Psychopathologie Samenvatting
Bijeenkomst 1: Persoonlijkheidsstoornissen en comorbiditeit
Cluster A, B en C (m.u.v. borderline en antisociaal)
Leerboek psychiatrie: Hoofdstuk 22 blz. 525-544
Artikel (brightspace)
1. De verschijnselen en DSM-diagnose uitleggen en de overeenkomsten en verschillen
noemen voor de volgende persoonlijkheidsstoornissen: paranoïde, schizotypische,
schizoïde, histrionische, narcistische, afhankelijke, vermijdende en dwangmatige
persoonlijkheidsstoornis
- DSM-5 diagnose
o Classificatie van het syndroom volgens DSM-5
Kernsymptomen: moeten aanwezig
Facultatieve symptomen: patiënt heeft er meestal aan paar
o Betekenis die de symptomen hebben voor de patiënt
o Fase van ontwikkeling, de ernst, de complicaties en de uitbreiding van het
ziektebeeld
o Predisponerende, luxerende en onderhoudende somatische psychische en
sociale ethiopathologische factoren
o Functionele beperkingen
o Factoren die van invloed zijn op het beloop en de behandeling
- Verschijnselen
o Cluster A
Algemeen
Vreemd, excentriek en zonderling
Vaak cognitieve en perceptuele stoornissen
Terugtrekken uit sociale contacten
Sociaal vaak onhandig en overgevoelig
Geen helder zelfbeeld/doel
Paranoïde
Wantrouwen en achterdocht staat op de voorgrond
Interpreteren anderen als kwaadwillend
Vastomlijnde, rigide manier van denken
Komt emotieloos of boos/vijandig over, maar dat komt voort
uit angst en kwetsbaar voelen
Schizoïde
Voorkeur voor solistische bezigheden
Weinig plezier beleven aan activiteiten
Geen verlangen naar intieme (en seksuele) relaties
Ongevoelig voor lof of kritiek
Gevoelsarmoede (beperkte expressie)
1
, Komt kil en afstandelijk over
Egosyntoon: wordt ervaren als bij persoon passend
Geen hulpvraag, redelijk functioneren, weinig in GGZ
Schizotypisch
“Vreemd’ en excentriek gedrag (vanuit eigenaardige
overtuigingen/waarnemingen)
Vaak paranoïde en wantrouwend in contact met anderen
Buitensporige sociale angst, ook in vertrouwde omgeving
Verminderd vermogen om (intieme) relaties met anderen aan
te gaan
Inadequaat of beperkt affect
Egodystoon: zich anders voelen, gevoel niet erbij te horen
Lijkt op schizofrenie, maar minder ernstige symptomen
o Cluster B
Algemeen
Duidelijk zichtbaar gedrag: dramatisch, emotioneel, impulsief,
extravert
Conflicten met anderen
Anderen als oorzaak van eigen problemen zien
Histrionisch
Excessief emotioneel en aandacht vragen
Voelt zich ongemakkelijk als hij niet in het middelpunt van de
belangstelling staat
Vaak ongepast seksueel verleidelijk of uitdagend in contact
Snel wisselende, oppervlakkige emotionele uitingen
Voortdurend gebruik van uiterlijk om de aandacht te trekken
Vage manier van spreken zonder details (impressionistisch)
Zelfdramatiserend
Suggestibel: gemakkelijk beïnvloedbaar
Beschouwt relaties als intiemer dan ze zijn
Narcistische
Grootheidsgevoelens (grandiositeit)
Zichzelf belangrijk vinden (overdrijven prestaties/ talenten/
macht en erkenning ervoor verwachten), arrogant
Geloven ‘speciaal’ en ‘uniek’ te zijn
Behoefte aan buitensporige bewondering
Gebrek aan empathie voor anderen
Afgunstig naar anderen (of denken dat de ander dit is)
Gevoel bijzondere rechten te hebben
Exploiteert anderen
o Cluster C
Algemeen
Angst staat centraal
Geen opvallend gedrag, introvert
Oorzaak van problemen bij zichzelf zoeken (slachtofferrol)
In staat tot zelfreflectie
Vermijdend
2
, Voortdurende angst om bekritiseerd of afgewezen te worden
Vermijding van intermenselijke contacten (ook op werk), maar
er wel naar verlangen
Geremd in gezelschap
Gereserveerd opstellen in intieme relaties
Onwil om bij mensen betrokken te raken
Minderwaardig voelen, gevoel tekort te schieten in contacten
Geen persoonlijke risico’s willen nemen
Afhankelijk
Gaat tot het uiterste voor verzorging en steun
Overdreven veel advies/geruststelling nodig bij alledaagse
beslissingen
Anderen nodig voor overnemen belangrijke
verantwoordelijkheden
Moeite met het uiten van mening, uit angst voor afkeuring
Moeite ergens alleen aan te beginnen, door gebrek aan
zelfvertrouwen
Voelt zich hulpeloos als zij alleen is
Zoekt hardnekkig naar nieuwe relatie als bron van steun, bij
beëindiging van intieme relatie
Continue onrealistische angst aan zichzelf te worden
overgelaten
Dwangmatig
Preoccupatie met details, regels of ordening/ ordelijkheid
Perfectionisme (ten koste van efficiëntie)
Star en koppig
Onvermogen voorwerpen (zonder waarde) weg te gooien
Niet kunnen delegeren of samenwerken
Overmatig toegewijd aan werk/productiviteit, waardoor
ontspanning en vriendschappen in de knel komen
Gierigheid/vrekkigheid
Overmatig gewetensvol, rigide en inflexibel in morele of
ethische zaken
- Conceptual framework
3
, - Differentiële diagnoses
o Voor de toets: ook voor stoornissen uit andere clusters overeenkomsten
en verschillen weten met andere (persoonlijkheids)stoornissen:
o Obsessief compulsieve stoornis versus dwangmatige
persoonlijkheidsstoornis
o Histrionische en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
o Narcistische en histrionische persoonlijkheidsstoornis
o Sociale fobie en vermijdende persoonlijkheidsstoornis
o Paranoïde:
o Schizoïde:
o Schizotypisch:
- Veel voorkomende comorbiditeiten
o Stemmingsstoornissen met vermijdende en borderline
persoonlijkheidsstoornis
o Psychotische stoornissen met schizotypische, paranoïde en borderline
persoonlijkheidsstoornis
o Verslaving met antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis
o Angststoornissen met vermijdende, schizotypische en borderline
persoonlijkheidsstoornis
4