HS 1 Introductie in E-business en e-commerce
Het zoveel mogelijk uitvoeren van het commerciële proces via internet heet e-commerce. Het
regelen van het primaire proces via internet heet e-business.
1.1 E-business, de waardeketen en de supply chain
E-commerce is het kopen en verkopen van producten en diensten via internet. E-business is
gecompliceerder. E-business maakt zakendoen sneller voordeliger en makkelijker doordat processen
zoveel mogelijk zijn geautomatiseerd en de communicatie direct via internet verloopt.
1.1.1 Afbakening van e-business
E-business is het geheel aan activiteiten van een onderneming dat gebruikmaakt van het internet
en/of op IP gebaseerde software. Naast internet kun je ook andere netwerken voor de uitwisseling
van data gebruiken welke internetprotocol (IP-gebaseerde software) wordt genoemd, zoals e-mail. E-
business betreft processen aan de voorkant van de organisatie (aanbodskant zoals online
modewinkel) en de achterkant van de organisatie (orderafhandeling en inkoop zoals een systeem dat
orders zichtbaar worden voor de kledingleveranciers). De klant komt niet in aanmerking met deze
processen.
1.1.2 Waardeketen en supply chain
E-business heeft betrekking op de hele waardeketen. Porter ontwikkelde een model waarin de
samenhang tussen verschillende activiteiten in een organisatie in beeld werd gebracht. De
waardeketen is de keten van activiteiten die grondstoffen, handelingen en/of informatie omzetten in
een product of dienst voor klanten. Met deze activiteiten voegt een organisatie waarde toe aan de
goederen, diensten en data die hij heeft ingekocht bij leveranciers. In de waardeketen staan alle
primaire en ondersteunende activiteiten. De primaire activiteiten zijn alle activiteiten waarvan de
output direct bijdraagt aan het resultaat voor de klant (inkomende logistiek, productie, uitgaande
logistiek, marketing en verkoop en after sales service). Bij ondersteunende activiteiten moet je
denken aan infrastructuur van de organisatie, HRM, technologische ontwikkelingen en procurement.
Ondersteunende activiteiten ondersteunen het primaire proces. Het moet dan ook goed op elkaar
afgestemd zijn zodat alles efficiënter gaat wat tot hogere marges kan leiden. Iedere activiteit kan met
digitale hulpmiddelen worden uitgevoerd. Verkoop via een webshop is een gedigitaliseerde primaire
activiteit en werving van medewerkers via een vacaturesite is een ondersteunende activiteit die
digitaal kan worden uitgevoerd. Elke organisatie maakt deel uit van een bedrijfskolom of supply
chain, waarbij ruwe materialen na productie bewerkt worden door een of meerder organisaties om
uiteindelijk als eindproduct door een consument te worden gebruikt. Elke organisatie in de supply
chain voegt via hun eigen waardeketen iets toe aan het proces. Supply chain management is het
optimaliseren van processen waarmee de organisatie de productie van goederen of diensten plant,
materialen van verschillende leveranciers inkoopt, producten of diensten produceert en bij de klant
brengt en retouren afhandelt.
1.1.3 Ontwikkelingen die leiden tot aanpassingen in de bedrijfsprocessen
Supermarkten kunnen orders via electronic data interchange (EDI) aan hun leveranciers sturen. Het
gebruik van internet bij consumenten en bedrijven, de opkomst van online verkoop hebben geleid
tot een versnelling in de veranderingen in de manier waarop organisaties hun bedrijfsprocessen
inrichten. Steeds meer bedrijven kiezen voor e-business en dit proces van veranderingen is versterkt
door drie ontwikkelingen:
1. Organisaties nemen de klant steeds meer als uitgangspunt. Er is meer openheid
(transparantie) op internet en daardoor is de concurrentiedruk groot. Mogelijke klanten
kunnen alles vergelijken. Het gaat van push (klanten naar het product pushen) naar pull
(zorgen dat klant naar jouw product gaat vragen. Door individuele waardepropositie toe te
passen maak je een aanbod exact op maat van de klant.
