Samenvatting systeemtheorie (boek ‘anders kijken; theorie en praktijk van de
systeembenadering’)
Inhoud
Week 1 Hoofdstuk 1 het karakter en de plaats van de systeemtheorie.................................................2
Week 2 hoofdstuk 2...............................................................................................................................7
Week 3 hoofdstuk 10.1.........................................................................................................................10
Week 4 & 5 hoofdstuk 3 t/m 9.............................................................................................................14
Week 6 aanvullende theorie.................................................................................................................22
Week 7 hoofdstuk 10.2 t/m 10.3.7.......................................................................................................24
,Week 1 Hoofdstuk 1 het karakter en de plaats van de
systeemtheorie
Over menselijk gedrag zijn veel verschillende theorieën en invalshoeken ontwikkeld. De
systeemtheorie is een metatheorie. Dit wil zeggen een theorie op een hoger abstractieniveau, en
eerder een wijze van denken en benaderen, dan een verzameling van verschillende theoretische
uitspraken. Drie andere psychologische stromingen zijn:
De psychoanalyse; Sigmund Freud heeft deze theorie en therapeutische methode
ontwikkeld. De psychoanalyse bestaat uit de psychoanalytische theorie (=behandelt de
dynamiek van de psychische processen van de mens, die voor een belangrijk deel onbewust
zijn en bepaald worden door verdringing en afweermechanismen) en uit de
psychoanalytische therapie (=de vorm van therapeutisch handelen waarbij uitsluitend
psychische, dat wil zeggen niet medische of medicinale, beïnvloedingsmiddelen worden
aangewend om stoornissen op het spoor te komen en op te heffen, met het doel om ziekten
te genezen. Er zouden drie ontwikkelingsfasen onderscheiden kunnen worden; de orale fase,
de anale fase en de fallische of genitale fase. Wanneer een kind een bepaalde fase niet goed
doorloopt, zal het de niet volledig doorgewerkte elementen meenemen naar de volgende
fase, wat later voor problemen kan zorgen. Een belangrijk gegeven uit de psychoanalyse is
het persoonlijkheidsmodel. Hierin worden drie elementen onderscheiden; het Es, het Ich en
het Über-ich. In het Es verblijven de driften, de impulsen en de seksualiteit, die voortdurend
de aandacht van de persoon vragen. Het Ich heeft een sturende en coördinerende functie.
Het moet laveren tussen het Es en het Über-lich. Het Über-ich is het gedeelte van de
persoonlijkheid waarin het individu de waarden, normen, geboden en verboden van de
samenleving heeft verinnerlijkt. Een derde aspect van de theorie van Freud, naast de
genoemde ontwikkelingsfasen en het persoonlijkheidsmodel, is zijn aandacht voor het
onbewuste. Hij wilde mensen, door middel van psychoanalytische therapie, in staat stellen
om zich van steeds meer elementen uit hun onbewuste levenssfeer bewust te worden en
deze een plek te geven. De essentie van Freuds theorie is dat mensen tijdens hun leven in
reine moeten komen met het lustprincipe, dat stelt dat je in het leven zo veel mogelijk moet
zien te genieten enerzijds, en het realiteitsprincipe, dat ons duidelijk maakt dat de
samenleving grenzen stelt aan de realisering van het lustprincipe anderzijds. Bij het laveren
tussen de twee principes, is het Ich leidend. Bij psychoanalytische therapie helpt een
therapeut de cliënt in contact te komen met problemen in een vorige levensfase die niet
goed is doorlopen of onvoldoende is voltooid.
Het behaviorisme; het is een psychologie van het uiterlijk waarneembare gedrag. Al het
menselijke gedrag zou zijn aangeleerd. Binnen het behaviorisme bestaan theorieën over de
verschillende manieren waarop mensen leren. Begrippen als conditionering, stimulus,
respons en bekrachtiging verwijzen naar de bewuste en onbewuste leerprocessen die aan
het menselijke gedrag ten grondslag liggen. De therapievorm die gebaseerd is op het
behaviorisme wordt gedragstherapie genoemd. Het is een therapievorm die beoogt gewenst
gedrag aan het te leren en ongewenst gedrag af te leren. Het uitgangspunt van het
behaviorisme dat het draait om waarneembaar menselijk gedrag, komt overeen met de
systeemtheorie.
