Historische criminologie HC
HC 1: waarom en hoe het verleden bestuderen?
Wat is geschiedenis
Geschiedenis verwijst zowel naar het verleden als naar geschiedschrijving
- Geschiedschrijving; constructie van taal en teksten hoe mensen het beschrijven
- 1 historisch werk = 1 lezing van (delen van) het verleden verhaal over het verleden
- 1 verhaal = 1 perspectief
Bepaalde groepen, sociale klassen en gebeurtenissen uit het verleden ‘afwezig’ in de
geschiedschrijving (bijv. weinig aandacht voor vrouwen in geschiedenis)
Belang van (studie van) het verleden
- Ons persoonlijke verleden vormt ons, maakt wat wij zijn
- Ons bewustzijn: vanuit ons verleden gericht op de toekomst + menselijk bewustzijn
als fundamenteel ‘tijdelijk’
- Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar collectieve
verleden bezig (tradities, gewoontes, oorlogen etc.) identiteit van groep wordt
gevormd
- Het verleden is een product van interpretaties
Waarom verleden bestuderen?
- Verleden bestuderen omwille van zichzelf, verleden beter te begrijpen door zo
getrouw mogelijk te reconstrueren (Ranke)
o Kijken hoe het eigenlijk is geweest (wie est eigentlich gewesen)
o Let op: “de werkelijkheid” en totale objectiviteit bestaat niet
- Verhalen maken die mensen amuseren en inspireren, want er bestaat toch niet 1
werkelijkheid
o Let op: Boeiende verhalen goed, maar niet “anything goes” niet alles kan
o Kan vooral niet in totalitaire staten
- Aangename bezigheid: werk en status voor historici
o Let op: Eigenbelang van historicus en verlokking van fraude, werkelijkheid kan
worden vervormd
- Geschiedenis is geen politieke science om het heden te verklaren, het is nuttig om
ons de samenleving te laten begrijpen (Smail)
- Post modernisten: heeft geen zin om verleden te reconstrueren, zijn toch allemaal
interpretaties
Gebruik/misbruik van verleden
- Macht, controle en beïnvloeding
- Ideologische motieven en toe-eigening van “de” geschiedenis
- Vb. conflict tussen Joden en Palestijnen van wie is de geschiedenis? Wie heeft er
gelijk?
Toch nut/waarde van historisch onderzoek?
1. Beschrijven
a. Voorkomen dat we vergeten: bijv. de holocaust
, b. Lessen trekken of de voorbeeldfunctie vd geschiedenis
i. Welke lessen hangt af vd historicus en tijdvak; wat ging er fout & goed,
wat wel of niet doen in toekomst
c. Complexiteit beschrijven = nuance aanbrengen, mythen doorprikken
2. Verklaren: via het verleden, het heden beter begrijpen
a. Ontwikkelingen/maatschappelijke veranderingen ontdekken en verklaren
i. Handelen, denken en samenleven van mensen
ii. Samenhang culturele, politieke, economische etc. fenomenen
iii. Verandering: verschuivingen, omwentelingen en groei
iv. Continuïteit: terugkerende patronen, verbanden of rode draad
b. Inzicht in samenhang van proces + besef van complexiteit
i. Kritisch: wat zit er achter actuele fenomenen, hoe is het gegroeid?
ii. Vermijden van common sense en stereotypen (kritisch kijken)
fenomenen voorkomen
c. Verwachting van de toekomst aftekenen
i. Hoeveel van heden is niet bepaald door verleden en blijft open voor
andere mogelijkheden?
ii. De verwachtingshorizon van de toekomst
Beperkingen van historisch onderzoek
- Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen door gebeurtenissen in
het verleden worden ze beïnvloed
- Geen pasklare antwoorden op actuele vraag: what works (oplossingen voor
problemen)? Beter de vraag: wat werkt niet?
- Geen toekomstvoorspellingen mogelijk! Wel ‘verwonderd omkijken’ en afbakenen
(on)mogelijke scenario’s (ruwe schatting toekomst)
- Opgelet voor overdreven determinisme (dat alles al bepaald is) alternatieve
wegen verleden beïnvloed de toekomst maar bepaalt het niet
Kernprobleem: moeilijke relatie tussen feit en interpretatie
Feit/gebeurtenis bron historicus verhaal
feit/gebeurtenis stemt overeen met verhaal of niet?
- Bij elke stap in de keten: interpretatieproblemen
- Heeft de bron wel objectieve feiten?
- Verhaal = GEEN objectieve weerspiegeling van gebeurtenis
Historici; hun feiten en interpretatie
- Waarnemen en registreren = interpreteren (iedereen interpreteert tijdens
waarnemen en interpreteert anders, adel denkt anders dan burgerij bijv.)
o Uitspraken: moord of terecht het leven ontnemen; twee verschillende
interpretaties
o Pakt alleen bepaalde aspecten van de gebeurtenis ipv totaliteit
- Historici geen eigen waarneming, moeten met sporen (bronnen) werken
- Alle mogelijke sporen/getuigen kunnen bronnen zijn teksten, foto’s, kunst etc.
