Samenvatting Handboek
Positieve Psychologie
Theorie, onderzoek en interventies
Onder redactie van Ernst Bohlmeijer, Nele Jacobs,
Jan Auke Walburg en Gerben Westerhof
Exclusief: Hoofdstuk 2, 17, 21 en 23
Open Universiteit
Academiejaar 2020-2021
Auteur: Naomi Simons
,Inhoudsopgave
DEEL 1 – PERSPECTIEF EN BETEKENIS .............................................................................................................. 3
H1. Positieve psychologie: een introductie ...................................................................................................... 3
H3. Positieve gezondheid ................................................................................................................................ 6
H4. Floreren .................................................................................................................................................... 9
H5. De sterkekantenbenadering: persoonlijke kwaliteiten als hefboom voor verandering ............................ 11
H6. Geluk: economische perspectieven ......................................................................................................... 14
H7. Kwaliteit van leven meten ...................................................................................................................... 17
H8. Positieve psychologie en vluchtelingenhulp ............................................................................................ 19
H9. Positief ontwerpen ................................................................................................................................. 21
H10. Positieve technologie ............................................................................................................................ 23
H11. Innovatief meten .................................................................................................................................. 25
DEEL 2 – BEGRIPPEN EN INTERVENTIES ......................................................................................................... 28
H12. Positieve emoties ................................................................................................................................. 28
H13. Kernkwaliteiten .................................................................................................................................... 30
H14. Positieve relaties .................................................................................................................................. 33
H15. Dankbaarheid ....................................................................................................................................... 36
H16. Compassie ............................................................................................................................................ 38
H18. Waarden en motivatie .......................................................................................................................... 41
H19. Zingeving .............................................................................................................................................. 43
H20. Posttraumatische groei ......................................................................................................................... 46
H22. Optimisme ............................................................................................................................................ 48
H24. Welbevindentherapie ........................................................................................................................... 50
2
, DEEL 1 – PERSPECTIEF EN BETEKENIS
H1. Positieve psychologie: een introductie
2 Korte geschiedenis van het ontstaan van de positieve psychologie
§ ontmoeting tussen wetenschappers Martin Selignman en Mihaly Csikszentmihalhy (1997)
à ‘psychologie te eenzijdig bezig met stoornissen i/h menselijk functioneren’
1. organiseren van conferenties met talentvolle wetenschappers
2. werven van fondsen (Templeton Foundation) voor onderzoek naar optimaal functioneren
3. positieve psychologie op agenda APA (Selignman = voorzitter J)
4. beroemd artikel over onderwerp ‘positieve psychologie’ in tijdschrift American Psychologist
à definitie: ‘the field of positive psychology at the subjective level is about valued subjective
experiences: well-being, contentment, and satisfaction (in the past); hope and optimism (for the
future); and flow and happiness (in the present). At the individual level it is about positive
individual traits: the capacity for love and vocation, courage, interpersonal skill, perserverance,
spirituality, .... At the group level, it is about the civic virtues and the institutions that move
individuals toward better citizenship: responsability, altruism, tolerance, work ethic, ...
§ International Positive Psychology Association (IPPA), European Network Positive Psychology, ...
§ kanttekeningen/weerstand:
à slechte naamkeuze (want zo lijkt bestaande psychologie ‘negatief’)
à er werd al langer onderzoek gedaan naar thema’s van PP (zoals zingeving, veerkracht, ...)
vb. zelfdeterminatietheorie (autonomie, competentie en verbondenheid)
à PP vormt niet per se een eenheid (discussie over fundamenten en specif. benaderingen)
3 Definities en focus van de positieve psychologie
§ aandacht op optimaal functioneren en daarvan leren om
dis-/normaal functioneren te verbeteren
§ focus op bekrachtigen en waarderen van wat goed gaat
ipv ‘repareren’ van disfunctioneren
§ aandacht voor sterke kanten => ↑betrokkenheid,
↑(leer)resultaten en betere ontwikkeling
+ kost minder tijd/inspanning dan aandacht voor zwakten
§ PP ook toepasbaar in moeilijke omstandigh: pos emoties -> ↑veerkracht bij ingrijpende gebeur.
