M&O 1
Samenvatting
Inleiding + H1 + H2
+ H9 + H11
,Inleiding
Management of bedrijfsvoering is het bij elkaar brengen van mensen om
samen een gewenst doel te bereiken. Management omvat het hebben van een
visie, het maken van een plan (planning), dit (laten) uitvoeren en dit eventueel
(laten) controleren en bijsturen. Onderdeel is ook het verzamelen van de
benodigde middelen in de vorm van mensen, geld, techniek, grondstoffen, etc.;
alles wat nodig is. Bij voorkeur effectief.
Bedrijf, instelling of vereniging die een activiteit verzorgt en een eigen bestuur
heeft (organisatie in institutionele zin).
De manier waarop de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in een bedrijf of
instelling zijn vastgesteld en afdelingen zijn vorm gegeven (organisatie in
instrumentele zin: de organisatie van de organisatie).
De activiteit om iets tot stand te brengen: het organiseren van een feest of
evenement (organisatie in functionele zin).
Organisatie en Management = Organisatiekunde
Organisatiekunde =
een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met
- het bestuderen van het gedrag van/in organisaties;
- de factoren die dit gedrag bepalen en;
- de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen
worden.
- de definitie van organisatiekunde omvat twee aspecten van het vakgebied:
Descriptief, beschrijving van het gedrag van organisaties, met de motieven en
gevolgen
Prescriptief, advies over de te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen
Interdisciplinariteit, bij het bestuderen van organisaties spelen vele
wetenschappelijke vakgebieden (disciplines) een rol.
Besturing, poging tot gerichte beïnvloeding.
Doeltreffendheid of effectiviteit, de mate waarin de besturing slaagt.
De behandelde denkrichtingen en persoonlijkheden hebben allemaal invloed
gehad op de ontwikkelingen van het vakgebied organisatiekunde. In het
overzicht de sleut
Adam Smith (1723 – 1790) Wealth of Nations (1776), Ruim 200 jr dood;
nog steeds actueel
• De vader van de moderne economie.
• Een van de grondleggers van het klassieke liberalisme.
• Het nastreven van het eigen individuele belang resulteert ook in het
grootste maatschappelijke belang.
• Eigenbelang mag echter niet verworden tot egoïsme; een mens moet er
voor de ander zijn
• Productieve arbeid is de bron van welvaart
• Afwijzen Mercantilisme (geld/goud)
• Arbeidsverdeling verhoogt de productiviteit
Frederic Taylor (1856 – 1915), Vader van Scientific Management
(Taylorisme)
, • Wetenschappelijke analyse werkzaamheden (bewegingsstudies)
• Taakverdeling en training
• Samenwerking/vriendshap tussen medewerkers en leidinggevenden leidt
tot hogere productie
• Bedrijfsleiders worden verantwoordelijk voor
werkmethoden/productievoorwaarden
• Juiste man op de juiste plaats
• Invoeren prestatiebeloning
Arbeidsverdeling over 8 functies: tijd/kosten, instructies, beweging/volgorde,
werkvoorbereiding, onderhoud, kwaliteit, technische leiding, personeelsbeheer
Henry Fayol (1841 – 1925)
De ’General management-theorie’
• Gebieden en taken
• Eenheid van commando (iedere
werknemer heeft één directe baas
• Het leger bood de inspiratie
• Tegenstander van Taylor
(meerdere bazen)
Max Weber (1864 – 1920)
Bureaucratie (‘Wissenschaft als Beruf’)
• Sterk doorgevoerde taakverdeling
• Afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
• Onpersoonlijke relaties
• Werving op basis van bekwaamheden/kennis (geen ‘vriendjes’)
• Beloning o.b.v. objectieve criteria
• Uitvoering werk volgens vaste routine
• Alle procedures schriftelijk vastleggen
• Beperkte macht bij functionarissen
Iedere organisatie werkt volgens de hierboven genoemde kenmerken. Op dat
moment is er sprake van de ideale bureaucratie. Deze organisatievorm is het
meest doelmatig. Ieder mens functioneert als een radertje in een goed geoliede
machine.
Elton Mayo (1880 - 1849), Human Relations beweging (1945)
• Voerde experimenten uit die het verband tussen verbetering van
arbeidsomstandigheden en productiviteit moesten aantonen
• Naast objectieve factoren spelen er bij productiviteitsverbetering ook
subjectieve factoren mee (aandacht, zekerheid, waardering)
Gelukkige en tevreden mensen leveren veelal een maximale arbeidsprestatie.
Goede verhoudingen, kleine groepen, aandacht en waardering, eigen
verantwoordelijkheid en vrijheid.
Rensis Likert (1903 – 1981). Het Revisionisme (1950); de Linking Pin
structuur
- Waarbij de organisatie bestaat uit elkaar overlappende groepen, waarbij
de leider van de groep ook lid is van een hogere groep (linking pin). Hij
dient te groep te leiden maar ook te zorgen voor communicatie met de
hogere groep.
Kenneth Boulding (1910 – 1993). De systeembenadering (1950)
, - Benadering stelt dat management organisatieproblemen integraal moet
aan pakken. Dat wil zeggen dat men niet alleen moet kijken naar de
belangen van een enkel organisatieonderdeel maar ook naar de invloed
van genomen beslissingen op de totale organisatie.
Denken over Organisatie en Management
De piramide van Maslow
• Fysiologisch: behoeften aan eten, drinken, slapen, seks
• Zekerheid: én veiligheid (bescherming, stabiliteit)
• Acceptatie: vriendschap, erbij horen
• Erkenning: prestige en succes
• Zelfontplooiing: verantwoordelijkheid, creativiteit