Hoorcollege week 2 nulliteiten en onverschuldigde betaling
2.1 Vormvereisten
art. 3:37 lid 1 = in iedere vorm => consensualisme
• wet kan vormvereiste stellen
• uitzondering op consensualisme
• art. 3:39 BW ‘in principe nietig’
art. 7:2 lid 1
• woningkoop door consument
• “wordt schriftelijk aangegaan”
• terhandstelling —> 3 dagen bedenktijd
elektronische handtekening
art. 6:227a lid 1 BW
• “indien uit de wet voortvloeit dat een overeenkomst slechts in schriftelijke vorm
geldig of onaantastbaar tot stand komt, is aan deze eis tevens voldaan indien de
overeenkomst langs elektronische weg is totstandgekomen en
a) raadpleegbaar door partijen is
b) de authenticiteit van de overeenkomst in voldoende mate gewaarborgd is
c) het moment van totstandkoming van de overeenkomst met voldoende zekerheid
kan worden vastgesteld
d) de identiteit van partijen met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld
2.2 Strijd met de wet, goede zeden en openbare orde
strijd met de wet, goede zeden en openbare orde
art. 3:40
lid 1 ‘ Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden
of de openbare orde, is nietig.’
lid 2 ‘ Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de
rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één
der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en
ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.’
wet:
• alleen dwingende wet
• alleen wet in formele zin
• ook verdragen, Europese verordeningen, door formele wetgever gedelegeerde
wetgeving
• niet formele wetgeving valt onder goede zeden en openbare orde
aspecten van de rechtshandeling: (§155 Rechtshandeling en overeenkomst)
1. sluiten van overeenkomst = aangaan [gelijke behandelingswetgeving; verzekering,
arbeid => sluiten van overeenkomst discriminatoir, dan art. 3:40 lid 2]
, - art. 3:40 lid 2
- in strijd met discriminatie
- “het is verboden om aluminium kammen te verkopen”
2. inhoud van de overeenkomst = prestaties (en voorwaarden)
- art. 3:40 lid 1
- “het is verboden om aluminium kammen te leveren”
3. strekking van de overeenkomst = bijkomende/uitvoeringshandelingen & motieven
(mits kenbaar) [handelingen die je verricht om overeenkomst uit te voeren, of
motieven waarom overeenkomst wordt gesloten]
- art. 3:40 lid 1
- alleen van toepassing als motieven en bijkomende handelingen voor de
wederpartij kenbaar zijn
- mits kenbaar voor de wederpartij => als je mes verkoopt waarvan je weet dat de
ander iets illegaals mee wil doen
- “het is verboden om een bedrijf te wijzigen”
HR Esmilo/Mediq 2012
HR: wetgever denkt vaak niet aan privaatrecht
• ‘door de wet verboden prestatie hoeft niet strijdig te zijn met de openbare orde’ (lid
1)
• vier punten onderzoeken bij antwoord op de vraag of sprake is van strijd
met de openbare orde of goede zeden
- welke belangen?
- fundamentele beginselen?
- partijen van inbreuk bewust geweest?
- voorziet de regel in een sanctie, zodat nietigheidssanctie niet nodig is?
Gevolgen van sancties van art. 3:40
• strijd met zeden/orde ex art. 3:40 lid 1 => nietigheid [nooit bestaan]
• strijd met de wet ex art. 3:40 lid 2 => nietigheid [nooit bestaan]
• bij beschermingsregels ex art. 3:40 lid 3 => vernietigbaarheid [geldig tot moment
van bescherming]
2.3 Wilsgebreken, Dwaling
• wil en verklaring stemmen overeen, maar de wil is gebrekkig gevormd
• art. 3:44 = bedrog, bedreiging, misbruik van omstandigheden
• bedrog vereist opzet
• art. 6:228 = dwaling
1. gedwaald
2. causaal verband tussen dwaling en aangaan overeenkomst
• = nooit overeenkomst gesloten of onder dezelfde voorwaarden bij juiste
voorstelling van zaken
3. één van drie gevallen
a. inlichting gegeven
b. mededelingsplicht geschonden
1. feiten bekend (wederpartij moet zelf met de feiten bekend zijn)
2. gewicht kenbaar (wederpartij moet weten dat iets voor de ander
doorslaggevend is) = kenbaarheidsvereiste
3. rekening houden met dwaling (zelf weten dat de ander een onjuiste
voorstelling van zaken heeft)
, 4. verkeersopvattingen (fatsoenlijkheid)
—> HR Offringa/Vinck = had dwalende niet zelf ook onderzoeksplicht?
