COLLEGE AANTEKENINGEN HANDELSRECHT (2020 - 2021)
ONDERNEMINGSRECHT
Week 1A: Ondernemingsvormen
ONDERNEMINGSRECHT IN HET ALGEMEEN
Thema’s van het ondernemingsrecht
Er zijn drie hoofdthema’s van het ondernemingsrecht te onderscheiden:
1. Juridische organisatie van de onderneming (o.a. organen/bevoegdheden/ruzie)
2. Vertegenwoordiging
3. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Privaatrechtelijke rechtspersonen en personenvennootschappen
Ondernemingen zijn grofweg onder te verdelen in twee groepen: privaatrechtelijke rechtspersonen en
personenvennootschappen.
De privaatrechtelijke rechtspersonen vinden we in boek 2 BW. Hieronder vallen: verenigingen,
coöperaties, naamloze vennootschappen (NV), besloten vennootschappen (BV) en stichtingen. Onder
personenvennootschappen verstaan we de maatschap, VOF en CV. Dat zijn
samenwerkingsovereenkomsten (art. 7A:1655 BW). Daarnaast kennen we de eenmanszaak.
RECHTSPERSONEN
De relevante wettelijke regelingen voor rechtspersonen
Wat zijn de relevante wettelijke regelingen voor rechtspersonen?
● Boek 2 BW
● Handelsregisterwet 2007 & Handelsregisterbesluit 2008
● Wet op de Ondernemingsraden (WOR)
● Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen 2020 (deze wet treedt in werking per 1 juli 2021)
Daarnaast zijn de door de rechtspersoon zelf opgestelde regels betreffende de interne organisatie
relevant (de statuten). Statuten zijn voor iedere privaatrechtelijke rechtspersoon verplicht. Statuten
worden opgemaakt bij de notaris en maken onderdeel uit van de akte van oprichting (art. 2:66 BW
(NV)). Statuten zijn niet in beton gegoten; statutaire bepalingen kunnen tussentijds worden gewijzigd.
Statutaire bepalingen mogen nooit in strijd zijn met wettelijke bepalingen.
Rechtspersoonlijkheid
Art. 2:5 BW: ‘’Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon
gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.’’ Oftewel, rechtspersonen zijn zelfstandig drager van
eigen rechten en plichten.
Belangrijke kenmerken van rechtspersoonlijkheid zijn dat rechtspersonen niet zelf kunnen handelen
en dat elke rechtspersoon daarom altijd een bestuur heeft. Een bestuur is een van de organen van
de privaatrechtelijke rechtspersoon. Het bestuur handelt namens de rechtspersoon. Ook heeft een
rechtspersoon een ‘’eigen vermogen’’. Dat is afgescheiden van privé-vermogens van bestuurders en
andere betrokkenen.
Een bijkomende afspraak van rechtspersoonlijkheid is dat er in beginsel geen persoonlijke
aansprakelijkheid is voor schulden van de rechtspersoon voor bestuurders, aandeelhouders (zie
art. 2:64; 2:175 BW), leden van de vereniging en toezichthouders.
Bijzondere uitzonderingen bij rechtspersoonlijkheid zijn:
● Voor leden coöperatie geldt dat zij onder omstandigheden moeten instaan voor de schulden
van de coöperatie. Dat gaat om W.A. en B.A. (zie art. 2:55 lid 1 jo. 2:56 BW).
● Voor bestuurders van een informele vereniging geldt dat ook (art. 2:30 BW).
1
,Het doel van de rechtspersonen
● Doel NV/BV: Het drijven van een onderneming gericht op het behalen van winst. De winst is
bestemd voor de aandeelhouders van de NV/BV.
● Doel coöperatie: Het drijven van een onderneming gericht op het behalen van winst. De
winst is bestemd voor de aandeelhouders van de coöperatie.