§ vier analysatieniveaus van ‘optimaal functioneren’:
1. bronnen: genetische aanleg + invloed van omg.fact. op ontwikkeling
vb. genetisch weinig aanleg voor optimisme (kan worden vergroot
met training, maar persoon zal nooit zeer optimistisch worden)
2. processen: persoonlijke vaardigheden en kwaliteiten die
bijdragen aan optimaal functioneren
vb. motivatie, optimisme, zingeving, dankbaarheid, ...
3. contexten: invloed van systemen op optimaal functioneren
vb. relaties, arbeidsorganisaties/schoolklimaat, cultuur, economie, ...
4. uitkomsten: Wat wordt verstaan onder geluk, welbevinden, optimaal funct. + hoe meten?
§ interactie tussen analysatieniveaus
vb. relaties (context) kunnen ontw van kwal/vaardigh (processen) stimuleren of ondermijnen
§ onderzoek gericht op bronnen/processen/contexten die bijdragen aan welbevinden (zie onder)
4 Welbevinden
§ doel PP = bijdragen aan het ‘goede leven’ = welbevinden
§ welbevinden = pos emotionele toestand van geluk en tevredenheid (hedonistische benadering)
à kritiek want invulling wordt volledig aan mensen zelf overgelaten
3
, § welbevinden = ervaring van proces van zelfrealisatie en goede positie in de maatschappij
(Aristoteles’ eudaimonia = vervulling van individuele mogelijkheden in een maatsch. context)
§ Keyes (2007) erkent beide opvattingen als aan elkaar gerelateerde componenten en
introduceert ‘floreren’ = optimale staat van welbevinden, waaarbij mensen een hoge mate van
emotioneel, psychologisch én sociaal welbevinden ervaren
§ bevorderen van welbevinden zinvol:
=> welbevinden ~ goed functioneren van individuen, groepen en samenlevingen
=> welbevinden ~ gezondheid
(↑ welbevinden = ↑ fysieke en geestelijke gezondheid, ↑ herstel van ziekte, langer leven)
5 Positief-psychologische interventies (PPI’s) en hun effectiviteit
§ factoren die bijdragen aan welbevinden (Lyubormirsky, Sheldon, Schkade):
1. genetisch bepaald basisniveau van welbevinden (50%)
2. kenmerken van de omgeving/omstandigheden (10%)
3. individuele vaardigheden en attitudes (40%)
§ cijfers ondertussen weerlegd à slechts 36% bepaald door genen
§ PPI’s gericht op bevorderen van pos gevoelens, cognities en gedrag
vb. versterken van pos ervaringen, ervaren en uiten van dankbaarheid, versterken van
optimisme en hoop, benutten van sterke kanten, ...
§ ↑ onderzoek naar toepassing PPI’s bij mensen met psych/som aand., in organisaties, onderwijs
§ meta-analyses => PPI’s kleine maar significante effecten op welbevinden en psych klachten
§ conclusie = PP kan bijdrage leveren aan gezondheid, welbevinden en positief functioneren van
mensen (maar tot nu toe nog bescheiden)
6 Humanistische psychologie en positieve psychologie
§ beide stromingen zetten zich af tegen elkaar à verschillen:
§ Rich (2018): humanistische psychologie ♡ positieve psychologie
à kwalit en kwant methoden kunnen elkaar goed aanvullen (beiden hebben voor- en nadelen)
vb. bevolkingsonderzoek naar geluk
› PP: grootschalige surveys waarbij geluk wordt gemeten met één vraag
à geeft globaal beeld van geluk v/e bevolkingsgroep
› HP: interviews en etnografisch onderzoek
à geeft info over onderliggende betekenissen van geluk
=> genuanceerder beeld van welbevinden van bep. bevolkingsgroepen
§ kloof overbruggen door existentialistische visie op mens-zijn te incorporeren in pos psychologie
7 Positieve psychologie 2.0
§ = ‘tweede golf’ van positieve psychologie, in gang gezet door Wong (onderzoek naar zingeving)
§ Wongs redenen voor noodzaak PP 2.0:
1. Te veel nadruk op individueel geluk in PP (hedonistisch perspectief overheerst)
ð gevolg = ‘goede leven’ krijgt onrealistische en eenzijdige positieve connotatie
(wordt geïdealiseerd, te veel accent op maakbaarheid van geluk en leven zonder pijn,
terwijl lijden onlosmakelijk is verbonden met het leven...)
2. PP kan onbedoeld leiden tot afwijzing/ontkenning van lijden
4