Hoofdstuk 1: the nature and process of social research
De stappen in het onderzoeksproces
(1)onderzoeksvraag (research question)
(2) literatuur bestuderen (literature review) (wat is er al bekend?)
(3) concepten en theorie (concepts are the way we make sense of the social world. Labels we give)
(4) selectie van onderzoekseenheden (sampling cases)
(5) dataverzameling
(6) data-analyse
(7) rapportage (writing up)
Hoofdstuk 2: social research strategies
De rol van theorie in onderzoek:
1. Het bereik (range) van een theorie
2. De richting van theorie-ontwikkeling: het testenof ontwikkelen een theorie
Bereik van een theorie
• Empirical generalization (Empirische generalisatie): een geïsoleerde propositie die een
geobserveerde samenhang tussen twee of meer verschijnselen samenvat. = concreet en beperkt
• Middle-range theories (Merton) = limited domain (beperkt gebied). Beperkt aantal aannames
waaruit specifieke hypotheses afgeleid kunnen worden.
• Grand theories: algemeen, abstract theoretisch framework.
Richting theorieontwikkeling
deductie = van theorie naar concrete hypothese.
inductie = van specifieke observaties naar theorie.
Iteratieve strategie: weaving back and forth between data and theory
Iteratie = herhaling. Na de fase van theoretische reflectie over de gegevens, gaat de onderzoeker
meer gegevens verzamelen om de theorie aan te scherpen. Dit komt vooral voor in “Grounded
theory” (hoofdstuk 23). Bij deze benadering begin je bij “observaties”.
Inductie bevat geen logische zekerheid (denk aan kalkoen verhaal)
Ontologie (zijnsleer)
Wat is de fundamentele aard van de werkelijkheid? Hoe zit de (sociale) werkelijkheid in elkaar? Wat
zijn de eigenschappen ‘het zijn’?
Centrale tegenstelling:
Objectivisme : het standpunt dat er een wereld/werkelijkheid bestaat, die onafhankelijk is van het
menselijk bewustzijn.
Constructivisme: het standpunt dat er geen wereld/werkelijkheid bestaat, die onafhankelijk is van
het menselijk bewustzijn. De werkelijkheid is een subjectief bouwsel (een ‘sociale constructie’), dat
door individuen of groepen mensen (‘subjecten’) wordt gevormd.
Epistemologie (kennisleer)
,Hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen? Watkunnen wij weten? Wat is de oorsprong, aard
en reikwijdte van onze kennis? Hoe komen wij tot aanvaardbare kennis?
Kortom: what is legitimate knowledge of the social world?
Thomas Kuhn vs Karl Popper
“Objective knowledge. An evolutionary approach”(1972)
Popper’s visie sluit aan bij het objectivisme:
Theorieën zijn met elkaar te vergelijken. We kunnen dichter bij ‘de waarheid’ komen door ze te
toetsen aan de ‘harde feiten’ en onjuiste theorieën weg te gooien.
“The structure of scientific revolutions”(1962)
Kuhn’s visie sluit aan bij constructivisme:
Het ene paradigma (zie p. 630) is niet beter dan de ander. Ze zijn incommensurable (onverenigbaar,
“incompatible”). Een paradigma-wisseling brengt ons niet dichter bij ‘de waarheid’.
“The competition between paradigms is not the sort of battle that can be resolved by proofs” (Kuhn)
Sociale wetenschappen: pre-paradigmatisch
Er is geen overeenstemming over de ontologische en epistemologische veronderstellingen, en dus
geen eenduidige visie op hoe onderzoek gedaan kan en moet worden.
Twee ideaaltypische benaderingen om kennis over de
sociale werkelijkheid te vergaren:
(1) Positivistische school: verklaren (Erklären)
(2) Interpretatieve school: begrijpen (Verstehen)
Positivisme (1)
Wat is de aard van de werkelijkheid? Hoe ziet goed bewijs of feitelijke informatie er uit?
(Empirisch) realisme (p.29): er is een “external reality”, onafhankelijk van de onderzoeker. Er zijn
observeerbare feiten, die los bestaan van onze persoonlijke gedachten en ideeën.
Empirisme (empiricism, p. 23): alleen kennis die we verkrijgen via zintuigelijke ervaring is acceptabel.
Intersubjectiviteit: er is overeenstemming over de observaties/feiten.
Wat is het doel en de aard van een verklaring of theorie?
Nomothetische verklaringen (nomos = wet), covering law model (p.69): we zijn op zoek naar
universele, causale wetmatigheden om patronen in menselijk gedrag te verklaren.
Hoe komen we tot kennis?
Toetsing van hypothesen: vergelijk theorieën met “de harde feiten”. Door eliminatie van onjuiste
theorieën kunnen we stap-voor-stap leren van onze fouten.
Inductieprobleem > oplossing: falsificatie (Karl Popper):
We hebben niet zo veel aan een bevestigende observatie (“ik zag vandaag weer een witte zwaan”),
maar wel aan een weerlegging (“ik zie nu een zwarte zwaan”).
Wat is de rol van waarden en normatieve oordelen?
Waardevrijheid: objectieve kennis is gebaseerd op feiten, niet op normen, opinies of geloof.
Strikte scheiding tussen normatieve en wetenschappelijke uitspraken: resultaten van onderzoek
moeten los staan van sociale en politieke waardeoordelen. Uit wat is kan men geen ethische
norm afleiden.
, Interpretivisme (2)
Wat is de aard van de werkelijkheid? Hoe ziet goed bewijs of feitelijke informatie er uit?
Constructivisme: “social phenomena and their meanings are continually being accomplished by social
actors” (p.33)
Harde feiten bestaan niet. Ze zijn ingebed in ‘betekenisgeving’. Mensen maken en hanteren in hun
dagelijks leven constructies die hun in staat stellen om gebeurtenissen en ervaringen te begrijpen.
Wat is de aard en het doel van een verklaring of theorie?
Doel: “interpretive understanding of social action”. We bestuderen de subjectieve betekenis van
menselijk handelen.
Hermeneutiek (‘uitleggen’): de studie van de interpretatie van geschreven teksten.
Aard van een verklaring of theorie is ideografisch (p.69): Beschrijving van een uniek proces of geval
dat zich nooit op dezelfde manier zal herhalen.
Hoe komen we tot kennis?
-Gain access to people’s ‘common-sense thinking’.
-Laying bare how members of a social group interpret the world around them.
Let op:
Tweede (epistomologische) betekenis van constructivisme (p.33): de onderzoeker presenteert altijd
één specifieke versie van de sociale werkelijkheid. “researchers’ own accounts of the social world are
contructions” (= een antirealistisch standpunt).
Wat is de rol van waarden en normatieve oordelen?
Relativisme: geen enkele waarde is beter dan de andere.
Reflexiviteit (p. 393): wees je bewust van de mogelijke invloed die je persoonlijke perspectief en
waarden gehad kunnen hebben op het onderzoek.
Research Strategies
Kwalitatief versus kwantitatief
Spreektaal: gebruik je getallen of niet?
Formeler:
Kwantitatief: measure objective facts (verklaren)
Kwalitatief: measure cultural meaning, how social reality is
constructed (begrijpen)
Kwalitatief Kwantitatief
Theorievorming Inductie Deductie
Ontologie Constructivisme Objectivisme
Epistomologie Interpretatief Positivistisch
Object van studie Perspectieven Feiten
Doel van studie Begrijpen Verklaren
Hoeveel cases Case study Zoveel mogelijk
Be careful about hammering a wedge!
Deductie is bijvoorbeeld niet altijd kwantitatief en inductie niet altijd kwalitatief.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessvb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.