● Doel stichtingen/verenigingen: Stichtingen en verenigingen kennen een
winstuitkeringsverbod (art. 2:285 lid 3 BW; art. 2:26 lid 3 BW). Dat betekent dat het verboden
is om behaalde winst uit te keren aan verenigingsleden of bestuurders van de stichting. Dat
betekent niet dat de stichtingen/verenigingen geen winst mogen behalen. Een stichting mag
wel een ideële of een sociale uitkering doen (vb. KWF, Hartstichting). Salarissen mogen wel
worden uitgekeerd aan bestuurders van de stichting/vereniging.
DE NV EN DE BV
Wettelijke regelingen ten aanzien van de NV en BV
Boek 2 BW bestaat uit negen titels, waarvan:
● De NV is geregeld in Titel 4 Boek 2 BW
● De BV is geregeld in Titel 5 Boek 2 BW
Let echter op! Titel 1 Boek 2 BW ‘Algemene bepalingen’. Deze algemene bepalingen gelden voor
alle rechtspersonen, dus ook voor de NV en BV!
Belangrijk is art. 2:25 BW: Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor
zover dat uit de wet blijkt.
Hoe komt de NV/BV aan geld?
Voor de NV (art. 2:64 BW) en voor de BV (art. 2:175 BW). Iedere NV en BV kent een in aandelen
verdeeld kapitaal. Voor de BV geldt dat er 1 of meer aandelen moet zijn uitgegeven, voor de NV
geldt dat er meer dan 1 aandeel moet zijn uitgegeven. We noemen NV/BV ook wel
kapitaalvennootschappen. Het kapitaal wordt bijeengebracht wordt door derden. Een NV/BV heeft
meestal 1 of meer aandeelhouders.
Aandeelhouders die aandelen nemen moeten een bepaald bedrag storten op die aandelen. Die
storting op aandelen kan in in geld of in natura (art. 2:80a jo. 2:80b BW ;;; art. 2:191a jo. 2:191b
BW).
Oprichting van de NV en de BV
Oprichting van de NV en de BV dient door een of meer personen te gebeuren (art. 2:64 lid 2 BW
;;; art. 2:175 lid 2 BW). De NV en BV moeten worden opgericht bij akte van oprichting bij de notaris.
In die akte van oprichting moeten de statuten zijn opgenomen (art. 2:65 jo. 2:66 BW ;;; art. 2:176 jo.
2:177 BW). Die akte van oprichting moet bij notariële akte (art. 2:4 jo. 2:64 lid 2 ;;; 2:175 lid 2 BW).
Dat is een ontstaansvoorwaarde.
Daarnaast moet de NV of BV ook worden ingeschreven in het Handelsregister. Er is dus een
verplichting tot inschrijving in het Handelsregister. Zie hiervoor art. 2:69 lid 1 jo lid 2 ;;; art. 2:180 lid
1 BW. Daarnaast ook artt. 5 t/m 7 en 18 Hrgw 2007 en art. 22 Hrgb 2008. Inschrijving is geen
ontstaansvoorwaarde! Het Handelsregister heeft tot doel om een soort burgerlijke stand bij te
houden van alle rechtspersonen en ondernemingen in Nederland. De gedachte daarvan is dat
potentiële wederpartijen moeten kunnen achterhalen wat de organisatiestructuur is. Het is dan dus de
bedoeling dat in het Handelsregister actuele informatie staat. Dat bevordert de rechtszekerheid. De
sanctie van niet-inschrijving is dat de bestuurders persoonlijke aansprakelijkheid hebben (zie art.
2:69 lid 2 sub a ;;; 2:180 lid 2 BW). Die hoofdelijke aansprakelijkheid vervalt zodra de NV of BV
2
,wordt ingeschreven, behalve voor handelingen die zijn gedaan voordat de NV of BV was
ingeschreven.
