Pluriforme samenleving
Paragraaf 1
Hoofdstuk 4
Pluriforme samenleving
Een land waarin mensen naast elkaar leven met uiteenlopende godsdiensten en
levensstijlen en waar een redelijke mate van verdraagzaamheid (acceptatie) heerst.
Cultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met
elkaar delen.
Kenmerken: kennis, gewoonten, kunst, sport, symbolen, feestdagen.
Dominante cultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid v.d. bevolking met elkaar deelt.
(Nederlandse taal, gelijkwaardigheid man/vrouw, Koningsdag/Pinksteren).
Subcultuur
Wanneer binnen een groep sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken
afwijken v.d. dominante cultuur.
Zoals gothics, boeren, Friezen -> Maken deel uit v.d. dominante cultuur, maar verschillen
door hun levensstijl.
Een subcultuur hoeft niet tegenstrijdig te zijn met de dominante cultuur, maar een
tegencultuur wel.
Tegencultuur
Groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een
bedreiging voor vormen.
(Feministen werden een lange tijd als tegencultuur gezien).
Culturele diversiteit
Veel verschillenden subculturen en levensstijlen.
Deze culturele verschillen hebben te maken met:
Stad en platteland
- In de stad ben je anoniem, in dorpen sociale cohesie en onderlinge
betrokkenheid. Steden hebben wel individuele vrijheid.
Jong en oud
- Andere kleding, muziek, vrijetijds besteding. Jongeren kunnen een
samenleving zonder internet niet voorstellen; grootouders groeiden niet in
zo’n wereld op -> ander referentiekader.
- Generatieconflict
Ouders en kinderen staan tegenover elkaar en begrijpen elkaars visie en
leefstijl totaal niet.
Beroep en maatschappelijke positie
- Bedrijfscultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden.
- Niet iedereen evenveel geld (ongelijkheid) -> mensen gedragen zich anders.
Je maatschappelijke positie en inkomen hebben dan ook invloed op je
levensstijl.
Mannen en vrouwen
- Rolpatronen
, Algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich moet
gedragen.
- Door emancipatie zijn de rolpatronen veranderd.
Etniciteit
- Door migratie -> veel verschillende etnische achtergronden.
- Allochtoon
Iemand is allochtoon als hij of zij zelf, of ten minste één van de ouders in het
buiteland is geboren.
- Autochtoon
Iedereen die in Nederland geboren is en van wie de grootouders ook hier zijn
geboren en opgegroeid.
Godsdienst
- Bij elke godsdienst horen specifieke opvattingen, gebruiken en feestdagen.
Mensen volgen de voorschriften streng of gaan er losser mee om/persoonlijke
manier.
Dit zijn allemaal cultuurverschillen.
Onze cultuur verandert niet:
- Het verbod op moord en diefstal vinden we heel belangrijk
Onze cultuur verandert wel:
- Trends (mode), sociale media
Onze cultuur is dynamisch en verschilt in de loop van tijd, per plaats/groep. Wat
normaal is voor de ene, is abnormaal voor de ander.
Paragraaf 2
Hoofdstuk 4
Nature-aanhangers denken dat ons gedrag bepaald wordt door aangeboren
eigenschappen (lichaamsbouw, seksuele voorkeur).
Nurture-aanhangers denken dat ons gedrag aangeleerd wordt (cultuur, omgeving).
Veel persoonlijke eigenschappen horen bij je karakter, maar wordt verder gevormd door
je ervaringen/socialisatie.
Socialisatie (cultuuroverdracht)
Het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn
samenleving of groep aanleert.
Cultuur blijft voortbestaan en raak je als individu aangepast aan je omgeving.
(Leren lopen, praten, eten met bestek, fietsen).
Door socialisatie zal je leren functioneren in de samenleving. (Iemand uit NL is anders
dan iemand uit China).
Waar vindt socialisatie plaats?
Socialiserende instituties
Groepen, organisaties en collectieve gedragspatronen die specifieke waarden, normen en
gewoonten overdragen. (overheid/media)
De overheid vormen specifieke waarden en normen om tot wetten.
De media heeft grote invloed op het denken en gedrag v.d. mens.
Collectieve gedragspatronen
Gemeenschappelijke gebeurtenissen (Prinsjesdag, carnaval).
Hoe vindt socialisatie plaats?
(Hoe wordt cultuur overgedragen?)
Imitatie
- Bijv. het terugzwaaien, voetballers nadoen.