MATERIËLE
HULPVERLENING
Femke van Velzen
,Hoofdstuk 1: Omvang van de schuldenproblematiek
Schuld: een ander krijgt nog geld van je, je hebt een betalingsverplichting.
Soorten schulden:
- Koop op afbetaling: je nam een goed of dienst af die je nog niet hebt betaald.
- Lening: je leende geld.
- Boete: Verplichting om te betalen nadat je een overtreding hebt begaan.
- Onterechte verstrekking: de overheid of een andere organisatie gaf je geld waar je geen
recht op had.
1.1 Betalingsachterstanden
Schulden: je moet nog geld betalen.
Achterstallige betaling: Als iemand zijn betalingsverplichting niet op tijd nakomt.
Betalingsachterstand: Wanneer je de betalingsverplichting niet op tijd nakomt van je schuld.
Nibud: Nationaal instituut voor budgetvoorlichting; een onafhankelijke stichting die informeert en
adviseert over financiën van Nederlandse huishoudens.
Ontstaan van schulden:
- Te hoge vaste lasten
- Inkomen is gedaald
- Te hoge zorgkosten
- Nonchalance: geld was er wel
- Terugbetalen toeslagen
1.2 Risicovolle schulden
Risicovolle schuldsituatie: Wanneer een huishouden de schulden nog wel zonder de hulp van een
gemeente kan oplossen, maar het is wel heel moeilijk. Budget coaching en advies kan helpen. Dit kan
bij wijkteams, instellingen voor schuldhulpverlening en vrijwilligers.
Risico-indicatoren voor risicovolle schuldsituatie:
- Meer dan 3 soorten achterstallige rekeningen door financiële redenen (financiële redenen
zijn wanneer iemand het geld niet had)
- Er zijn 1 of meer achterstallige rekeningen vanwege financiële redenen in de categorie
hypotheek, huur, elektriciteit, gas, water of ziektekosten, afbetaling aan leningen en
afbetalingsregelingen.
- De totale omvang van de achterstallige rekeningen bedraagt meer dan 500 euro.
- De leden van een huishouden staan tenminste 1 keer per maand rood voor meer dan 500
euro.
- Er is een creditcardschuld van meer dan 500 euro.
1.3 Problematische schulden
Problematische schuldsituatie: Wanneer een huishouden de schuld niet meer zelfstandig kan
oplossen. Het bedrag dat per maand afbetaald moet worden is hoger dan het bedrag dat je
overhoudt wanneer je geholpen wordt door de gemeente of schuldhulpverlenende organisatie met
een schuldregeling. Óf wanneer er sprake is van een dreigende situatie zoals; uithuiszetting,
afsluiting van energie of water etc.
1
,Schuldregeling: een betalingsafspraak met de schuldeiser die drie jaar duurt. Na afloop van de drie
jaar krijg je kwijtschelding. En gedurende die 3 jaar moet je rondkomen van 90% bijstandsnorm.
Bijstandsnorm: Het bedrag waarvan we in Nederland vinden dat het absolute minimale bedrag is dat
je nodig hebt om van te leven.
Gedurende een schuldregeling moet men dus rondkomen van een bedrag dat iets lager is dan het
minimum. In een problematische schuldsituatie moet dit langdurig. Voor een alleenstaande is dit
€875,- en voor een stel met kinderen is dit ongeveer €1250,-. Hierdoor is het maken van schulden
onvermijdelijk.
Het verschil tussen een risicovolle en problematische schuldsituatie is dat een huishouden met een
problematische schuldsituatie in aanmerking komt met een schuldregeling met kwijtschelding en bij
een risicovolle schuldsituatie is dit niet het geval. Wel komen ze beide in aanmerking voor
schuldhulpverlening.
Dus:
- Schuldhulpverlening: mogelijk bij zowel risicovolle als problematische schulden.
- Schuldregeling met kwijtschelding: alleen mogelijk bij problematische schuldsituatie niet bij
een risicovolle schuld.
1.6 Kenmerken van huishoudens met schulden
Naast een risicovolle en problematische schulden is er ook een aanduiding voor lichte of ernstig
financiële problematiek. Het onderscheid wordt gemaakt o.b.v. de gevolgen van de schuldsituatie
(voor schuldenaar, schuldeider, maatschappij):
- Ernstige financiële achterstanden: de schuldenaar heeft meerdere betalingen bij een
schuldeiser geëist en het kan voorkomen dat hij wordt afgesloten van energie, uithuiszetting
of beslag op inkomen.
- Lichte achterstanden: Er is sprake van achterstanden, de schuldenaar is in gebreke gebleven
maar er zijn nog geen aanwijzingen dat hij het uiteindelijk niet gaat betalen.
De groepen zijn niet identiek en hebben verschillende demografische kenmerken.
Huishoudens zonder achterstanden vergeleken met huishoudens met achterstanden hebben de
kenmerken kinderen, leeftijd, woonsituatie, inkomsten terugval en inkomen. De verbanden zijn als
volgt:
Als er kinderen zijn grotere kans op lichte schuldsituatie
- Bij leeftijd zijn er parabolisch effecten kans op lichte achterstand neemt toe tot 48
jaar om vervolgens weer af te nemen.
- (wonen) Huurders grotere kans op lichte achterstand
- Inkomensterugval grotere kans dat er lichte financiële achterstanden zijn
- Toenemend inkomen kans op lichte achterstand neemt af
Huishoudens met lichte achterstanden vergeleken met huishoudens met ernstige achterstanden zijn
er verschillen op de kenmerken geslacht, opleidingsniveau, woonsituatie en inkomensterugval. De
verbanden zijn als volgt:
- Mannelijke respondenten grotere kans op ernstige achterstanden
- Lager opgeleid grotere kans op ernstige achterstand dan hoger opgeleid
- (wonen) Huurders grotere kans ernstige achterstand
2
, - Inkomensterugval grotere kans op ernstige achterstand
Huishoudens zonder achterstand vergeleken met huishoudens met ernstige achterstand hebben zijn
verschillen op de volgende kenmerken: geslacht, kinderen, opleidingsniveau, leeftijd, woonsituatie,
geloof, inkomensterugval en inkomen. De volgende groepen hebben een grotere kans op ernstige
schuldsituaties:
- Mannen t.o.v. vrouwen
- Met kinderen ernstigere dan zonder kinderen
- Lage of midden opleiding ernstiger dan hoger opgeleid
- Leeftijd parabolisch effect tot 32 jaar kans neemt toe, na 32 jaar kans neemt af
- Huurders ernstiger dan huiseigenaren
- Met geloof ernstiger dan zonder geloof
- Inkomstenterugval
- Lager inkomen ernstiger dan hoger inkomen
3