We kennen sinds 2011 de Wet Controle op rechtspersonen. Dienst Justis houdt doorlopend
toezicht op rechtspersonen. Zij houden zich bezig met het voorkomen van fraude en witwassen. Sinds
2016 kennen we ook nog het civielrechtelijk bestuursverbod (art. 106a Fw); wanneer een
bestuurder betrokken is bij drie opeenvolgende faillissementen, dan wordt vermoed dat de bestuurder
de rechtspersoonlijkheid misbruikt. Sinds 2020 kennen we het UBO-register; als je ten minste 25%
van de aandelen houdt, dan worden jouw persoonlijke gegevens geregistreerd in het UBO-register.
De NV
Voor de NV geldt dat er een minimumkapitaalvereiste is van €45.000,- (art. 2:67 lid 2 BW). De NV
moet aandelen uitgeven bij oprichting. Die aandelen vertegenwoordigen een bepaalde waarde (€10,
€100, etc.). Het ‘bedrag van de aandelen’ is de nominale waarde. Dat is de beginwaarde die in de
statuten aan de aandelen is toegekend. Bij oprichting moet er direct aan de NV worden betaald. Dat
noemen we storting op aandelen. Stel dat je als NV 45 aandelen uitgeeft van €1.000,-, dan moet op
ieder aandeel €1.000,- worden gestort. Dit wordt ook voorgeschreven door de tweede EEG-richtlijn.
Het minimumkapitaalvereiste is een regel voor kapitaalbescherming. De gedachte is dat het kapitaal
van de NV bij oprichting een bepaalde omvang moet hebben om uiteindelijk de schuldeisers van de
NV te beschermen. Er moet dus voor de schuldeisers een kapitaal van een zekere omvang zijn die
een bepaalde reële vermogenswaarde vertegenwoordigt, zodat de schuldeisers weten dat hun
schulden worden voldaan. De grote vraag is of dat met dit systeem ook wordt bereikt. Het is eigenlijk
een illusie.
De BV
De Nederlandse wetgever heeft ten aanzien van de BV geen minimumkapitaalvereiste meer. Tot 1
oktober 2012 was er een minimumkapitaalvereiste van €18.000,- voor de BV. Dat is nu niet meer zo.
Uit de Memorie van Toelichting volgt dat de afschaffing van het minimumkapitaal tot gevolg heeft dat
een BV kan worden opgericht met een zeer gering kapitaal, bijvoorbeeld één aandeel met een
nominale waarde van 0,01 eurocent.
NV: storting op aandelen
Bij een NV kan storting in geld of in natura (art. 2:80a, 2:80b BW). Storting in natura betekent
bijvoorbeeld dat je een verhuiswagen inbrengt als volstorting van de aandelen. Dat betekent dat als
de storting gedaan is, dat dan de NV eigenaar is geworden van de verhuiswagen.
● In geld: Er moet in geld worden gestort voor of bij oprichting. Er moet dan een
bankverklaring worden afgegeven (art. 2:93a BW).
● In natura: Er moet in natura worden gestort bij of na oprichting (art. 2:94a en 2:94b BW). Er
moet dan een beschrijving worden gemaakt van hetgeen wordt ingebracht + een
accountantsverklaring (art. 2:94a en 2:94b lid 2 BW).
Verklaringen voor of bij oprichting - zoals bovenstaande - zijn oprichtingsvoorwaarden. Als
dergelijke verklaringen dus niet zijn bijgevoegd, dan vormt dat een oprichtingsgebrek en loopt de
NV het risico om te worden ontbonden op grond van art. 2:21 BW (ontbindingsgevaar).
BV: storting op aandelen
Bij een BV kan storting in geld of in natura (art. 2:191a, 1:191b BW).
● In geld: De bankverklaring is afgeschaft!
● In natura: Er moet in natura worden gestort bij of na oprichting (art. 2:204a en 2:202b BW).
De accountsverklaring is afgeschaft. Het is voldoende om een beschrijving van hetgeen
wordt ingebracht bij te voegen.
