HRM Samenvatting H1-H6 + H16
Hoofdstuk 1
Managers: mensen die de leiding hebben en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering
van taken die de prestaties van hun unit bevorderen.
Lijnmedewerkers: direct betrokken bij de productie van goederen of levering van
diensten.
Lijnmanager: de manager van lijnmedewerkers.
Stafmedewerkers: ondersteunen de lijnmedewerkers
Senior medewerkers: medewerkers langer in het bedrijf
Junior medewerkers: medewerkers kort in het bedrijf.
HR-tactiek: een bepaald beleid of programma waarmee het bedrijf op zijn
strategische doel afgaat
Uitdagingen vanuit de omgeving: de krachten buiten het bedrijf die de prestaties
van de organisatie beïnvloeden, maar waar het management nauwelijks greep op
heeft
Externe veranderingen: werk beheerst het leven, omgaan met stress, etc.
Internetrevolutie: web-economie, e-HRM (electronic HRM)
Software as a service (SaaS): online diensten
Trend: diversiteit van personeel -> instroom allochtonen -> uitdaging managers
Trend: globalisering -> mondiaal denken
Trend: gezinsvriendelijke programma’s
Trend: opkomst diensten sector, tekort aan geschoolde medewerkers
Gevolgen van globalisering voor HR-managers: mondiale bedrijfscultuur, mondiale
werving, industriële metormafose, mondiale allianties, virtueel personeel
Interne uitdagingen: aandachtspunten of problemen binnen het bedrijf, gevolg van
omgevingsfactoren
Pro activiteit: ondernemen
HR-beleid kan concurrentiepositie van een organisatie beïnvloeden door:
- Kosten beheersen: beloningssystemen, besparing, selectieprocedure
- Kwaliteit verbeteren: TQM-programma’s (Total Quality Management: organisatie
brede programma’s om de kwaliteit van alle processen die tot het eindproduct
leiden te verbeteren
- Onderscheidende capaciteiten creëren
Decentralisatie: verplaatsing van de verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid
van het hoofdkantoor naar de locatie dichter bij de situatie die aandacht nodig heeft
Downsizing (inkrimping): periodieke verkleining van het personeelsbestand om de
financiële resultaten te verbeteren
Organisatiecultuur: uitgangspunten en overtuigingen van de leden van de
organisatie -> definiëren een ‘vanzelfsprekende’ manier hoe de organisatie zichzelf
en omgeving ziet
Elementen: waarneembaar gedrag, normen, dominante waarden, filosofie,
spelregels, gevoel
Trends in technologie: opkomst van telewerken, ethiek van juist gebruik gegevens
(avg), medische tests, toenemend egalitarisme, privacy medewerkers en
sollicitanten, gegevens beveiliging
, Het Nieuwe Werken: een visie over werken, die past bij deze eeuw met als doel het
werken flexibeler, effectiever, efficiënter en plezieriger te maken.
- Voorwaarden:
1. Werknemer heeft toegang tot benodigde gegevens
2. Flexibel
3. Voldoen in behoeftes van werknemers
Outsourcing: het verschuiven van interne werkzaamheden naar externe leveranciers
die gespecialiseerd zijn of efficiënter kunnen werken.
