DEEL 1: DIAGNOSTIEK & BENADERING
WEEK 1 & 2
Introductie van het programma, de zelfredzaamheidsmatrix, diagnostisering, verklaring, behandeling
en impact van armoede.
HOOFDSTUK 1: PSYCHIATRIE EN MAATSCHAPPIJ
Wat stelt de psychiatrie voor als zij zo gemakkelijk te misleiden is en zich bovendien zo moeilijk laat corrigeren?
Heeft een psycholoog of psychiater eigenlijk wel meer mensenkennis dan iemand die gewoon zijn gezond
verstand gebruikt?
PARAGRAAF 1: GEK OF ZIEK?
In de middeleeuwen werd een opvallende ziekte beschouwd als ‘straffe Gods’ of als teken van duivelse
bezetenheid. Mensen moesten boeten in de gevangenis of op de brandstapel.
Vanaf de zeventiende eeuw, met toenemende geneeskunde, sprak men van krankzinnigheid of geesteszieken.
Mensen werden behandeld in speciale gestichten in mensonwaardige omstandigheden.
In de negentiende eeuw kwam er een aparte plaats in de geneeskunde en werden zenuwziekten gelijkgesteld
met hersenziekten. Gestichten werden omgevormd tot ziekenhuizen, waar de verzorging verbeterde maar
behandeling beperkt bleef.
In de 20e eeuw werden psychische stoornissen psychologisch verklaard en behandeld, onder invloed van
Sigmund Freud en zijn psychoanalyse.
Neurosen: lichte stoornissen die behandeld werden met psychotherapie
Zware stoornissen werden doorgestuurd naar levenslang verblijf in een kliniek
In de jaren 60 zorgden de ontdekking van medicijnen tegen depressie, angst en psychose voor een
omwenteling. Daarop volgde een periode van kritiek vanuit de antipsychiatrie.
Antipsychiatrie: een beweging die zich afzette tegen de medische psychiatrie. Niet de mensen waren
ziek, de maatschappij was.
Intussen is dit niet meer zo en heeft de psychiatrie zich ontwikkeld. Er zijn drie grote stromingen.
1. Biologische psychiatrie
2. Psychotherapeutische psychiatrie
3. Sociale psychiatrie
De omschrijving van psychische stoornissen hangt nauw samen met de betekenis abnormaliteit en ziekte.
Normaal: voldoen aan een bepaalde norm van een specifieke sociale groep.
Abnormaliteit: elke afwijking ten opzichte van een norm
De beoordeling of bepaald gedrag normaal is, hangt af van uiteenlopende criteria:
Kenmerken van de beoordeelde persoon: leeftijd, geslacht, beroep, maatschappelijke positie en
sociale rol.
o Voorbeeld: bepaald gedrag wordt normaal bevonden bij een kind, maar niet bij een
volwassenen.
Tijd en plaats van het gedrag
o Voorbeeld: in een bikini op straat lopen wordt als gek beschouwd.
Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdsgeest
o Voorbeeld: de discussie of homoseksualiteit een afwijking is
,Voor het beoordelen van menselijk gedrag bestaat dus geen vaste en neutrale maatstaf, maar gebruikt men de
normen en waarden die sterk cultuur- en tijdsgebonden zijn. Hetzelfde geldt voor het vaststellen van een
stoornis. Abnormaal gedrag betekent niet direct gestoord gedrag
Voorbeeld: hoogbegaafde mensen worden niet gezien als gestoord, maar zwakbegaafden wel. Toch
gaan het in beide gevallen om een afwijking van de ‘normale’ intelligentie.
In het voorbeeld spelen verwachtingen en eisen van de omgeving een doorslaggevende rol: hoe tolerant is de
gemeenschap ten aanzien van individuen die zich niet aan de gangbare sociale normen (kunnen) aanpassen?
Hoe hoger de eisen, hoe lager de tolerantie, hoe minder aanvaardbaar een bepaalde afwijking wordt.
Abnormaal gedrag wordt dan als een stoornis beschouwd als het de betrokken persoon en/of de
omgeving hindert.
o Let op: er staat en/of! Dit betekent dat anderen bepaald gedrag gestoord kunnen vinden,
zonder dat de betrokken individu dat zelf vindt. In dat geval zal het individu zich moeten
aanpassen, omdat anders uitstoting door de gemeenschap volgt.
KADER 1A: POLITIEK MISBRUIK VAN DE PSYCHIATRIE
Andere tijden, andere zeden. Dit gezegde geeft aan dat normen en waarden voortdurend aan verandering
onderhevig zijn. Daardoor wijzigen ook de opvattingen over gedragingen en personen die men als abnormaal
beschouwt. Het is lastig om precies te omschrijven wat abnormaal gedrag is, de grenzen tussen abnormaal en
normaal zijn niet altijd helder. Het criterium dat abnormaal gedrag hinderlijk is, lost niet alles op.
