Ik heb een overzichtelijke en uitgebreide samenvatting gemaakt van hoofdstuk 13 van maatschappijwetenschappen met alle informatie met voorbeelden die je moet weten. Ook zijn de hoofd- en kernconcepten gegeven met direct de betekenis. Met deze samenvatting heb je gegarandeerd een voldoende voor je S...
Maatschappijwetenschappen hoofdstuk 13
Verhoudingsvraagstuk
Wat moet je kunnen
13.1 Ongelijkheid in de wereld
Ontwikkelingslanden/derdewereldlanden: Landen waar veel armoede is. Er is in die landen vaak veel
verschil in macht tussen de leiders en de bewoners. Dit leidt tot sociale ongelijkheid.
Macht: Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de
handelingsmogelijkheden van andere te beperken of te vergroten.
Sociale ongelijkheid: Een situatie waarin er verschillen tussen mensen, in al dan niet aangeboren
kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke
verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
Ontwikkelingshulp is als de rijke landen de arme landen helpen. Dit is vaak in ruil voor iets,
Bijvoorbeeld meer kansen moeten geven aan bedrijven of vluchtelingen voorkomen.
In de jaren ’50 spraken we van ontwikkelingshulp, vanaf jaren ’70 spreken we van
ontwikkelingssamenwerking.
Samenwerking: Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun
handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.
13.2 Ongelijkheid in Nederland
Verhoudingsvraagstuk: Verschillen die betekenis hebben (sociale ongelijkheid) voor de samenleving.
Sociale ongelijkheid is relatief. Zo is de verhouding tussen man en vrouw in Nederland niet groot,
maar in andere culturen is dit wel het geval.
Cultuur: Het geheel van opvattingen, uitdrukkingsvormen, voorstellingen, normen en waarden die
mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
Ongelijkheid wordt gemaakt op 3 terreinen:
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht beschikken over fysieke dwangmiddelen.
2. Ongelijke verdeling van bezit schaarse en hooggewaardeerde zaken, zoals kennis,
inkomen en vermogen.
3. Ongelijke verdeling van status waardering of behandeling van personen op grond van hun
maatschappelijke positie of leefstijl.
Schaarste: Iets wat niet onbeperkt leverbaar is maar wel een grote behoefte aan is. Om een schaars
goed te krijgen moet je iets anders wat schaars is opofferen, meestal geld.
Sociale ongelijkheid wordt vaak gekoppeld aan een maatschappelijke positie. Mensen met een
vergelijkbare plek horen bij dezelfde sociale laag.
Sociale stratificatie: Het indelen van groepen mensen in lagen waartussen een ongelijke verdeling
bestaat.
, Op die manier ontstaat er een maatschappelijke ladder. Een maatschappelijke ladder is het ordenen
van groepen mensen van hoog naar laag waartussen een ongelijke verhouding bestaat. Deze
ordening zit er op dit moment als volgt uit:
Sociale mobiliteit is de mate waarin het mogelijk is om je maatschappelijke positie te veranderen, in
hoeverre je kan dalen of stijgen op de maatschappelijke ladder.
Het proces van positietoewijzing verwijst naat maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon of
groep op een bepaalde positie terechtkomt. In tegenstelling heb je ook positieverwering dit verwijst
naar het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of de
groep waartoe hij behoort.
Gesloten samenleving kleine sociale mobiliteit
Open samenleving grote sociale mobiliteit
Mensen uit de onderklasse komen in Nederland moeilijk hoger en daarin spelen socialisatie en
onderwijs een rol.
Socialisatie: Het proces van overdracht en verwering van de cultuur van de groep(en) en de
samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere
vormen van omgang met anderen.
Mensen die niet mee kunnen komen in deze snelle samenleving belanden in de onderklasse. Bij 10%
van de Nederlandse bevolking is deze probleem zo groot dat we spreken van sociale uitsluiting.
De sociale uitsluiting uit zich in: PNLG
1. Beperkte sociale en politieke participatie
2. Beperkte normatieve intergratie
3. Niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, een tekort aan materiele
goederen
4. Gering toegang tot sociale grondrechten
Mensen in de onderklasse participeren veel minder dan mensen met een hoge maatschappelijke
positie. Als het gaat om het naleven van de normen in de samenleving is er een verschil tussen
mensen die behoren tot de onderklasse en niet. Een beperkte normatieve intergratie uit zich
bijvoorbeeld in hoe mensen tegen werk aan kijken. Voorzien in levensbehoeften heeft vooral te
maken met financiële middelen. Mensen in de onderklasse kunnen vaak moeilijk rondkomen en
kunnen daarom niet vaak nieuwe kleding of meubels kopen. De laatste element van sociale
uitsluiting is de geringe toegang tot grondrechten. Hieronder valt onderwijs, huisvesting,
gezondheidszorg en veiligheid. Mensen die in armoede leven weten vaak niet hoe iets moet of hoort
en missen zo kansen om geholpen te worden.
Mensen uit de onderklasse lopen het risico om ver achter te lopen bij een levensstandaard die
noodzakelijk is om mee te kunnen doen. De levensstaandaard (ook wel het welvaartspeil) geeft het
niveau van welvaart aan waarop een volk (of mens in het algemeen) op economisch, sociaal en
cultureel vlak leeft.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper igamariaa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.