Proces en Kwaliteitsbeheersing Christina Hovanesian
Samenvatting Proces en Kwaliteitsbeheersing
Hoofdstuk 1 – Introductie bedrijfsprocessen en organisaties
Bedrijfsproces; activiteiten die na elkaar worden uitgevoerd.
Organogram; weergave van verantwoordelijkheden in een organisatie. Het wordt ook wel een
hiërarchisch organisatieschema genoemd, omdat je kunt terugvinden wie leidinggeeft aan wie.
Vanuit de administratieve organisatie en de beheersing van risico’s is het ook belangrijk dat de
verschillende rollen in een bedrijf worden onderscheiden met verschillende verantwoordelijkheden.
Primair bedrijfsproces; het bestaansrecht van een organisatie, denk hierbij aan inkoop, opslag en
verkoop.
Omgevingsfactoren; ontwikkelingen die invloed hebben op de interne organisatie, organisaties
moeten hierop inspelen om hun marktpositie te handhaven of te versterken.
- Globalisering; landsgrenzen voor markten worden geopend. Hierdoor komen er
concurrenten bij. Inrichting van de bedrijfsprocessen is belangrijk, door handig en efficiënt
hun bedrijfsprocessen in te richten kunnen ze concurrentievoordeel verkrijgen.
- IT-ontwikkelingen; alles wordt tegenwoordig ook via internet verkocht. Vroeger waren het
vooral bedrijven die naast hun winkelketens een internetwinkel hadden, maar later zijn er
meer gespecialiseerde bedrijven gekomen die geen fysieke winkels meer hebben. Ook
gebruik ter ondersteuning van hun interne bedrijfsprocessen. Het is daardoor mogelijk de
ondersteuning van de bedrijfsprocessen te laten verlopen op plaats- en tijdsonafhankelijke
basis.
- Samenwerking in de keten; vooral in de handels- en productiebedrijven zien we steeds vaker
strategische allianties ontstaan. Bijvoorbeeld samenwerking van een winkelketen met een
productiebedrijf. Het voordeel van samenwerking in de keten is dat de kwaliteitsbewaking
van de producten op elkaar kan worden afgestemd en daarmee verhoogd en dat de
voorraden in de keten goed op elkaar kunnen worden afgestemd, met minder kosten als
gevolg. We noemen een keten van bedrijven ook wel een bedrijfskolom.
- Organisatieontwikkelingen; kostenbewustzijn en concurrentiedruk. Ook druk vanuit de
arbeidsmarkt hogere eisen. Dit betekent dat verantwoordelijkheden binnen organisaties
voortdurend veranderen.
Typologie; een indelingsmethode waarbij bedrijven vanuit een bepaald gezichtspunt worden
onderverdeeld in vergelijkbare bedrijven of organisaties. Het hanteren van een typologie is handig
bij het analyseren van het functioneren van organisaties. Overeenkomsten tussen bedrijven
herkennen om vervolgens meer kennis op te bouwen.
De typologie van Starreveld; hoofdindeling in twee categorieën, namelijk een onderscheid waarin
organisaties werken binnen een markt of niet werken binnen een markt (bekijk blz. 21).
Het PBI-model; Proces-Beheersing-Informatie-model. Het PBI-model staat voor: P: Bedrijfsprocessen
en hun organisaties, B: Beheersing van processen, administratieve organisatie en I:
Informatievoorziening en ICT. De basis van het PBI-model bestaat uit de bedrijfsprocessen. Deze
processen moeten ze beheersen en controlemaatregelen toevoegen, zodat de processen datgene
doen wat ze verwacht worden te doen en zoveel mogelijk risico’s uitsluiten. Om deze beheersing
goed uit te voeren hebben zij informatie nodig, voortgangsproces en inhoudelijke informatie
bijvoorbeeld.
Hoofdstuk 2 – Bedrijfsprocessen
Subproces; klein proces op zichzelf (processtap).