3
, Wat is een aandeel?
Niemand weet wat een aandeel is. Er is geprobeerd om een sluitende definitie van aandelen te
verzinnen, maar dat is nooit iemand gelukt. In het ondernemingsrecht wordt het aandeel omschreven
als een vermogensrecht van eigen aard. Het enige wat wel duidelijk is is dat een aandeel een goed
is in de zin van Boek 3 BW.
De functies van aandelen zijn:
1. Vermogen aantrekken: Je kunt vermogen aantrekken door:
● Door uitgeven (= emissie/plaatsen) van aandelen
● Bij oprichting, maar ook in de periode na oprichting
○ NV: art. 2:96 en 2:80 BW
○ BV: art. 2:206 en 2:191 lid 1 BW
● ‘’Geplaatst kapitaal’’ = onderdeel eigen vermogen (art. 2:373 BW)
● Alternatieven: geld lenen en behaalde winsten reserveren
2. Winst (uitkeren van winst = dividend)
● NV: Ieder aandeel geeft in beginsel recht op winst (art. 2:105 lid 9 BW)
● BV: Bepaalde aandelen kunnen van uitkering winst worden uitgesloten (art. 2:216
lid 7 BW). Uit de MvT volgt dat het in sommige gevallen gewenst kan zijn dat een
aandeelhouder niet deelt in de winst van de BV, bijvoorbeeld indien de oprichter van
een familievennootschap als aandeelhouder wil meebeslissen over de gang van
zaken in de vennootschap, maar de winst geheel aan zijn kinderen wil doen
toekomen.
3. Zeggenschap: Iedere aandeelhouder heeft zeggenschap.
● Je hebt zeggenschap door het uitoefenen van stemrecht in de Algemene
Vergadering. Dat ziet kort gezegd op de structuur en inrichting van de NV/BV:
○ benoeming en ontslag bestuurders (art. 2:132 en 2:134 resp. 2:242 en
2:244 BW)
○ statutenwijziging (art. 2:121 resp. 2:231 BW)
○ emissie van aandelen (art. 2:96 resp. 2:206 BW)
○ bestemming van de winst (art. 2:105 resp. 2:216 BW)
○ ontbinding (art. 2:19 BW)
● NV: Een aandeel geeft in beginsel 1 stem (art. 2:118 lid 1 BW)
● BV: Er kunnen ook stemrechtloze aandelen zijn (art. 2:228 lid 5 BW). Uit de MvT
volgt dat er behoefte kan bestaan aan stemrechtloze aandelen wanneer aandelen
zijn toegekend in het kader van werknemersparticipaties of aan externe
kredietverstrekkers zoals banken. In die gevallen wordt gedeeld in de winst zonder
dat directe invloed op de besluitvorming in de vennootschap nodig of wenselijk wordt
geacht. Stemrechtloze aandelen geven altijd recht op winst!
Aandelen in de BV
Er zijn een aantal belangrijke regels ten aanzien van aandelen in de BV:
● Alleen aandelen op naam; de persoonlijke gegevens van de aandeelhouder staan op dat
aandeel. De aandeelhouders zijn bekend bij de vennootschap, want de vennootschap moet
een aandeelhoudersregister worden bijgehouden (art. 2:194 BW).
● In beginsel is er een blokkeringsregeling, tenzij de statuten anders bepalen (art. 2:195 lid 1
BW).
● Emissie en levering van aandelen moet middels notariële akte (art. 2:196 BW)
● Er dient erkenning van de levering door de vennootschap of betekening van de akte aan de
vennootschap te zijn (art. 2:196a BW). Daarmee wordt de vennootschap in de gelegenheid
gesteld om de nieuwe persoonsgegevens van de nieuwe aandeelhouder in het register op te
nemen. Zolang de levering niet is erkent of betekent, dan kan de nieuwe aandeelhouder de
aandeelhoudersrechten niet uitoefenen
4