Samenvatting “Behavior Modification” – Aanvulling op Colleges
College 1 – Hoofdstukken 1, 2 & 28
HOOFDSTUK 1 – INTRODUCTION
Behavior = alles wat een persoon doet of zegt.
Overt behavior = gedrag dat geobserveerd en opgenomen kan worden door een
buitenstaand persoon
Covert behavior = gedrag dat binnen een persoon gebeurt en niet gezien kan
worden door een buitenstaand persoon cognitive behavior
In dit boek wordt minder gekeken naar labels, vanwege twee nadelen:
1. Labels kunnen leiden tot pseudo-explanations van gedrag, waarbij gedrag
foutieve verklaard wordt door de labels die eraan geplakt worden.
2. Negatief effect op de manier waarop omgeving het individu met label behandeld,
waardoor alleen maar gelet wordt op het label-probleem en niet op de goede
kanten van de persoon.
Voorkeur dus voor het definiëren van problemen in termen van behavioral deficits (te
weinig van bepaald gedrag) of behavioral excesses (te veel van bepaald gedrag). Dit heeft
meerdere redenen:
1. Voorkomen van nadelen van labels
2. Gedrag zorgt voor zorgen bij omgeving, ongeacht de labels die geplakt worden op
de persoon. Gedrag moet dus aangepakt worden om de problemen op te lossen.
3. Er zijn specifieke procedures beschikbaar om gedrag in verschillende settingen te
behandelen behavior modification
Behavior modification ( = applied behavior analysis) betreft het systematisch toepassen
van leerprincipes en technieken om overt en covert gedrag te meten en te verbeteren zodat
het dagelijkse functioneren beter wordt. Er zijn 7 hoofdeigenschappen:
1. De meest belangrijkste eigenschap is de sterke nadruk op het definiëren van
problemen in termen van gedrag die op een bepaalde manier gemeten kunnen
worden en op het gebruiken van veranderingen in de meting van gedrag als de
indicator van de mate waarin het probleem is opgelost.
2. De behandelingsprocedures en -technieken zijn manieren om de huidige
omgeving van de persoon aan te passen. De fysieke variabelen in de omgeving
zijn stimuli die bepaald gedrag uitlokken.
3. De methodes en beweegredenen van behavior modification kunnen precies
omschreven worden.
4. Als gevolg van de derde eigenschap, is de vierde eigenschap dat de technieken
van behavior modification vaak toegepast worden door individuen in het
dagelijkse leven.
5. De technieken stammen af van een basis en toegepast onderzoek vanuit de
leerwetenschap.
6. Behavior modification benadrukt de wetenschappelijke demonstratie dat een
bepaalde behandeling of interventie gezorgd heeft en verantwoordelijk is voor
verandering in gedrag.
7. Er wordt veel waarde gehecht aan de verantwoordelijkheid van iedereen die
betrokken is geweest in de behandeling of interventie.
1
,Behavioral assessment = betreft de verzameling van analyse van informatie en data om:
- doelgedrag te identificeren en omschrijven
- mogelijke oorzaken van het gedrag te identificeren
- de selectie van gepaste gedragsbehandeling te selecteren
- en de behandelingsuitkomsten te evalueren
Doelgedrag = het gedrag waarvan het de bedoeling is dat het aangepakt wordt met de
gekozen behandeling
Er zijn verschillende misvattingen over behavior modification:
1. Het gebruik van beloning door behavior modifiers is omkoping
2. Behavior modification omvat het gebruik van drugs en elektrotherapie
3. Behavior modification behandelt de symptomen, maar pakt niet de onderliggende
problemen aan
4. Behavior modification kan alleen dealen met simpele problemen, maar is niet
toepasbaar op complexere problemen
5. Behavior modifiers zijn kil en ongevoelig en hebben geen empathie voor hun
cliënten
6. Behavior modifiers dealen alleen met observeerbaar gedrag
7. Behavior modifiers ontkennen het belang van genen of erfelijkheid in het bepalen
van gedrag.