Waardeketen van Porter; dit model is al in 1985 ontwikkeld en geeft een generieke opsomming van
alle bedrijfsprocessen in een organisatie. Generiek wil zeggen dat het toe te passen is op elke
organisatie. Het model is oorspronkelijk ontwikkeld om na te gaan hoe de verschillende
bedrijfsprocessen in een organisatie op elkaar zijn afgestemd om zoveel mogelijk waarde te
genereren voor de klant. Value chain. Er zijn primaire en secundaire processen.
1
Hogeschool Saxion
,Proces en Kwaliteitsbeheersing Christina Hovanesian
Primaire processen; geven invulling aan het bestaansrecht van een organisatie.
- Inkomende logistiek; hierbij worden goederen aangevoerd, eventueel gekeurd en daarna
opgeslagen in afwachting van het verbruik in productie. Ook het afroepen van de goederen
(bestellen van bekende goederen bij bekende leverancier) valt onder inkomende logistiek.
- Operatie of uitvoering; hierbij worden grondstoffen en ingekochte halffabricaten en
modules via een aantal bewerkingen omgezet in een eindproduct dat men kan leveren aan
een klant.
- Uitgaande logistiek; zorgt ervoor dat gereed product, afkomstig uit operatie, na eventuele
opslag in het magazijn gereed product uiteindelijk bij de klant terechtkomt.
- Marketing en verkoop; brengt de behoefte naar producten die de klant via Verkoop kan
kopen.
- Service en nazorg; als de klant het product heeft aangeschaft, zorgt dit proces ervoor dat de
klant het product optimaal kan gebruiken (servicedienst etc.).
Secundaire processen; hiermee functioneren primaire processen (ondersteunende processen).
- Organisatorische infrastructuur; zorgt ervoor dat de organisatie kan functioneren via
facilitair management, catering, security en informatiesystemen. Ook de besluitvorming,
ontwikkeling van strategie en beleid en de financiële processen worden tot dit proces
gerekend.
- Humanresourcesmanagement; personeelsproces, is verantwoordelijk voor het in dienst
nemen en houden van de juiste medewerkers.
- (Technologie)ontwikkeling; hierbij worden op aangeven van Marketing, producten
ontwikkeld en productierijp gemaakt. Ook worden hier de bijbehorende productieprocessen
en methoden ontwikkeld en benodigde machines gespecificeerd.
- Inkoop in brede zin; voorziet in alles wat de organisatie niet zelf maakt, via
leveranciersselectie, contracteren en het volgen van de inkooporder tot en met het
beoordelen van de leverancier.
Besturing; de processen in een organisatie zijn er niet vanzelf gekomen en ze verlopen ook niet
vanzelf, ze moeten ingericht en beheerst worden, zodat gestelde doelen worden bereikt.
Strategische beslissing; een beslissing die door de top van de onderneming wordt genomen, die de
onderneming als geheel betreft en die gevolgen heeft voor een lange periode, men noemt dat de
lange termijn.
Tactische beslissing; wordt door de subtop van de onderneming genomen, betreft een deel van de
organisatie en heeft betrekking op de middellange termijn.
Operationele beslissing; wordt door de werknemer zelf genomen, betreft een klein onderdeel van de
organisatie en heeft betrekking op de korte termijn ook wel routinematige beslissingen.
Kwaliteitseisen; volledigheid en juistheid.
Informatieoverdracht; de informatie die als het ware in het proces zit, het proces kan niet verder
zonder deze informatie.
Toevoegen van het ontbrekende; houdt in dat men er aan de uitvoerkant van het proces voor gaat
zorgen dat foutieve uitvoer alsnog in orde komt.
Terugkoppeling (feedback); men stelt achteraf vast dat het proces een resultaat oplevert dat niet
voldoet aan de norm, tot zover dus hetzelfde als bij toevoegen van het ontbrekende. Men gaat
echter verder, men grijpt in bij het proces, totdat dit wel weer uitvoer oplevert die voldoet aan de
norm (meten en bijsturen).