, 2. Bedrijfsprocessen worden steeds vaker uitgevoerd door meerdere organisaties. Steeds vaker
kiezen organisaties voor outsourcing, het uitbesteden van activiteiten die zij eerst zelf deden
(andere organisatie kan het mogelijk beter/goedkoper uitvoeren). Daarnaast is het
samenwerken met externe partners makkelijker geworden. Het optimaliseren van
waardecreactie door bedrijfsprocessen te integreren en informatie uit te wisselen met
partners via internet, wordt collaborative commerce genoemd. Het gezamenlijke netwerk
van partners dat het primaire proces faciliteert en uitvoert heet het waardenetwerk.
3. Veranderingen in de markt volgen elkaar in hoog tempo op en bedrijfsprocessen moeten
steeds sneller worden aangepast. Door toegenomen concurrentiedruk en snelle
veranderingen in de markt moet je flexibel zijn in je bedrijfsproces. Gewijzigde wensen van
klanten, nieuwe leveranciers, andere partners en nieuwe ontwikkelingen moeten worden
opgevangen om concurrentievoordeel te behouden.
1.2 Specifieke aspecten van de e-business
Elke organisatie zit met de adoptie van digitalisering tussen een traditionele organisatie (bedrijf
zonder elektronische data-uitwisseling) en een e-enterprise. In een e-enterprise zijn alle primaire
bedrijfsprocessen zowel intern als extern geïntegreerd. E-business is de fase die vooraf gaat aan e-
enterprise: alle bedrijfsprocessen geautomatiseerd en is er elektronische gegevensuitwisseling met
leveranciers, maar is er nog geen sprake van totale interne en externe integratie. Er zijn zes fasen van
traditionele organisatie naar e-enterprise:
1. Traditionele organisatie (alle communicatie met klanten verloopt offline)
2. Online marketingcommunicatie (via website kan klant informatie krijgen, geen interactie)
3. Online verkoop (klanten kunnen online orders plaatsen, transactiesysteem is
geautomatiseerd)
4. E-commerce (klanten kunnen orders plaatsen en wijzigen via een eigen account. Er wordt
gebruikgemaakt van een systeem voor customer relationship management.
5. E-business (alle interactie met klanten loopt volledig geautomatiseerd, en er is sprake van
automatisering van de primaire bedrijfsprocessen en de interne informatiesystemen en er is
sprake van geautomatiseerde data-uitwisseling met leveranciers en integralie data-analyse.
6. E-enterprise (hierbij zijn alle bedrijfsprocessen geautomatiseerd en is er integratie van het
informatiesysteem met dat van partnerorganisaties, data-analyse vindt plaats op het niveau
van de supply chain).
Er zijn twee ontwikkelingen in een organisatie die erop duiden dat er sprake is van e-business:
1. Het gebruiken van elektronische gegevensuitwisseling via internet. Porter onderscheidt 5
fasen in de inzet van elektronische gegevensuitwisseling in organisaties (orderinvoer,
geautomatiseerd reserveringssysteem, geautomatiseerd inkopen van een nieuw product als
de klant iets bij de kassa afreken en optimalisatie processen en activiteiten zoals de online
aanbieder van vliegtuigstoelen die in een geautomatiseerd systeem kan kijken of er nog
stoelen beschikbaar zijn). Voor de uitwisseling van data kan er gekozen worden volgens 5
platformen volgens Porter (e-commercewebsite voor verkooptransacties, customer service
website voor ondersteunende dienstverlening, intranet voor communicatie binnen een
bedrijf, extranet voor communicatie met partners in een besloten omgeving, en direct
berichtenverkeer met andere externe computersystemen.
2. Het automatiseren en integreren van bedrijfsprocessen. De organisatie optimaliseert de
interne processen met software voor enterprise resource planning. Dit houdt in dat de
afdelingen binnen een organisatie hun administraties met elkaar verbinden zodat iedereen in
de organisatie dezelfde informatie heeft. De bestendigheid van samenwerking met externe
partners kan verschillen. Als er periodiek van partner wordt gewisseld, zoals na afloop van
een contract is er sprake van een semi-dynamische samenwerking. De samenvatting voor de
duur van een order is een dynamische samenwerking. Bij een ultradynamische
samenwerking kan er tijdens de order van partner worden gewisseld.
