Aardrijkskunde Samenvatting H1
Het klimaatsysteem
§1.1: De atmosfeer, een omhulsel van gas
Weer en klimaat
Bij het plannen van een vakantie krijg je meer informatie uit het klimaat, de gemiddelde
toestand van het weer over een lange periode en voor een groot gebied, maar bij
ruimtemissies ben je afhankelijk van het weer, de toestand van de dampkring op een
bepaald moment en voor een klein gebied.
De laatste jaren komen steeds meer vragen over klimaatverandering en iedereen heeft hier
een andere mening over, maar het is een feit dat het klimaat onderdeel is van het systeem
aarde. Dat systeem bestaat uit: de atmosfeer (weer en klimaat), de hydrosfeer (water), de
lithosfeer (gesteente) en de biosfeer (leven op aarde). De systemen zijn verbonden en een
verandering in één werkt door in de anderen.
Ontstaan van de atmosfeer
De atmosfeer is als een deken om de aarde dat ontstond toen de aarde begon af te koelen.
Door zwaartekracht verdwijnen de gassen niet het heelal in, waardoor de meeste gassen
dicht bij de aarde zijn. Hoe verder van het oppervlak, hoe lager de gasconcentratie.
Wat opvallend is aan de aardse atmosfeer is de hoge concentratie stikstof en zuurstof, en
de lage concentratie waterstof en koolstofdioxide.
Samenstelling en opbouw van de atmosfeer
De atmosfeer is opgedeeld in 4 lagen, met pauzes ertussen met temperatuurverschillen.
Van onder naar boven:
Troposfeer→ 9 kilometer dik bij de polen, 12 bij de evenaar. Elke 100 m omhoog, -0,6 °C.
Stratosfeer→ Warmer door opname ozon van ozonlaag, wat de aarde tegen UV beschermt.
Mesosfeer→ Temperatuur daalt weer, hier verbranden de meeste meteorieten.
Thermosfeer→ Hoge temperaturen, bevat minder dan 1% van de atmosferische gassen.
Exosfeer→ Buitenste laag, extreem hoge temperaturen die tussen dag en nacht verschillen.
Energiebalans
De zon zendt zo veel straling uit dat ondanks de grote afstand met de aarde, het alsnog
onze grootste energiebron en motor achter weersverschijnselen is. De temperatuur van de
aarde verandert niet constant, dus is er een energie- of stralingsbelans.
20% van de energie wordt door de wolken weerkaatst, 4% door het aardoppervlak en 6%
wordt verstrooid door de gasdeeltjes, wat samen 30% teruggekaatste energie is. 23% van
de overgebleven energie wordt in de troposfeer opgenomen door wolken en waterdamp.
De andere 47% van de straling wordt geabsorbeerd door de aarde en dan telkens als
langgolvige straling heen en weer gekaatst tussen de broeikasgassen en de wolken en de
aarde, totdat ze ontsnappen. Die gassen werken dus als een deken om de aarde die ervoor
zorgen dat de temperatuur op aarde 31 °C hoger is dan het eigenlijk zou moeten zijn.