H2
Organisatiestructuur: de formule of informele relaties tussen mensen binnen een organisatie
- Bureaucratische > hiërarchieën met veel managementniveaus/ starre grenzen tussen
functies en units > functionele arbeidsdeling: werknemers zijn afhankelijk van hun functie
ingedeeld in afdelingen.
- Plat > weinig managementniveaus en nadruk ligt op decentralisatie/ flexibele grenzen tussen
functies en units/ nadruk op het team/ TQM Management: klanttevredenheid staat voorop
- Netwerk > structuur die het mogelijk maakt relaties aan te gaan met klanten, leveranciers
en/of concurrenten/ nadruk op teams met leden uit verschillende organisaties
Strategie: defensieve: stabiele markt met product en gevestigde naam/ verkennende: onzekere
bedrijfsomgeving met flexibiliteit
Werkstroomanalyse: onderzoek hoe het werk zich beweegt door de organisatie
Business process reengineering: (BPR): opnieuw doordenken en ontwerpen van een bedrijfsproces
om zo verbeteringen in bijvoorbeeld kwaliteit en snelheid te bewerkstelligen
Werk in groepsperspectief:
- Zelfsturende teams > verantwoordelijk voor de productie van een compleet product,
onderdeel of service > gedeeld leiderschap
- Projectteams > bestaan uit vrijwilligers van een eenheid of afdeling die 1 of 2 keer per week
bijeenkomen om verbeteringen te bespreken
- Teams met een speciale opdracht (taskforce) > onderzoeken ingewikkelde kwesties
- Virtuele teams > interactieve computertechnologieën, zodat leden op verschillende plekken
tegelijkertijd aan een project kunnen werken
Werknemers motiveren:
- Tweefactoren theorie Herzberg> motiverende: het werk zelf, succes, verantwoordelijkheid,
jezelf verbeteren en hygiene: bedrijfsbeleid, avw, salaris, relaties collega’s
- Work adjustment theory > motivatieniveau werknemer afhankelijk van de mate van
overeenstemming tussen hun behoeften en talenten/kenmerken van functie en organisatie
- Goal setting Locke > doelen stellen, dragen bij aan motivatie en prestaties
- Job characteristics Hackman > werknemers gemotiveerder en meer tevreden als functie
bepaalde kernkenmerken heeft > variatie in vaardigheden, eenheid van taak, belang van
taak, autonomie(zelfstandigheid) en feedback
Functieontwerp: proces waarbij werk wordt ingedeeld in taken die vereist zijn om een specifieke
functie te vervullen
Methoden functieontwerp:
- Werkvereenvoudiging > taken slim verdelen
- Taakverbreding > meer taken van hetzelfde niveau aan een functie toegevoegd
- Taakroulatie > werknemers wisselen tussen verschillende nauw omschreven taken zonder de
werkstroom te verstoren
- Taakverrijking > specialistische taken worden weer bij elkaar gevoegd zodat 1 werknemer
verantwoordelijk is voor de productie van een geheel product of een hele dienst
, Functieanalyse: verzamelen en groeperen van informatie over functies > taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van een bepaalde functie op een rijtje gezet (onderzoek doen) > door middel
van interviews, observaties, logboeken en vragenlijsten
Functieanalysetechnieken:
- Taakinventarisatie > competenties bepalen: geheel van kennis, vaardigheden en attitudes
waardoor iemand in staat is om prestaties te leveren, door gesprekken, enquête, matrix
- Critical incident technique (CIT) > gebruikt om beschrijvingen van gedrag in een bepaalde
functie te ontwikkelen
- Functieanalyse-enquête (PAQ) > vijfpuntschaal relevantie functie-elementen aangeven
Functieomschrijving: schriftelijk document dat een functie identificeert, hierin staan taken,
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en eisen vermeld
Incidentele werknemers: werknemers die worden ingehuurd in het geval van tijdelijke toename van
werklast of om werk te doen dat niet tot de kernactiviteiten van een bedrijf behoort, door
uitzendkrachten en gedetacheerden(langere periode), parttimers, outsourcing en stagiairs
Flexibele werkroosters:
- Variabele > indeling van werktijd die werknemers in staat stelt zelf het begin en eind van hun
werkdag te bepalen > wel verplicht de volledige werkweek te werken
- Gecomprimeerde werkweken > aantal werkdagen per week gewijzigd bv. in ploegen
- Mobiel werken > stelt werknemers in staat fulltime buiten het bedrijf te werken, terwijl ze
via internet en telefoon contact houden met kantoor
Human resource informatiesystemen (HRIS): systemen die worden gebruikt om gegevens over het
personeel binnen de organisatie te verzamelen, vast te leggen, op te slaan, te analyseren en op te
roepen
H5
Hrm planning: proces dat een organisatie toepast om te zorgen dat zij in de toekomst de juiste
hoeveelheid en de juiste soort mensen heeft om een bepaald productieniveau of dienstenniveau te
halen
Werknemers aanstellen:
- Werving > groep gekwalificeerde kandidaten voor een functie bijeenbrengen
- Selectie > bedrijf neemt beslissing over het wel/niet aanstellen van kandidaten
- Socialisatieproces > nieuwe werknemers worden bekend gemaakt met organisatie/afdeling
Kosten van personeelsverloop:
- Afscheid > administratie en exitgesprek, werving en selectie > sollicitatiegesprekken,
aanstellen > inwerken, scholing, productiviteit > kosten vacature
Prestaties: capaciteiten x motivatie
Onwettige en onethische vragen: kinderen, leeftijd, seksuele geaardheid, geloof, politieke voorkeur,
gezondheid en roken, strafblad
Persoonlijkheidstest > de big 5 > extraversie, vriendelijkheid, gewetensvolheid, emotionele stabiliteit,
openstaan voor ervaringen