Individuele uitdagingen: HR-kwesties die beslissingen over specifieke werknemers
betreffen, spiegeling van wat er gaande is in een bedrijf
MVO: vorm van ondernemen waarbij een bedrijf zijn kernactiviteiten uitvoert en
verantwoordelijkheid neemt voor het milieu en sociale context
Productiviteit: een maatstaf van de waarde die individuele werknemers toevoegen
aan de goederen of diensten die het bedrijf produceert
Capaciteit: competentie bij de uitvoering van een taak
Motivatie: datgene wat gedrag, energie en richting geeft en ondersteunt, iemands
wens om zijn werk zo goed mogelijk te doen
Empowerment: werknemers de vaardigheden en gezag geven om beslissingen te
nemen die traditioneel door managers werden genomen
Braindrain (kennisvlucht): het verlies van intellectueel eigendom wanneer
waardevolle werknemers vertrekken
Strategische HR-planning: het formuleren van HR-strategieën en het opzetten van
programma’s of tactieken om deze te implementeren
Proactief gedrag: vooruit kijken, visie formuleren
Reactief gedrag: reageren op problemen
Trend: kritisch denken: veronderstellingen voortdurend onderzoeken, altijd
toekomstgericht blijven, lijnmanagers stimuleren, kansen en bedreigingen in kaart
brengen
Uitdaging: strategieën ontwikkelen die het bedrijf een duurzaam
concurrentievoordeel geven
- Bedrijfsstrategie ondersteunen
- Niet teveel focussen op alledaagse problemen -> kijk naar lang termijn
- HR-strategieën ontwikkelen voor unieke organisatiekenmerken
- Omgaan met omgeving
- Management staat achter HR-strategie
- Strategisch plan vertalen in actie
- Flexibel
Voor- en nadelen van een spontaan groeiende strategie
- Hele organisatie betrekken -> veel steun
- Ontwikkelingen uit ervaringen
- Pragmatisch -> ontwikkeling uit probleem
Strategische HR-keuzes: de mogelijkheden waarover het bedrijf beschikt bij het
onderwerp van zijn HR-systemen
Werkstromen: manieren waarop taken zijn georganiseerd om productie- of
dienstverleningsdoelen te halen
, Strategische aspecten arbeidsovereenkomst
- % vast vs flexibel personeel
- Vaste aanstelling of tijdelijk
- Geheimhoudingsplicht
- Wet Gelijke Behandeling
Personeelsbezetting: op het juiste moment, de juiste medewerker op de juiste plaats
krijgen
Beloning: de betaling die werknemers ontvangen in ruil voor hun arbeid
Werknemer- en arbeidsrelaties: betrekking op interactie tussen werknemers en
management
Medezeggenschap en participatie: relatie tussen organisatie en individuele
werknemers
Bedrijfsstrategie: combinatie van een concern en de stroom van middelen tussen
deze activiteiten
Businessunitstrategie: strategie die betrekkelijk autonoom wordt geformuleerd en
geïmplementeerd door bedrijfsonderdelen, ook al maken deze deel uit van een
groter concern
Revolutionaire bedrijfsstrategie: veranderingsmanagement cruciaal
Steady state bedrijven: nemen geen bedrijven over binnen of buiten de sector als
deze sterk verschillen
Business unitstrategieën van Porter
- Kostenleidersstrategie: concurrentievoordeel door lage kosten
- Differentiatiestrategie: concurrentievoordeel door unieke producten/ services
- Focusstrategie: differentiëren op smalle doelmarkt met lage kosten
Bedrijfsstrategieën van Miles en Snow
- Verdedigers: conservatieve businessunits, op veilige posities, stabiel product ->
verdedigen marktaandeel tegen concurrenten -> weinig ontwikkeling
- Verkenners: benutten nieuwe producten en marktaandelen, groei/verkenning ->
streven: eerste op nieuwe markt
Omgeving (markt) in 4 aspecten
1. Mate van onzekerheid
2. Grilligheid (hoe vaak de markt veranderd)
3. Omvang van verandering
4. Complexiteit
Organisatie karakter in 5 categorieën
1. Het productieproces om input om te zetten in output
2. Markthouding van bedrijf
3. De algemene managementfilosofie van het bedrijf
4. De organisatiestructuur van het bedrijf
5. De organisatiecultuur van het bedrijf
Organisatie capaciteiten: onderscheidende competenties en karakteristieken die een
concurrentievoordeel geven
Vice Versa: het introduceren van de bepaalde HR-praktijken
HR-audit: periodieke beoordelingen van hoe effectief een bedrijf zijn HR gebruikt