Voorbeeld: het is voor betrokkene zelf lastig om te bepalen wanneer iemands gedrag echt hinderlijk
is, laat staan voor anderen. Door deze onduidelijkheid bestaat het risico dat iedere vorm van
ongewenst, onconventioneel of excentriek gedrag als hinderlijk wordt benoemd.
PSYCHIATRISEREN VAN ONGEWENST GEDRAG.
Drapetomanie: de ziekelijke neiging van slaven om weg te lopen. Dit is een tijdgebonden voorbeeld van
psychiatriseren van ongewenst gedrag uit de tijd van slavernij.
Andere voorbeelden:
In het westen behoorden masturbatie en homoseksualiteit tot de psychische aandoening.
In China worden mensen nu nog altijd onderworpen aan verplichte opsluiting, medicatie en
elektroshocks om hun seksuele geaardheid te veranderen.
Psychiaters nemen bij legitimering van dit soort praktijken een sleutelpositie in. Zij zijn degene die moeten
uitmaken of iemand aan een aandoening lijdt. Ze worden geconfronteerd aan een dubbele loyaliteit, zowel
tegenover cliënten als tegenover instanties. Wanneer de psychiater in dienst van een politieke macht
optreedt, kan dit kwalijke gevolgen hebben.
PSYCHIATRIE IN DE SOVJET-UNIE.
Onder het communistische regime werd psychiatrie misbruikt om afwijkende meningen te onderdrukken.
Voorbeeld: wie de machthebbers te kritisch benaderde, liep het gevaar in een psychiatrische kliniek te
komen.
IS TRUMP BAD OR MAD?
De psychiatrie kan niet alleen politiek misbruikt worden tegen burgers, maar ook tegen machthebbers.
Voorbeeld: een psycholoog begon een handtekeningenactie tegen president Trump. Trump zou
volgens hem voldoen aan een narcistische-, antisociale- en paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Dat
zou hem ongeschikt maken voor het uitoefenen van zijn verantwoordelijke functie en reden zijn tot
afzetting. Dit leidde tot en weerstand van collega’s.
o Een dergelijke diagnose op afstand is onverantwoord en in strijd met de beroepscode.
o Psychiaters en psychologen moeten geen uitspraken doen over publieke figuren die ze nooit
onderzocht hebben en nooit om een oordeel hebben gevraagd.
, o De aanwezigheid van een psychische stoornis hoeft nog niks te zeggen over het functioneren
in een bepaalde groep.
o Trump is ‘bad- not mad’ en de vraag of hij geschikt is als president moet politiek worden
opgelost, niet via de psychiatrie.
Abnormaal gedrag is niet automatisch een stoornis. Niet elke stoornis heeft betrekking op een psychische
stoornis. Het kan gaan om:
Een zuivere lichamelijke aandoening: een communicatieprobleem ten gevolge van aangeboren
doofheid.
Een sociaaleconomisch probleem: storend gedrag van dak- en thuislozen.
Om te spreken van een psychische stoornis is een zienswijze op grond van wetenschappelijke kennis
noodzakelijk. Het gestoorde gedrag moet een aantal kenmerken vertonen:
De stoornis moet ook bij andere personen als storend zijn vastgesteld
De gelijkenis (op grond van een overeenkomstig patroon) moet beschreven en geordend kunnen
worden binnen het begrippenkader van de psychiatrie.
o Wetenschappelijke consensus: een psychische stoornis kan niet door één beoordelaar met
diens persoonlijke normenstelsel worden geconcludeerd. Andere deskundigen moeten tot
dezelfde conclusie kunnen komen.
o Principe van repliceerbaarheid: indien het gaat om een nieuwe (nog onbekende) stoornis,
dan moet de vaststelling ook door collega-deskundige mogelijk zijn.
Op grond van deze principes ontwerpt de psychiatrie een gemeenschappelijke taal, waarmee psychische
stoornissen beschreven en geordend kunnen worden. De psychiatrie kan niet ontsnappen aan de invloed van
sociale normen, toch is een kritische, wetenschappelijke werkwijze noodzakelijk om misbruik te voorkomen
(paragraaf 2).
Verschillende definities van ziekten.
Medische opvatting: een lichamelijke afwijking, aandoening of stoornis met een specifieke oorzaak,
een duidelijk verloop en een aangepaste therapie. In dit boek wordt niet gesproken over psychische
ziekten. De medische definitie daarvan komt niet overeen met de psychiatrische, met uitzondering
van een beperkte groep stoornissen waarvan een (neuro)biologische oorzaak bekend is.
o Voorbeeld: psychische stoornissen door misbruik van alcohol en drugs of op grond van
hersenaandoeningen (hoofdstuk 18 en 19)
Psychologische opvatting: de beleving van ziek zijn.
o Voorbeeld: de subjectieve ervaring van onwel zijn, lijden of beperkingen in het lichamelijke,
psychische en/of sociaal functioneren.
