Bovenbouw kind: realiteit voorop, inzicht in sociale relaties, abstract redeneren,
eigen mening vormen.
Ontwikkelingspsychologische termen;
Klassieke ontwikkelingspsychologie: in de klassieke
ontwikkelingspsychologie zien we een regelmatige opeenvolging van stadia,
waarbij elk stadium een vooruitgang van het vorige stadium betekent. Het was
een nauwkeurig mogelijke beschrijving van de opsy van leeftijdsverschillen op de
verschillende gebieden van de persoonlijkheid. Aansluitend hierop probeerde
men te komen tot ontwikkelingsnormen. Een beschrijving van gedragingen van
kinderen op verschillende leeftijden. Klassieke opsy was dus een beschrijvende
wetenschap. Het bleek cultuur- en tijdgebonden te zijn. Het gaat uit van
biologische ontleende opvattingen over groei en ontwikkeling.
Volgens Piaget was het volwassen denken het eindproduct. Klassieke opsy gaat
er dus vanuit dat ook de ontwikkelingspsy een eindpunt heeft. Ontwikkeling werd
zo een synoniem voor volwassenwording. Hiervoor waren drie factoren van
belang:
Chronologische leeftijd: op een bepaalde leeftijd mag je bepaalde gedragingen en
veranderingen verwachten.
Biologische leeftijd: de menselijke ontwikkeling wordt min of meer bepaald door
fysieke factoren.
Sociale context: uitgangspunt is dat ontwikkeling bepaald wordt door invloeden
van de omgeving.
In de moderne opsy vindt men niet de precieze beschrijving van gedrag van kids
belangrijk maar de processen en mechanisme te verklaren die aan de basis
liggen van gedrag en gedragsverandering. Daarmee is de moderne opsy een
verklarende wetenschap geworden. Deze accent verschuiving heeft grote
gevolgen gehad voor de theorievorming en onderzoeksstrategieën in de opsy.
Levenslooppsychologie: als je met oudere in contact komt, kom je met
mensen met een geschiedenis in contact. Hun gedrag wordt bepaald door de
manier waarop hun leven verlopen is. Levenslooppsychologie heeft er voor
gezorgd dat we anders zijn gaan kijken naar de kinderlijke ontwikkeling. Er wordt
veel meer aandacht besteed aan de interactie tussen kinderen en hun omgeving
en de impact daarvan op hun verdere levensloop. Het overkomt niet zozeer
individuen maar wat mensen in hun handelen zelf vormgeven. De ontwikkelingen
en processen zijn je hele leven bezig. Er is dus geen eindpunt. Het is het
doorlopen van een aantal fase in een levenslang proces. Veranderingen doen zich
voor in alle aspecten van menselijk gedrag (biologisch, psychologisch en sociaal)
en staan met elkaar verbonden.
Ontwikkeling – ervaring – rijping: Geen enkel kind ontwikkelt zich op dezelfde
, manier. Met name de gene zorgen voor variatie. Toch is er een patroon te
ontdekken. Kinderen willen zich ontwikkelen: gaan staan, leren lopen, te praten.
Er is globaal gezien een universele ontwikkelingspatroon. Het verloopt bij
iedereen anders. Omgeving en cultuur speelt een grote rol. Het is belangrijk dat
er inbreng is van buitenaf (talige omgeving). De omgeving moet voor een goede
ontwikkeling stimulerende factoren bevatten: variabele ontwikkelingspatronen,
ontwikkeling en ervaring.
Ontwikkeling vindt plaats in interactie met de omgeving.
Welke factoren hebben de meeste invloed op gedrag en ontwikkeling?
Aangeboren biologisch? Omgevingsfactoren of ervaringsfactoren?
Vroeger was het aanleg óf omgeving: nature of nurture.
Nature: biologische ontwikkeling. Aanleg en genen. Kind ontwikkelt zichzelf.
Nurture: omstandigheden waarin het kind opgroeit. Ontwikkeling en rijping.
Mens komt ter wereld als tabula rasa (een onbeschreven blad) dat na de
geboorte ingevuld gaat worden.
De mens kan in potentie alles. Opvoeders kunnen er ook alles instoppen.
(Behaviorisme).
Bekende vertegenwoordigers zijn Skinner en Pavlov (methode: belonen en
straffen conditioneringsmethode).
Een derde stroming noemt interactie een belangrijk aspect van de ontwikkeling.
De culture omgeving belangrijke rol (Vygotsky). Vorming van de persoonlijkheid
komt tot stand onder invloed van enerzijds de erfelijke omgeving waarin hij
opgroeit. Hij bestudeerde de factoren die ontwikkelingsmogelijkheden van
kinderen bepalen met hulp van de opvoeder.
Daarbij kan de rijping van het centrale zenuwstelsel bepalend zijn naast de
aanleg en de omgevingsfactoren. Alles wordt vanuit de hersens gestuurd. Dat
gebeurt weer vanuit interactie met de omgeving. Ontwikkeling is dus niet alleen
een kwestie van ontwikkeling, ook van rijping.
Ecologische benadering: Bronfenbrenner (1917 – 2005): Ecologische
benadering (respect voor de omgeving ecologische pedagogiek
Door interactie met de omgeving ontwikkelt
een kind zich verder. Aanleg is wel van
toepassing.
Mens omgeving
Culturele omgeving heeft invloed.
Microsysteem : gezin zelf.
Mesosysteem: school, vriendjes, familie.
Exosysteem: werkkring, vereniging,
vriendenkring.
Macrosysteem: religie, politiek.
Chronosysteem: echtscheiding, verhuizing,
hertrouwen.
Om menselijke ontwikkelingen te begrijpen
moeten we de directe context van de