- Bronnen zijn ook interpretaties of uitspraken over feiten
- Bronnen kunnen ook op hun beurt op verschillende manieren geïnterpreteerd
worden historici hebben verschillende belangen
, - Ordenen van informatie uit de bronnen en maken in een verhaal opnieuw
interpretatie
- Bronnen kunnen bewust misleidend of vals zijn
Valse en gemanipuleerde bronnen
- Van alle tijden en in alle soorten
o Bijv. tegenwoordig in de media dingen overdrijven
- Van kwaad opzet tot slordigheid (dingen vergeten)
- Verminking, vervorming originele bron of compleet nieuwe valse bron
- Vervalsingen op het spoor komen is moeilijk
- Vals van echt onderscheiden creatie achterhalen
o Via het materiaal, taalgebruik, technische kenmerken (dit type papier hoort
niet bij de datum bijv., taalgebruik niet in die tijd) etc.
- Enkele beruchte voorbeelden:
o Voorwerpen, teksten, beelden….
o Een foto van een nagespeelde scène van bevrijding 2e wereldoorlog
o Een foto die later bewerkt is, bijv. door media
Allemaal interpretatie?
- Niet allemaal… enkele spelregels van de historische bewijsvoering en feiten ordenen
o In chronologische orde de feiten neerzetten
o Kritische juxtapositie van de bronnen
Verschillende onafhankelijke bronnen met elkaar
confronteren/vergelijken afwegen van verschillenden getuigenissen
Valkuilen mythe van de unanimiteit, wat doe je als alle bronnen
‘liegen’; woord tegen woord; welke bron heeft er meeste gezag?
o Redeneringen opbouwen
Causaliteit, verbanden leggen, verklaringen uitwerken etc.
Falsificatietechniek; een bepaalde hypothese/verklaring is bewezen
totdat deze ontkracht wordt
Redeneringen in het negatieve; het zwijgen van de bron
Redeneringen opbouwen op waar de bronnen over zwijgen
opzettelijk over iets zwijgen, dus dit is belangrijk? bijv bij
politieke zaken dinge verbergen
Probleem: bronnen zwijgen soms onopzettelijk
HC 2: ontmoetingen tussen criminologen en historici
Een moeilijk huwelijk?
- Te verschillende persoonlijkheden tussen criminologen en historici?
o Criminologen: onderzoek moet bruikbaar zijn voor heden en toekomst
anticiperen historici vaak terughoudend (geschiedenis hoeft niet nuttig te
zijn)
o Historici: passie voor detail en het specifieke hol empirisme; slechts het
verzamelen van feiten criminologen juist empirische toetsen doen,
, vertrekken van duidelijk theoretisch kader er moeten bepaalde theorieën
en onderzoek zijn
o Historici: verhalen bijeen puzzelen criminologen: hypothesen toetsen
Obstakels: chronocentrisme (futurisme/ op toekomst gericht) bij criminologen? (het op
de toekomst richten)
- Het gefocust zijn op specifiek moment in de tijd toekomst (Adam Crawford)
- Amper criminologisch werk ouder dan 15 jaar (ook al is het belangrijk werk, ouder
wordt niet gebruikt)
- Door zo sterk gericht te zijn op de toekomst, wordt ervan uitgegaan dat er nieuwe
verklaringen en theorieën etc. moeten worden gevonden
- Morson: het idee dat nieuw materiaal superieur is, heeft geen onderbouwing.
Desondanks wordt oud materiaal gezien als ‘muf’ en iedereen die deze literatuur
gebruikt wordt ook ‘muf’ en oud.
o Verklaring: verwijzingen als ‘promotie van collega’s’, werk van collega’s
gebruiken
Historisch-criminologisch onderzoek
- Vroege studies (voor WO II)
o Whig Histories; moderniseringsdenken (de samenleving is geëvolueerd naar
een betere moderne samenleving), onkritisch (beetje naïef), moraliserend
(vrouwen moet thuis voor kinderen zorgen etc.)
(vooral door hervormers etc., niet echt onderzoekers) liberalen,
progressieve, onderzoek naar arbeiders etc en willen hervormen
Strafrechtsysteem ging van wreedaardig naar humaan (modernisering)
- Academisch onderzoek: groei van jaren 1970
o Van nauwe focus op sociaal/politiek protest naar diverse aspecten misdaad
en straf (kenmerken daders, wat voor straf werkt etc.) & gebruik
criminologische concepten (theorieën zoals relatieve deprivatie gebruiken)
o Nederlandse, Britse en Franse historici voortouw
NL: Diederiks, Faber, Spierenburg; strafrecht & geweld
GB: marxistische historici: onderdrukking & klassenjustitie kritische
criminologie ontstaat
FR: Foucailt; geboorte van gevangenis + hoe het heden is ontstaan
door het verleden
o Ontdekking waarde justitiële/politie archieven (hieruit blijkt de geschiedenis
van de lage klasse/gewone mens) & digitalisering (alle geschiedenis online,
nieuwe mogelijkheden/bronnen voor onderzoek)
o Vooral onderzoek over 1400-1800 (hedendaagse periode onderbelicht)
maar 2014 onderzoek door Fijnaut over NL en Belgie
o Bottom up onderzoek: onderzoek naar dagelijkse ervaringen, problemen en
leefomstandigheden van sociale groepen