,1.3 E-business in de productie, retail en dienstverlenende organisaties
E-business kan ingezet worden bij verschillende organisaties en je moet goed kijken naar de manier
waarop een organisatie waarde voor een afnemer creëert.
1.3.1 Het primaire proces
Het is goed om nog eens te kijken naar het primaire proces te kijken binnen de waardeketen
(inkomende logistiek, productie, uitgaande logistiek, marketing en verkoop en after sales service).
Met marketing wordt tegenwoordig alles omvat met betrekking tot het werven van klanten
(ontwikkeling, prijsbepaling, promotie, distributie). Porter had het over after sales servies. Nu bouw
je steeds meer aan het hebben van een goede relatie met klanten. Het leveren van service aan
klanten na aankoop is een vorm van customer relationship management.
1.3.2 E-business in een productieorganisatie
Veel productieorganisaties hebben gekozen voor automatisering van hun productieprocessen
(vervangen van menselijke handelingen door geautomatiseerde productielijnen). Als een organisatie
via internettoepassingen en de datastromen vanuit de waardeketen koppelt aan een
productontwikkeling en alles wat er gebeurt op de fabrieksvloer, spreek je van e-manufacturing. E-
manufacturing is de integratie van systemen om de correcte verspreiding van informatie door de
waardeketen van een bedrijf te verzekeren, gebruikmakend van internet. Hiermee kan de organisatie
garanderen dat er real-time informatie beschikbaar is waar iedereen die betrokken is in het
productieproces gebruik van kan maken. Doordat de klant steeds vaker als uitgangspunt wordt
gebruikt zijn organisaties overgestapt naar produce-to-demand waarbij de organisatie het product
pas produceert zodra de order binnen is. Voordeel hiervan is dat een organisatie een minimale
voorraad in huis kan hebben, wat ruimte en werkkapitaal vrij maakt.
1.3.3 E-business in een retailorganisatie
De retailbedrijven zijn de winkels die de klant de gelegenheid geven om een keuze te maken uit een
assortiment aan producten en stellen het gekozen product ter beschikking in een door de klant
gekozen hoeveelheid. Belangrijke activiteiten van een retailorganisatie zijn het aantrekkelijk maken
van hun assortiment, het presenteren van producten en het adviseren van mensen bij hun keuze. Bij
een webshop kopen online winkels hun product pas in als de klant het besteld heeft. Sommige
winkels gebruiken internet alleen als communicatiemiddel. Andere organisaties hebben op het
internet een webshop, naast hun gewone winkel. Bij een multichanneldistributie werken webshop en
winkel onafhankelijk van elkaar. Bij crosschanneldistributie is de webshop en fysieke winkel
geïntegreerd met elkaar. Bij een omnichanneldistributie- sluit alles naadloos op elkaar aan.
1.3.4 E-business in een dienstverlenende organisatie
Hierbij is geen sprake van ingaande en uitgaande logistiek. Dienstverleners maken geen concrete
producten en hun materiaal wordt gemaakt door mensen die de handelingen en/of denkwerk
verrichten wat resulteert in een hele korte keten: klantacquisitie-operationele activiteiten-customer
relationship management. Dienstverlenende organisaties maken gebruik van e-business als zij
datagebaseerde diensten verlenen. Hierbij kan gedacht worden aan banken en datingorganisaties.
