Week 1:
E-commerce: electronic commerce oftewel e-commerce kan worden gedefinieerd als ‘het
doen van zakelijke transacties waarbij de interactie tussen de partijen plaatsvindt via
computernetwerken, zoals het internet’.
Vormen van E-commerce:
Consumer to Consumer (C-to-C) elektronische handel tussen consumenten
Business to Business (B-to-B) elektronische handel tussen bedrijven onderling
Business to Consumer (B-to-C) elektronische handel tussen een bedrijf en consumenten
Business to Government (B-to-G) elektronische handel tussen een bedrijf en een overheid
Consumer to Government (C-to-G) elektronische handel tussen een consument en een
overheid
Een veranderende waardeketen/netwerk:
Producer -> wholesales -> retailer -> consumer
Producer -> retailer -> consumer
Producer -> consumer
- Directe verkoop aan consumenten
Nieuwe intermediairs:
Company <-> intermediary <-> customer
Company < disintermediation > customer
Company <-> intermediary (reintermediation) <-> customer
Vliegwielstrategie: Online zie je vaak dat er na enige tijd maar één grote speler is.
Amazon’s vliegwiel strategie: veel aanbieden, eenvoudige klantervaring, veel bezoekers,
kostenstructuur verlaagd, lagere prijzen.
Van single- naar omnichannel:
Multi channel distributie: fysieke winkel en webshop functioneren onafhankelijk van elkaar.
Cross channel distributie: winkel en webshop zijn geïntegreerd in één voor de klant.
Omni channel distributie: alle distributiekanalen van de organisatie sluiten naadloos op
elkaar aan: online shopping, mobile shopping, social shopping, fysieke winkels en catalogi.
Customer journey: De customer journey is de methode die in digitale marketing wordt
gebruikt om alle digitale contactpunten in de klantreis in kaart te brengen om zo de invloed
van de verschillende kanalen en media op het gedrag van klanten en aankoopbeslissingen
inzichtelijk te maken en te beïnvloeden: orient, search, customize, compare, purchase, play,
share.
Gebruik van data: Data zijn ruwe gegevens. Data vormen de basis voor informatie (zoals
alfabetten, cijfers of symbolen) die verwijzen naar of representeren voorwaarden, ideeën of
objecten. Gebruiken in E-commerce: oplossen van complexe wetenschappelijke/ militaire /
sociale / medische problemen, organisatie van de financiële markten, screening (&
voorspellen) gedrag van mensen, marketing en overtuigen.
Algoritmes: vertellen welke specifieke stappen in een specifieke volgorde uitgevoerd
moeten worden om een bepaald eindresultaat te bereiken. Eigenlijk is een algoritme gewoon
een reeks instructies, zoals ook een recept in een kookboek.
, Week 2:
Online marketing: zoekmachinemarketing: zoekmachineoptimalisatie en
zoekmachineadvertenties, linkbuilding, affiliate marketing, display advertising, e-
mailmarketing, virals, games, social media marketing, inbound marketing, contentmarketing,
PR.
SEO: - staat voor Search Engine Optimalisatie (zoekmachine optimalisatie). - Een
overkoepelende benaming voor activiteiten die bedoeld zijn om een webpagina hoog te laten
scoren in de organische / natuurlijke / onbetaalde zoekresultaten van een zoekmachine. - De
webpagina moet relevante trefwoorden, trefwoordcombinaties en zoekwoorden bevatten. -
Vermelding in die organische / natuurlijke resultaten is gratis, dus een interessant alternatief
voor zoekmachine adverteren.
SEA: - Onder Search Engine Advertising wordt het tegen betaling plaatsen van advertenties
boven en naast de natuurlijke zoekresultaten verstaan. - De advertentie wordt vertoond als
een zoekmachinegebruiker een aan de advertentie gekoppeld woord of woordgroep intypt. -
De adverteerder betaalt alleen voor de zoekmachinegebruikers die op een van zijn
advertenties klikken.
SERP (search engine result page): geeft de zoekresultaten weer. Het doel is een
prominente plaats op de SERP te verkrijgen.
Linkbuilding: identificeren en opbouwen van relaties (links) tussen websites en webpagina's
van anderen.
Affiliate marketing: een vorm van internetmarketing waarbij adverteerders hun partners
(affiliates) belonen voor de gerealiseerde verkopen of leads die de affiliatie heeft
aangeleverd.
Inbound marketing: zijn alle marketing activiteiten waarbij bezoekers aangetrokken worden
door middel van waardevolle content en experiences gericht op de doelgroep.
Outbound marketing: onderbreekt je doelgroep met content waar ze misschien niet op
zitten te wachten.
Content Marketing: is een strategische marketing methode gericht op het creëren en
distribueren van waardevolle, relevante en consistente content die een duidelijk omschreven
doelgroep aantrekt, vasthoudt, en uiteindelijk omzet in winstgevende klantacties.
Sociale media: zijn alle computer gegenereerde technologieën die het creëren en delen van
informatie, ideeën, loopbaanambities en andere vormen van expressie mogelijk maken via
virtuele communities en sociale netwerkservices.
6 Geheimen van het Overtuigen, Robert Cialdini: 1. Wederkerigheid 2. Schaarste 3.
Autoriteit 4. Commitment en Consistentie 5. Sympathie 6. Sociale Bewijskracht
Customer Life Cycle: het geheel van stappen, die een klant zet tijdens het koop- en
klantproces bij een bepaalde organisatie. Het betreft dus alle ‘conversaties’ die een bedrijf
met een klant heeft. Vanaf het eerste websitebezoek tot de aankoop en daarna met de
verbondenheid met een loyale klant.
CLC en marketingdoelen:
1. Select: selecteren van je doelgroep 2. Acquire: binnenhalen 3. Retain: zorgen dat ze
blijven 4. Extend: zorgen dat ze vervolgens meer omzet gaan draaien
1. Reach: klanten bereiken, meten of het aantal bezoekers toeneemt. 2. Act: wat doen ze? 3.
Convert: converteren ze ook echt producten? 4. Engage: kan ik zorgen dat ze fan worden?
Kan ik ze betrekken bij meer?