2
Hogeschool Saxion
, Proces en Kwaliteitsbeheersing Christina Hovanesian
Voorwaartskoppeling (feedforward); men gaat de invoer meten en hierop gaat corrigeren als de
invoer foute uitvoer dreigt op te leveren. Men grijpt dus vooraf al in en men voorkomt hiermee dat
er ook maar een fout gemaakt wordt.
Hoofdstuk 7 – Kwaliteitsmanagement
Het belang van aandacht voor kwaliteit is door de volgende inzichten en condities vergroot;
- In het bedrijfsleven ziet men het nastreven van een hoog kwaliteitsniveau steeds meer als
een concurrentiemiddel.
- Wijzigingen in Europees verband ten aanzien van de productaansprakelijkheid hebben ertoe
geleid dat een producent moet aantonen hij er alles aan gedaan heeft om ene kwalitatief
goed product aan de consument aan te bieden.
- De invoering van (met name Japanse georiënteerde) logistieke concepten vereist een steeds
lager foutenpercentage in de productie en vraagt dus om een beter kwaliteitsbeleid.
Van der Bij e.a; kwaliteit is de mate van geschiktheid voor specifiek gebruik.
Om een kwalitatief goed product te maken, zijn bedrijfsprocessen nodig die daarbij aansluiten. Te
denken valt aan marketing, research en development en productie.
Kwaliteitsmanagement; de zorg voor kwaliteit, betreft alle activiteiten en beslissingen die tot doel
hebben de door de producent na te streven productkwaliteit vast te stellen, te bereiken, en te
behouden en de daarvoor benodigde methoden en middelen.
Net als bedrijfseconomische beheersing (controlling), logistieke beheersing en personeelsbeheersing
stoelt de kwaliteitsbeheersing op de algemene beheersingsprincipes.
Sturen; vaststellen wat kwaliteit is en plannen hoe kwaliteit bereikt kan worden.
Beheersen; houdt in dat de geplande en gewenste processen worden gemeten, vergeleken met wat
de onderneming wilde bereiken en zo nodig worden bijgestuurd.
Regelkring; sturen en beheersen. De regelkring komt uit de cybernetica en behelst met meten en
regelen van processen, om die processen te beheersen.
Normstelling; de eisen die de onderneming aan de productie en het product stelt in termen van
snelheid, foutenpercentage, levertijd, kwaliteit, storingen etc.
Bijsturing; afwijkingen verbeteren. Dit kan op twee manieren gebeuren:
- Met terugkoppeling
- Met voorwaartskoppeling
Repareren; dit zal plaatsvinden als de gebreken aan het product niet structureel zijn.
Verbeteren; dit is nodig als de gebreken wel structureel zijn.
Drie gebieden van beheersing kwaliteitsmanagement (Merchant 1985);
- Resultatenbeheersing; de uitkomst van processen. De resultaten die gerealiseerd zijn door
de individuen of groepen, worden vergeleken met de doelstellingen. Bij afwijkingen van de
doelstelling wordt ingegrepen. Resultatenbeheersing is alleen mogelijk wanneer aan de
volgende drie voorwaarden is voldaan:
o De resultaten moeten meetbaar zijn
o De gewenste resultaten moeten bekend zijn
o De groep of de persoon die voor de resultatenbeheersing verantwoordelijk is, kan
invloed uitoefenen op het gewenste resultaat.
- Activiteitenbeheersing; beheersingsproces dat gebruikt wordt om er zeker van te zijn dat
individuen bepaalde acties uitvoeren (of niet uitvoeren), waarvan de onderneming weet dat
deze de organisatie voordelen (of nadelen) opleveren. Hiervoor zijn verschillende manieren:
o Opleggen van gedragsbeperkingen (preventieve ingrijpen)
o Activiteiten vooraf beoordelen (preventieve ingrijpen)
o Actieverantwoordelijkheid geven (preventieve ingrijpen)
o Aanhouden van overcapaciteit (curatieve ingrijpen)
Twee vormen van activiteitsbeheersing die Merchant niet of ten dele noemt, zijn;
o Directe leiding
o Achteraf beoordelen
3
Hogeschool Saxion