8. Behavior modification is uit de tijd.
Ethische issues
1. Applied behavior analysts en behavior therapists zouden gepaste academische
training moeten krijgen om de competentie gedurende het hele proces van de
behandeling te verzekeren.
2. Het doelgedrag dat gekozen worden voor de behandeling, moet ook voor het
individu en de omgeving het meest belangrijke gedrag zijn om te behandelen.
3. Er moet gebruik gemaakt worden van de meest effectieve, empirisch valide
interventiemethodes met de minste discomfort en negatieve bijwerkingen.
4. De interventie moet ook bestaan uit het monitoren van het doelgedrag, en de
bijwerkingen, en er moet een gepaste follow-up evaluatie na de behandeling
worden toegepast.
Notes for further learning
1. Om therapeuten te helpen in het identificeren van mentale stoornissen bij hun cliënten,
heeft in 1952 de APA de DSM ontwikkelt (DSM-5 als meest recente sinds 2013). De
eerste paar DSM-versies waren sterk gebaseerd op de gedachten van Freud, waardoor
er weinig gebruik van gemaakt werd. Vanaf 1987 werd de DSM aangepast en op
verschillende manieren verbeterd:
a. de basis was nu onderzoek in plaats van theorie,
b. individuele stoornissen (zoals OCD) worden gebaseerd op de categorieën van
probleemgedrag,
c. ze gebruiken een multi-dimensioneel systeem dat extra informatie geeft voor het
plannen van behandeling, omgaan met een casus en voorspellen van de
uitkomst.
2
,HOOFDSTUK 2 – AREAS OF APPLICATION
Ouder- en kindmanagement
Gedragstechnieken worden toegepast om ouders te helpen om hun kinderen te leren lopen,
praten, gebruik te maken van de wc en om huishoudelijke klusje uit te voeren. Ook kunnen
ouders gedragstechnieken toepassen om mild probleemgedrag van hun kinderen op te
lossen, denk aan nagelbijten en een grote mond. Bij grotere problemen kunnen ouders een
beroep doen op applied behavior analysts en behavior therapist die het probleemgedrag
direct kunnen aanpakken.
Triple P (Postive Pareting Program) is een effectief programma van meerdere
niveaus om ernstige gedrags-, emotionele en ontwikkelingsproblemen te voorkomen.
Onderwijs
Op de basisschool wordt behavior modification al lange tijd toegepast om storend of
afleidend gedrag aan te pakken. Behavior modification op universiteiten werd ontwikkeld
door Keller en collega’s. Hun aanpak heeft drie belangrijke eigenschappen:
1. De instructiedoelen voor een vak moeten opgeschreven worden in de vorm van
een studievraag en toepassingsopdrachten
2. Studenten moeten de kans krijgen hun beheersing van het vak te laten zien via
frequente toetsen of een combinatie van toetsen en opdrachten.
3. Studenten krijgen gedetailleerde informatie aan het begin van het vak of wat er
van ze verwacht wordt op de toetsen en opdrachten om bepaalde cijfers te
kunnen behalen.
Ontwikkelingsproblemen
Intellectual disabilities worden gedefinieerd als een stoornis die ontwikkeld is voor de leeftijd
van 18 jaar en die gekarakteriseerd wordt door significante beperkingen in aanpassend
gedrag en intellectuele functionering (IQ <75). Veel studies hebben aangetoond dat
gedragstechnieken effectief zijn voor het aanleren van gedrag zoals naar de wc gaan,
zelfhulpvaardigheden, communicatievaardigheden, etc.
Kinderen met een autisme-spectrumstoornis laten vaak een combinatie zien van beperkt
sociaal gedrag en repetitief zelfstimulerend gedrag. Ivar Lovaas ontwikkelde
gedragsbehandelingen voor kinderen met ASS, waarbij hij focuste op strategieën om sociaal
en speelgedrag aan te leren, zelfstimulerend gedrag te elimineren en taalvaardigheden te
ontwikkelingen.