Sociologische opvatting: de rol van het ziek zijn.
o Voorbeeld: de behoefte aan erkenning als patiënt (het aannemen van een maatschappelijk
bepaalde cliëntrol) en de verwachting zoeken naar herstel door raadpleging van een
deskundige (de rol van de hulpvrager).
In dit boek gebruiken we de term cliënt boven patiënt. Het begrip heeft een minder medische connotatie en
past beter bij het ambulante karakter dat de psychiatrische zorg heeft gekregen.
PARAGRAAF 2: WETENSCHAP EN PRAKTIJK
Betekenis psychopathologie
Engelstalige literatuur: een verzamelbegrip voor het geheel van psychische stoornissen.
Zuiverste betekenis: de wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden. Het betreft de
wetenschappelijke kennis (geput uit ervaring en onderzoek) die ten grondslag ligt aan de kunde van
de psychiatrische praktijk.
Dit boek: combineert de bovengenoemde begrippen en beschouwt de psychiatrie als een toegepaste
wetenschap.
, In de deskundige omgang met mensen met psychische problemen spelen verschillende aspecten een rol.
Algemene kennis: wetenschappelijke kennis is noodzakelijk voor een deskundige begeleiding.
Wetenschappelijke kennis kan slechts betrekking hebben op een deelaspect van de persoon. Door dit
deelaspect bij individuen te ordenen, ontleden en vergelijken, kunnen we mensen beter begrijpen en
behandelopties bieden.
o Objectief en generaliserend: individuen worden vergeleken op een deelaspect.
Persoonlijk aanvoelen: het aanvoelen of inlevend begrijpen van de cliënt in zijn eigen context.
o Subjectief en individualiserend: gericht op het unieke van elk persoon, die alleen vanuit zijn of
haar eigen leefsituatie te kennen is.
Dit boek wil algemene kennis samenvatten als antwoord op de vraag: wat weten we van deze problematiek
volgens de stand van het huidig wetenschappelijk onderzoek?
De werkwijze van de hedendaagse psychiatrie is geïnspireerd door het medische model. Dit model houdt hier
een systematische werkwijze in om pathologische verschijnselen te bestuderen en te wijzigen. Hierin zijn de
volgende stappen te onderscheiden:
Diagnose: een beschrijving van karakteristieke eigenschappen, ongeacht de mogelijke verklaring van
de stoornis.
Verklaring: verkenning van factoren die de stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt, bevorderd of in
stand gehouden.
Prognose: een op onderzoek gebaseerde voorspelling van het mogelijke verloop van de stoornis,
enerzijds zonder therapeutisch ingrijpen (natuurlijk verloop) en anderzijds onder invloed van
behandeling.
Therapie: een ontwerp en uitvoering van bepaalde interventies op grond van de bovengenoemde
punten, met het doel de stoornis te doen verdwijnen of verbeteren.
Preventie: een ontwerp en uitvoering van een actieplan op grond van de bovengenoemde punten
om:
o Stoornissen te voorkomen: primaire preventie
o Stoornissen zo snel en effectief mogelijk te behandelen ter voorkomingen van
resttoestanden: secundaire preventie
o Nadelige gevolgen van een stoornis te beperken: tertiaire preventie of revalidatie
PARAGRAAF 3: WERKTERREINEN
Geestelijke gezondheidszorg (ggz): het geheel van de hulpverlening variërend van huisarts tot zorgverleners
en instellingen.
Drie groepen ggz-voorzieningen
1. Ambulante of extramurale zorg
Richt zich op cliënten in hun eigen woonomgeving. Dit is de meest belangrijke vorm van zorg.
Ambulante zorg wordt verleend door vrijgevestigde zorgverleners (psychologen, psychiaters en
psychotherapeuten) die een praktijk aan huis voeren. Een groter aantal cliënten komt terecht in een
voorziening voor ambulante zorg (dus zonder opname). Multidisciplinaire teams zorgen er voor
preventie, behandeling, crisisdiensten en crisisopvang.
Het streven van ambulante zorg is ambulantisering: minder klinische en meer ambulante
behandeling, dus het reduceren van bedden. Er wordt gewerkt aan zelfmanagement, eigen
verantwoordelijkheid en maatschappelijke participatie van cliënten. De opgave is om rondom hen een
netwerk op te bouwen waarin zorgverleners uit de ggz optimaal samenwerken met huisarts en
mantelzorgers.
Voorbeeld: jeugdzorg is onder regie van multidisciplinaire wijkteams. Vanuit een integrale visie
kijken de teams wat bewoners zelf kunnen en waar ondersteuning nodig is. Daarmee verschuift
de zorg steeds meer naar de natuurlijke leefomgeving van cliënten.