, De humanistische psychologie; de nadruk ligt
op de menselijke mogelijkheden, de
mogelijkheden van de mens om te kiezen en
zich te ontplooien. De verwante filosofische
stroming, het existentialisme, benadrukt de
vrijheid van de mens als bestaansgrond en
stelt dat voor mensen het maken van keuzes
in het leven zijn belangrijkste mogelijkheid en
tegelijkertijd zijn belangrijkste opdracht is.
Mensen zouden een aangeboren behoeften
hebben aan groei en zelfontplooiing of
zelfverwerkelijking. Abraham Maslow heeft
zich bezig gehouden met wat mensen
kunnen en de grenzen van de menselijke mogelijkheden. Op basis hiervan heeft hij een
behoeftehiërarchie gemaakt, waarbij het lagere type behoeften eerst bevredigd moet
worden, voordat de behoeften van een hoger type gerealiseerd kan worden. De eerste vier
behoeften zijn defeciëntiebehoeften, omdat ze steeds weer slechts tijdelijk bevredigd kunnen
worden. De laatste behoefte, die van groei en zelfverwerkelijking, kan nooit ten volle
bevredigd worden. Volgens Maslow is spirualiteit een groot element van deze groei. De
echte zin van het leven ligt volgens hem in de trancedentie, de mystiek, het immatriële. Bij de
humanistische therapie gaat het erom dat de cliënt zo veel mogelijk door eigen inzicht en op
eigen kracht weer greep op de situatie krijgt, door onvoorwaardelijke acceptatie van de
therapeut te ervaren.
De drie voorgaande stromingen richten zich op de bestudering en de behandeling van het
individu. De systeemtheorie heeft niet het individu, maar het individu in zijn omgeving als
onderwerp.
De werkelijkheidsbenadering in de kennistheorie wordt realisme genoemd, ook wel objectieve
kennis. De tegenpool van het realisme is constructivisme, waarbij wordt beweerd dat er een
werkelijkheid bestaat die wij zelf maken en construeren. Dit is subjectieve kennis. De systeemtheorie
is een theorie die haar basis heeft in het constructivisme.
In de jaren veertig van de twintigste eeuw ontstaat er binnen de biologie een
wetenschapsbenadering die ervoor pleit vanuit het grotere geheel, dus op een synthetische of
holistische wijze, naar de dingen of elementen te kijken. Binnen de algemene systeemtheorie worden
de oorzaken van het disfunctioneren van mensen gezocht in hun omgeving of systeem. Omdat de
auteurs van het eerste uur allemaal verbonden waren aan het mental research institute (instituut
voor psychiatrisch onderzoek) te Palo Alto in Californië, wordt de systeemtheoretische stroming ook
wel aangeduid als de Palo Alto School van de Stanford University. De focus verschuift van het
individu naar het gezin en er ontstaan gezinsbehandelingen. De kinderbescherming richtte zich eerst
op uithuisplaatsingen, met de onderliggende gedachten dat het kind dat niet wilde deugen, werd
gestraft en behandeld. De nieuwe praktijk die in de kinderbescherming in de tweede helft van de
jaren zeventig van de vorige eeuw zichtbaar werd, was dat men de kinderen veel minder vaak uit
huis plaatste en er ondersteuning aan het gezin werd geboden, aan het bijzonder aan de ouders.
Bij de systeembenadering moet er breed worden gekeken, en vanuit dit meer omvattende geheel
naar de delen kijken. Een systeem is een samenstel van elementen dat als geheel functioneert door
de onderlinge afhankelijkheid van de elementen en dat voor de betrokken elementen bepaalde
functies vervult. Men probeert de objecten te zien als onderdelen van en beïnvloed door het systeem