Antwoord: Het is de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen.
2.
Door wat is ieders identiteit in belangrijke mate bepaald?
Antwoord: 1. Vroegere groepslidmaatschappen: het ouderlijk gezin of de vervangende
opvoedingssituatie;
2. Huidige groepslidmaatschappen: de groepen waarvan hij op dit moment deel
uitmaakt.
3.
Wat zijn vroegere groepslidmaatschappen?
Antwoord: Het ouderlijk gezin of de vervangende opvoedingssituatie.
4.
Wat zijn huidige groepslidmaatschappen?
Antwoord: De groepen waarvan een individu op dit moment deel uitmaakt.
5.
Noem een voorbeeld van een primaire groep?
Antwoord: Het gezin.
6.
Wat is het verschil tussen psychologie en sociologie?
Antwoord: Psychologie: nadruk op het individu
Sociologie: nadruk op de maatschappij
7.
Wat vond Allport over de stelling of groepen wel daadwerkelijk bestaan?
Antwoord: Allport verdedigde het standpunt dat groepen een soort ‘hersenschimmen’ zijn en
alleen in de gedachten van mensen bestaan.
8.
Waar richtte de eerste benadering in leiderschapsonderzoek zich op?
Antwoord: Een eerste benadering in leiderschapsonderzoek richtte zich op het opsporen van eigenschappen van effectieve leiders, geheel in de traditie van het individualistische westerse denken.
9.
Door welke benadering werd eigenschappenbenadering vervangen in jaren \'40 van de vorige eeuw en wat hield het precies in?
Antwoord: De functionele benadering, waarin leiderschap als een groepsverschijnsel gedefinieerd wordt, namelijk als het uitvoeren van gedragsvormen die de groep helpen in het bereiken van de door haar gewenste resultaten.
10.
Wat is volgens Freud de grootste obstakel voor de vooruitgang van de kennis?
Antwoord: Narcisme.
Voorbeeld van de inhoud
1. Groepsdynamica tussen psychologie en sociologie
1.1 Inleiding
Groepsdynamica: de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen.
Ieders identiteit is in belangrijke mate bepaald door:
- Vroegere groepslidmaatschappen: het ouderlijk gezin of de vervangende
opvoedingssituatie;
- Huidige groepslidmaatschappen: de groepen waarvan hij op dit moment deel
uitmaakt.
In zekere zin is de primaire groep (en vooral het gezin) de bemiddelaar tussen de cultuur en
de maatschappij enerzijds en het individu anderzijds:
- Door groepen is het individu aan maatschappij en cultuur gebonden;
- Vooral via groepen vindt cultuuroverdracht plaats, leert het individu taal en spreken,
denken en waarnemen en een uitgebreid waardensysteem;
- Hoe emoties en gevoelens beleefd en geïntegreerd worden in de hele
persoonlijkheidsstructuur, wordt grotendeels bepaald door de gezinsgroep die
bepaalde emoties wel en andere niet toestaat;
- De sociale invloeden op elk individu zijn op hun beurt weer sterk meebepaald en
gekleurd door maatschappelijke omstandigheden.
Maatschappij Groep Individu
Omdat ieder individu niet alleen beïnvloed wordt door zijn sociale omgeving, maar hijzelf
ook deze omgeving actief beïnvloedt, gelden de invloedslijnen evengoed in omgekeerde
richting:
- Individuen kunnen het functioneren van groepen beïnvloeden;
- Enkelen kunnen op grond van hun bijzondere positie (politieke of economische
topfiguren) rechtstreeks maatschappelijke omstandigheden beïnvloeden en bepalen.
Veel vaker kunnen individuen invloed uitoefenen op maatschappelijke
omstandigheden via de groepen waartoe ze behoren (belangengroeperingen,
actiegroepen, pressiegroepen, politieke groepen).
Individu Groep Maatschappij
Psychologie: nadruk op het individu
Sociologie: nadruk op de maatschappij
1.2 Enkele weerstanden tegen groepsdynamisch denken
Bestaan groepen eigenlijk wel?
Allport verdedigde het standpunt dat groepen een soort ‘hersenschimmen’ zijn en
alleen in de gedachten van mensen bestaan.
Daar werd door anderen tegen ingebracht dat groepsverschijnselen niet in
, psychologische termen verklaard kunnen worden en dat er dus een valide theorie
van groepsprocessen moet liggen op het niveau van de groep.
Individualistisch denken over leiderschap.
Een eerste benadering in leiderschapsonderzoek richtte zich op het opsporen van
eigenschappen van effectieve leiders, geheel in de traditie van het individualistische
westerse denken.
Deze eigenschappenbenadering faalde echter al in de jaren ’40 van de vorige eeuw
en werd in de groepsdynamica vervangen door de functionele benadering, waarin
leiderschap als een groepsverschijnsel gedefinieerd wordt, namelijk als het uitvoeren
van gedragsvormen die de groep helpen in het bereiken van de door haar gewenste
resultaten.
Neiging tot narcisme.
Het denken in termen van groepsverschijnselen vereist een nieuw referentiekader,
namelijk het loslaten van de neiging zichzelf als individu centraal te stellen. In andere
termen wees Freud er al op dat het narcisme van de mens een van de grootste
obstakels is voor de vooruitgang van de kennis.
