Samenvatting Recht, economie en maatschappij
College 1
De functie die het recht in de samenleving vervult is de minimalisering van samenlevingskosten.
Wat is de functie van een brug? Economische beredenering: met die brug wordt tijd (kosten)
bespaard, want omrijden kost veel meer tijd. De ‘bespaarde’ tijd kan vervolgens voor iets anders
worden gebruikt.
Wat is dan de functie van het recht? De mens creëert een rechtssysteem bestaande uit een geheel
van rechtsregels waarmee kosten in de samenleving worden geminimaliseerd. In dit vak zullen we
deze functie van het recht belichten: het minimaliseren van samenlevingskosten. Als je het recht
vanuit deze functie bekijkt dan kijk je naar de economische functie van het recht. Een rechtssysteem
dat is ingericht om die functie te vervullen dat heet een efficiënt rechtssysteem.
Wat is economie?
Economie is de leer der schaarste. Het is gebaseerd op het feit dat grondstoffen en middelen schaars
zijn en er dus in feite keuzes gemaakt moeten worden over de aanwending ervan. De mensen in de
samenleving hebben behoeften en die zijn eigenlijk oneindig, maar er zijn gewoon niet genoeg
middelen om aan die on-uitputtende behoeftes te voldoen. De mens zoekt daarom naar de zo
efficiënt mogelijke wijze om die middelen aan te wenden zodat er toch aan zoveel mogelijk
behoeften kan worden voldaan.
Efficiëntie (doelmatigheid)
Doelmatigheid is het op zodanige wijze gebruiken van de financiële, personele en materiële
middelen:
-dat bij een gegeven hoeveelheid middelen een maximale output wordt verkregen (dus de gegeven
middelen willen zoveel mogelijk in de behoeften van mensen kunnen voorzien), of
-dat voor een hoeveelheid output van een gegeven kwaliteit (effectiviteit) een zo gering mogelijke
input (van die schaarse middelen) benodigd is.
Efficiëntie houdt dus in dat je de gegeven middelen aanwendt op zo’n manier dat aan zoveel mogelijk
behoeften kan worden voldaan. Dus eigenlijk betekent het gewoon: verspilling van middelen
tegengaan, geen onnodige of overbodige kosten maken, waardevol gebruik van middelen niet
onbenut laten ( ‘deadweight loss’).
We kijken dus naar de functie van het recht in de samenleving, en we gebruiken economische
begrippen om die functie te begrijpen.
Voorbeeld van een efficiënte rechtsregel:
“Bij het achteruit uit een parkeerplaats rijden is er sprake van een bijzondere manouvre. Dit betekent
dat u het overige verkeer voor moet laten gaan. Als u tijdens het achteruit rijden tegen een
voorbijrijdende auto botst, bent u aansprakelijk.” Waarom moet de uitrijdende auto de schade
dragen en niet de voorbijrijdende auto? Wie is diegene die in dergelijke situaties de botsing het beste
kan voorkomen? Who is the least-cost-accident-avoider? Om te kijken of een regel efficiënt is moet
je kijken wie in dit geval diegene is die het ongeval tegen de laagste kosten kan vermijden. Als de
voorbijrijdende auto aansprakelijk zou zijn moet die altijd heel langzaam rijden en kijken of er niet
mensen in geparkeerde auto’s zitten die misschien achteruit zouden kunnen gaan rijden. Als de
uitrijdende auto aansprakelijk is moet alleen deze voorzichtig zijn. De optie van de uitrijdende auto is
goedkoper, en dus efficiënter, want hij is diegene die tegen de laagste kosten het ongeval kan
vermijden.
Voorbeeld 2: u hebt een woning gekocht maar die woning is aangetast door termieten. Verborgen
,gebreken, u heeft iets gekocht en het blijkt dus niet te zijn wat u had gedacht. Onderzoeksplicht of
mededelingsplicht? Efficiënte rechtsregel: ‘Bij het verkopen van een woning moet de verkoper alle
gebreken melden aan de koper. Dit heet de mededelingsplicht. Doet hij dat niet, dan is hij
aansprakelijk voor de schade.’ Waarom mededelingsplicht verkoper en geen onderzoeksplicht koper?