Schizofrenie
Er is bewijs dat behandeling met behavior modification succesvol is voor mensen met
schizofrenie. Vanwege de inadequate sociale relaties als hoofdoorzaak van de slechte
kwaliteit van lezen die ervaren wordt door mensen met schizofrenie, is het aanleren van
sociale vaardigheden het belangrijkste onderdeel van de gedragsbehandeling. Cognitieve
gedragstherapie wordt ook gebruikt om hallucinaties of desillusies effectief aan te pakken.
Psychologische problemen in klinische setting
Veel studies hebben aangetoond dat behandeling van psychologische problemen met
specifieke behandelingsprocedures effectiever is dan andere vormen van psychotherapie
toegepast in een klinische setting.
3
, Zelfmanagement van persoonlijke problemen
Succesvolle self-modificiation omvat een paar vaardigheden die geleerd kunnen worden.
Deze vaardigheden bevatten manieren om je omgeving te herorganiseren om vervolgens het
volgende gedrag te controleren.
Medische en gezondheidszorg
Psychologische en fysici gingen samenwerken en behavior modification gebruiken om
fysieke en medische condities, zoals chronische hoofdpijn en hypertensie, te behandelen. Dit
heeft geleid tot behavioral medicine, een breed veld waarin linken gelegd worden tussen
gezondheid, ziekte en gedrag. Binnen dit veld wordt gekeken naar hoe psychologische
factoren invloed hebben op of zorgen voor ziekte en hoe mensen aangemoedigd kunnen
worden om gezond gedrag uit te oefenen om zo gezondheidsproblemen te voorkomen
(health psychology). Behavior modification is in vijf domeinen toegepast:
1. Directe behandeling van medische problemen. Een van de gebruikte technieken
is biofeedback, waarin de fysiologische processen worden gemonitord en
gegeven aan de zieke persoon. Deze informatie kan helpen om controle te krijgen
over deze fysiologische processen (zoals hartslag laag proberen te houden).
2. Vaststellen van compliance aan behandeling. Een belangrijk onderdeel van health
psychology is het bevorderen van behandeling-compliance.
3. Bevorderen van gezond leven. Een belangrijk domein van behavior modification
bevat het toepassen van technieken om mensen te helpen eigen gedrag te
managen om zo gezond te blijven.
4. Management van zorggevers. Gezondheidspsychologen zijn niet alleen bezorgd
over het gedrag van de cliënt, maar ook over het gedrag van de directe omgeving
die invloed heeft op de medische conditie van de cliënt. Er kan ook sprake zijn
van het moeten aanpassen van het gedrag van de familie en vrienden, of
verplegers en therapeuten, van de cliënt.
5. Stressmanagement. Stressreacties zijn fysiologische en gedragsreacties. Een
belangrijk domein is dus het bestuderen van de stressoren, de effecten ervan op
het gedrag en de ontwikkeling van gedragsstrategieën om te dealen met de
stressoren.
Gerontologie
Behavior modification kan ook positief bijdragen aan de vergrijzing van de wereld. Het kan
helpen ouderen nieuwe routines aan te leren om zo beter om te gaan met het ouder worden.
Behavioral Community Psychology
Een van de vroegste studies in dit domein definieerde behavioral community psychology als
de toepassingen van sociale significante problemen in ongestructureerde maatschappelijke
settingen waar het individuele gedrag niet afwijkend is. Behavior modification kan dus verder
gaan dan individueel probleemgedrag en ook het probleemgedrag van een hele
maatschappij aanpakken.
Bedrijfsleven, industrie en regering
Behavior modification wordt ook toegepast om de prestatie van individuen in een grote
organisatorische setting te verbeteren. Dit algemene domein wordt organizational behavior
management (OBM) genoemd. OBM legt de nadrukt op specifieke personeelsactiviteiten die
zorgen voor succesvolle prestaties of resultaten en frequente feedback en beloningen op
personeel dat het gewenste gedrag vertoont.
4