Antropocentrisme: het centraal stellen van zichzelf en de eigen positie (‘De mens als
koning van het dierenrijk’, ‘Het bewuste ik als centrum van de persoonlijkheid’).
Gebrek aan aandacht voor de context.
De wens zichzelf te zien als een autonoom handelend individu kan leiden tot een
gebrek aan aandacht voor de context waarbinnen deze zelfervaring ontstaan is, met
name voor de groepen waartoe je vroeger behoord hebt en de groepen waartoe je
op dit moment behoort.
Pas met de toenemende belangstelling voor de wisselwerking tussen individu en
groep vindt de groepsdynamica een vruchtbare voedingsbodem.
Studies over het belang van de context voor de vorming van een eigen identiteit:
o Abubakar: bij identiteitsvorming gaat het niet alleen om de waarden en de
levensdoelen, maar ook om de sociaaleconomische status van het gezin.
o Phinney, e.a.: beschrijven hoe etnische identiteit tot stand komt in de
puberteit en adolescentie.
o Schachter: hij beschrijft de verschillende identiteitsontwikkelingen van
Palestijnse en Israëlische jongeren.
Spanning tussen individu en groep.
Dezelfde mensen – die rationeel wel inzien dat groepen nuttig en noodzakelijk zijn en
dat werk in groepen effectiever kan gebeuren dan individueel – vrezen vaak op
minder rationeel niveau een krenking van hun narcisme (zou in groepen het individu
vervreemd raken van zichzelf omdat zijn unieke individualiteit aangetast wordt en
omdat interactie in groepen vooral gekenmerkt zou worden door manipulatie).
Gevaar van kleine groepen.
Andere weerstanden komen van degenen die het belang van grote collectieve
organisaties als staat, kerk en leger benadrukken: elke kleine groep die zich isoleert,
kan een samenzwering vormen tegen het grotere geheel.
De kar van de visboer.
Lange tijd in de geschiedenis van de mensheid vormden groepen een zodanig
natuurlijk gegeven dat men niet de distantie kon nemen om ze te bestuderen.
Bepaalde vormen van leven in groepen werden als zo vanzelfsprekend beleefd dat
men zich niet bewust was van wat een groep is.
, Wereldbeelden:
Vroeger: men dacht dat de zon om de aarde draaide.
Renaissance: men ontdekte dat de aarde om de zon draaide.
Heliocentrisch wereldbeeld: de zon staat in het centrum.
o Het heliocentrisme ontpopte zich als antropocentrisme: de neiging om de
mens centraal te stellen;
o Het moderne heliocentrisme gaf de mens ook een gevoel van
marginalisering: het groeiende besef dat ons zonnestelsel slechts een van
eindeloos veel zonnestelsels is.
Zo werden nihilisme en existentiële angst onvermijdelijke bijproducten van de
moderniteit.
Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw: symbiotische wereldbeeld (Peter Westbroek):
het is zinvoller om de aarde in zijn geheel, als één symbiotisch organisme op te
vatten. Er komt (vooral in de geologie) steeds meer oog voor de grote onderlinge
verbanden. Hierin staat symbiose voorop: de aarde als een organisme, als een
zichzelf regulerende systeem met een eigen geheugen, waarin de menselijke soort
maar een klein schakeltje of knooppunt vormt.
Westbroeks opvatting over de relatie tussen de natuurwetenschappen en de
menswetenschappen: die relatie is tegelijk antagonistisch en complementair (de
natuur- en menswetenschappen zijn tegelijk met elkaar in conflict én ze kunnen niet
zonder elkaar).
1.3 De mogelijke brugfunctie van groepsdynamica
De gedachte dat ‘individu’ en ‘maatschappij’ 2 gescheiden entiteiten zijn die vervolgens weer
verbonden moeten worden, hangt samen met een zeer bepaald mensbeeld.
Het civilisatieproces (Norbert Elias): hij typeert dit mensbeeld als de ‘homo clausus’ (de
‘gesloten persoonlijkheid’): het beeld van de autonome, onafhankelijk van anderen
handelende en ‘existerende’ mens.
In dit individualistisch mensbeeld wordt de mens opgevat als een gesloten persoonlijkheid,
een kleine wereld op zichzelf, die in laatste instantie als losstaand van de omringende wereld
wordt gezien. Het ‘individu’ lijkt zo iets te zijn dat buiten de maatschappij bestaat. En
datgene waar het begrip ‘maatschappij’ betrekking op heeft, lijkt iets te zijn dat buiten en
‘voorbij’ de individuen bestaat.
Elias heeft met vele voorbeelden genuanceerd aangetoond dat dit mensbeeld van de
gesloten persoonlijkheid een ‘kunstproduct’ is van mensen dat kenmerkend is voor een
bepaald niveau van hun zelfervaring. Het is een type zelfervaring dat karakteristiek is voor
een bepaalde trap in de historische ontwikkeling van de door mensen gevormde
samenlevingsverbanden.
Individugerichte culture /ik-culturen: de nadruk ligt op het individu en op zijn ontwikkeling
en ontplooiing.
Groepsgerichte culturen/wij-culturen: de opvoeding is sterk groepsgericht en het kind leert
zich gedragen naar de sociale situaties en de rollen die het in zijn groep moet vervullen. In
plaats van persoonlijk geluk, zelfontplooiing en succes benadrukken wij-culturen waarden als
respect, plicht, eergevoel en beleefdheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meliss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.