Wie is diegene die de dwaling het beste had kunnen voorkomen? Who is the least-cost-information-
gatherer? De verkoper is dat in dit geval, want hij weet dat die termieten daar zijn en het kost niet
veel moeite om dat mee te delen. Je moet dus altijd nadenken over welke kosten een regel met zich
meebrengt, en welke regel zorgt voor lagere kosten.
Carrots versus sticks in het recht
Dit houdt in: gaan we iemand aansporen om iets te doen en hem daarvoor dus belonen (dus via een
carrot), of gaan we iemand aansporen om iets te doen door middel van het gebruik van een stok als
hij zich daaraan niet houdt.
Normstellend recht en handhavingsrecht
Een rechtssysteem bestaat uit een geheel van rechtsnormen, waarvan de naleving juridisch wordt
gesanctioneerd. Het is typisch voor het rechtssysteem dat aan die normen ook nog sancties
vastzitten. Dus er is een norm (normstellend recht) en er is dan nog een sanctie die diegene moet
aansporen om die norm na te leven (handhavend recht).
- Negatieve sancties (sticks) bij normschending: bv strafsancties, schadevergoeding uit onrechtmatige
daad negatieve reactie bij normschendend gedrag.
- Positieve sancties (carrots) bij naleving van de norm: bv toekennen van een octrooi. Gedrag
conform de norm wordt beloond positieve reactie op normconform gedrag.
Voorbeeld gebruik van positieve sanctie (carrot) door het recht: toekenning van een octrooi.
-Voortbrengselen van de menselijke geest, zoals uitvindingen en letterkundige werken. Al deze niet-
stoffelijke objecten dragen informatie in zich. En informatie heeft kenmerken van een publiek goed.
-Economisch begrip publiek goed: niet-uitsluitbaar: dit houdt in dat je mensen niet kunt uitsluiten of
beletten het te gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld niemand uitsluiten van de verdediging die uitgaat van
het leger, dus een publiek goed is vaak ook een collectief goed.
Gevolg: investeringen in maatschappelijk waardevolle informatie zijn suboptimaal. Want jij hebt er
dan heel veel tijd en middelen aan besteed, maar vervolgens kan iedereen er vrij gebruik van maken.
Dat leidt er vaak toe dat iemand er überhaupt niet aan begint. Wij willen mensen echter wel
motiveren om die uitvindingen te doen of die informatie te produceren, want dat komt ten goede
aan de samenleving. Dus de norm is om nieuwe waardevolle informatie voor de samenleving te
verkrijgen, maar hoe zetten we mensen aan om dat te doen? positieve sanctie, je wordt beloond
met een exclusief recht.
Oplossing: toekennen octrooi/auteursrecht: exclusief recht, niemand mag gebruik maken van de
informatie zonder toestemming van de schepper. Het probleem is dat via de toekenning van een
exclusief gebruiksrecht aan een uitvinder van informatie, deze ten aanzien van de informatie een
monopolie-positie verwerft. Een winst maximaliserende monopolist zal een hogere prijs voor zijn
product in rekening brengen dan in een markt met volledige mededinging tot stand zou komen. Deze
hogere prijs remt het gebruik af.
Via het octrooirecht kun je publieke goederen toch door private partijen laten produceren.
Wat is recht?
Recht= positief recht (de rechtsregels die op een bepaald moment in een bepaalde samenleving
bestaan, zoals bijv het Burgerlijk Wetboek).
Recht= datgene wat bepaalt welke rechtsregels op een bepaald moment in een samenleving zouden
,moeten gelden: moeten we de rechtsregels bepalen aan de hand van
rechtvaardigheidsoverwegingen of efficiëntieoverwegingen?
Rechtvaardigheidsoverwegingen
Volgens de regels van het auteursrecht/octrooirecht mag je de werken/uitvindingen van anderen
niet kopiëren zonder toestemming, waarom? Rechtvaardigheidsoverwegingen: het is oneerlijk om te
free-riden op de onderzoeksinspanningen van anderen octrooi toekennen. Maar op basis van
rechtsvaardigheidsoverwegingen kun je ook het tegenovergestelde rechtvaardigen: het is oneerlijk
dat iemand geen gebruik kan maken van de uitvinding vanwege hoge monopolieprijzen octrooi
ontnemen. Rechtvaardigheid is dus vaak gecompliceerd. Het rechtvaardigheidsgevoel is heel
belangrijk, dat moet je serieus nemen, maar als je dus op basis van rechtvaardigheidsoverwegingen
wil bepalen welke regels moeten gelden, dan hangt het antwoord af van naar wiens kant je kijkt (bij
het octrooi bijv naar die van de makers of die van de gebruikers?). Dus misschien kan je beter kijken
op basis van efficiëntieoverwegingen.