1.4 E-business en informatiesystemen
E-business houdt in dat er realtime informatie wordt uitgewisseld tussen klanten, interne afdelingen
en externe partners. Vertragingen zijn onacceptabel en fouten ook. De informatiestromen uit alle
systemen die relevant zijn voor het primaire proces moeten aan elkaar gekoppeld worden. In
hoofdstuk 7 staat hier meer over beschreven. Tijdens het marketing- en verkoopproces is het
customer relationship managementsysteem (CRM) de belangrijkste bron voor informatie. In dit
systeem worden alle interacties met huidige en toekomstige klanten bijgehouden. Dit betreft
, persoonlijke data van de klant en transactie- en communicatiedata. Of de klant nu contact opneemt
via de website, via de telefoon of per e-mail, in alle gevallen moeten de data toegankelijk zijn. Als de
klant een klacht heeft ingediend via de website, moet een medewerker dit kunnen zien. De klant
moet ook online inzage hebben in zijn gegevens en deze kunnen wijzigen. Veel organisaties maken
gebruik van advanced planning en scheduling. Dit is software voor productieplanning en deze
software stuurt automatisch berichten bij vertragingen en past hierop de planning aan. Ook worden
er gegevens verzameld over de prestaties binnen elk van de processen, zoals de resultaten van de
webshop of van de afdeling orderafhandeling. Het systeem voor enterprise resource planning
verbindt verschillende data door de hele organisatie heen. Daarnaast verzamelt het systeem data
voor analyse en maakt hier informatie van. Hierdoor beschikken alle managers over dezelfde actuele
verkoopcijfers en klantgegevens.
1.5 Opbouw van het boek
De opbouw van het boek sluit aan bij het primaire proces zoals eerder is beschreven. Voordat hier
meer over geschreven wordt, is het van belang om te weten wat de invloed van e-business op
businessmodellen is. Dit wordt beschreven in hoofdstuk twee. Daarna wordt stap voor stap het
primaire proces van e-business doorlopen:
Klantacquisitie in hoofdstuk drie
Verkoop en online verkoop in hoofdstuk vier
Procurement en e-procurement in hoofdstuk vijf
E-fulfilment (uitgaande logistiek) en productie (e-manufacturing) in hoofdstuk zes
(online) customer relationship management in hoofdstuk zeven.
Uitleg samenhang tussen de verschillende datastromen en de daaruit voortkomende
sturingsinformatie voor organisatieprocessen komt in hoofdstuk acht.
Hoe de IT-infrastructuur bij e-business is opgebouwd en hoe een manager projecten op het
gebied van e-commerce en business kan aanpakken behelst hoofdstuk negen.
HS2 Businessmodelinnovatie
Elke organisatie heeft een businessmodel. Dit is een beschrijving van de manier waarop een
organisatie waarde creëert voor klanten en daarvoor met inkomsten wordt beloont. Dit hoofdstuk
gaat over de strategie van een organisatie en het gekozen businessmodel en welke rol e-business
hierbij speelt.
2.1 E-business en strategie
Strategie is de richting waarin de organisatie zich op lange termijn beweegt. In de manier waarop een
strategie tot stand komt zit er geen verschil tussen traditionele organisatie en een organisatie die
kiest voor e-business. Binnen organisaties kennen strategieën drie niveaus:
1. Corperate niveau, dit betreft de totale reikwijdte van de organisatie en de manier waarop
bedrijven die daarvan onderdeel uitmaken waarde toevoegen aan de organisatie als geheel.
2. Bedrijfsniveau, dit betreft de manier waarop individuele organisaties waarde creëren voor
hun klanten en concurreren in hun markten.
3. Operationeel niveau, dit betreft de manier waarop onderdelen van een organisatie de
corporate en de bedrijfsstrategie uitvoeren door middelen, mensen en processen in te
zetten.
Op ieder niveau kan een organisatie digitale processen inzetten en internet als kanaal gebruiken. Op
operationeel niveau gaat het om een praktische keuze (proces verloopt effectiever of efficiënter). Op
bedrijfsniveau zijn concurrentieoverwegingen en ontwikkelingen in de markt belangrijke
argumenten. Op corporate niveau speelt de samenwerking tussen organisaties, spreiden van risico’s
of het profiteren van marktontwikkelingen een belangrijke rol in het kiezen voor e-business.
Daarnaast kan er sprake zijn van dreigende digitale disruptie (nieuwe innovatie die een bestaande