c. wederzijdse dwaling (als leerkracht overeenkomt een paar uur komt
werken; beide gingen uit van een CAO die gunstig voor beide was; achteraf
blijkt dat die CAO gewijzigd was; beide dachten dat de CAO anders was en
beide wilden van de CAO af)
4. kenbaarheid [moet wel weten dat de eigenschap voor de ander van belang is]
• dwaling en causaal verband moet kenbaar zijn
• zit bij sub a en c in de ‘tenzij’ formule
• zit bij sub b in de mededelingsplicht
• kenbaarheid zit in “tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook
zonder deze inlichting zou worden gesloten (sub a)”
• kenbaarheid zit niet expliciet in sub b; volgt uit de mededelingsplicht van de
wederpartij (vier subvereisten)
• kenbaarheid
zit in “tenzij
zij ook bij
een juiste
voorstelling
van zaken
niet had
behoeven te
begrijpen dat
de dwalende
daardoor van
het sluiten
van de
overeenkomst
zou worden afgehouden. (sub c)”
tenzij formule => art. 6:228 lid 2
geen uitsluitend toekomstige omstandigheid
niet voor rekening dwalende
• verkopersdwaling (verkoper die geen weet heeft van eigenschappen van zijn eigen
verkochte goed; verkoper staat in voor dat risico)
• onverschoonbare dwaling
, • eigen onderzoeksplicht
• hoe ver?
HR Offering/Vinck 1998
• Vinck zet huis Curacoa te koop; koper Offringa krijgt taxatierapport
• Offringa ziet sheuren, Vinck wijst hem hierop, zwembad functioneert
• na koop en levering; fundering gebrekkig, zwembad lek
• Vinck wist van de gebreken en wat herstel zou kosten
• Hof
• Offringa had niet mogen afgaan op summier taxatierapport en had moeten
doorvragen over scheuren;
• hij mag zich er dus niet op beroepen dat Vinck meer had moeten doen dan hem te
wijzen op de scheuren
• vordering (op grond van bedrog, dwaling, wanprestatie, onrechtmatige daad)
afgewezen
• Cassatiemiddel
• 1 en 4 motiveringsklachten
• de rechtsklacht = heeft verkoper mededelingsplicht, dan kan hij als verweer
tegen dwaling of bedrog geen beroep doen op onderzoeksplicht koper
• gemengde klacht: Vinck had een mededelingsplicht
• gemengde kracht: Offringa had onderzoeksplicht
• HR r.o. 3.5
• onderzoeksplicht dwalende versus mededelingsplicht wederpartij
• mededelingsplicht weegt in het kader van de dwaling zwaarder dan de
onderzoeksplicht
• schenden van mededelingsplicht staat er aan in de weg dat je je beroept op het
verzaken van onderzoeksplicht van de ander
• wederpartij heeft eventueel ook onderzoeksplicht om onvoorzichtige koper te
beschermen
• “in deze regel … ligt besloten dat het enkele feit dat een partij haar
onderzoeksplicht naar bepaalde relevante gegevens verzaakt, niet uitsluit dat
de andere partij terzake van diezelfde gegevens een mededelingsplicht heeft”
• nauwkeurige vaststelling van relevante feiten vereist
• HR: motiveringsklacht treft doel; hof stelt niet precies genoeg vast op welke
scheuren verkoper heeft gewezen - sommige zijn ernstiger dan andere - en met
welke intensiteit hij dit heeft gedaan (r.o. 3.6)
• Hof had niet zonder nader onderzoek mogen vaststellen dat de verkoper geen
mededelingsplicht had (r.o. 3.7)
• spreekplicht wordt in beginsel zwaarder geacht in het kader van dwaling
• onderzoeksplicht kan in het kader van schadevergoeding alsnog een zwaar gewicht
toegekend krijgen (want eigen schuld)
HR DeTreek/Dexia 2009
• in kader van totstandkoming van overeenkomst is voldoende informatie verstrekt;
als het gaat over de delictuele zorgplicht van banken is sprake van schending van de
te betrachten zorgplicht en dus onrechtmatige daad
• dit is zo besloten omdat alle overeenkomsten anders vernietigd zouden worden en
banken niet meer zouden hebben bestaan
• dwaling:
• Dexia heeft geen onjuiste mededelingen gedaan (juiste informatie verstrekt)
• Dexia heeft geen mededelingsplicht geschonden (voldoende informatie verstrekt)
• geen dwaling, geen vernietiging, overeenkomst zelf is niet aantastbaar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noawammes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.