Efficiëntieoverwegingen
Een efficiëntieoverweging komt erop neer dat je alle voordelen en nadelen van een regel in kaart wil
brengen. Je kijkt dus niet maar naar één kant, maar naar alle kanten.
Voordelen die het gevolg zijn van het toekennen van octrooirecht: zonder octrooirechtelijke
bescherming zijn investeringen suboptimaal. Octrooirecht geeft exclusief verkoopsrecht (de carrot,
de beloning) meer investeringen in nieuwe uitvindingen.
Nadelen die het gevolg zijn van het toekennen van octrooirecht: het exclusief verkoopsrecht geeft
monopoliemacht, daardoor zijn de prijzen hoger, waardoor gebruik wordt beperkt.
Nu moeten we een regel kiezen en daarvoor gebruiken we de kosten-baten analyse: ken octrooirecht
toe zolang het meer voordelen dan nadelen heeft, en schaf het af wanneer er meer nadelen dan
voordelen zijn. Dit doet het recht in het geval van het octrooirecht als volgt: octrooirecht geldt maar
voor beperkte tijd, je krijgt voldoende tijd om de investering terug te verdienen en daarna wordt het
octrooirecht ontnomen.
De drie aspecten van een efficiëntie-analyse
1. Prikkelkosten
2. Transactiekosten
3. Risicokosten
De efficiëntieregel is de regel die de som van alle kosten samengenomen minimaliseert.
• Voorbeeld pachtcontracten:
Vaste geldpacht: de eigenaar (verpachter) ontvangt jaarlijks een vast bedrag aan pacht.
• Deelpacht: de eigenaar heeft recht op een deel van de opbrengst van de boederij van de
pachter (bv. 50 %).
• [vaste loondienst: de eigenaar betaalt werknemers een vast maandloon om het land te
bewerken]
, INC boer om TAC (ex ante Wie draagt het
hard te and ex post) risico mislukte
werken oogst
Vaste pacht
Deelpacht
Vast loon
Imperfecte prikkels deelpacht
MARGINAL COST OF 1 HOUR
- 10 $ (opportunity cost of farmer’s time)
MARGINAL RETURNS OF 1 HOUR
+ 12 $
* PART OF FARMER (50%) +6$
* PART OF LANDLORD: (50%) +6$
Hogere transactiekosten deelpacht
- Eigenaar heeft recht op 50 % van de opbrengsten van de oogst.
• 50 % van 1000 (opbrengst) is meer dan 50 % van 100 (opbrengst).
• Eigenaar moet controleren of opbrengst van oogst correct wordt meegedeeld.
Risicokosten:
Risico = de kans om iets waardevols te winnen (positief risico) of te verliezen (negatief risico).
Onzekerheid van de uitkomst.
Voorbeeld negatief risico: 99 % kans dat er geen brand uitbreekt + 1% kans om een verlies van
100.000 op te lopen.
Voor risico-averse individuen zijn er kosten verbonden aan het dragen van risico’s. Hoe kunnen die
kosten worden verlaagd?
• Door het risico over te dragen aan de verzekeraar. De eerste vraag is of het risico
verzekerbaar is. In dat geval is de vraag wie van de betrokkenen zich tegen de laagste kosten
kan verzekeren (least-cost-insurer).
• Indien het risico niet verzekerbaar is, dan is de vraag wie van de betrokkenen het best
geplaatst is om het risico te dragen (superior-risk-bearer). Gewoonlijk is dat de partij die de
risico’s in zekere mate kan poolen, het best geplaatst om het risico te dragen.
• Indien geen van de betrokkenen het risico kan poolen, dan is het best dat alle betrokkenen
een deel van het risico dragen (risk-sharing).
Wie draagt het risico van een mislukte oogst?