Diversiteit samenvatting boek
H3 (blz. 38-49) Superdiversiteit
Wat is diversiteit?:
verscheidenheid, verschillen van mensen.
Bijvoorbeeld: gender (sekse), seksuele gerichtheid, religie, etnische afkomst, mentale
en fysieke vermogens, sociaal economische status/ beroepsgroepen.
Samenleving 21e eeuw: steeds complexere en wisselende migratiestromen.
• Effecten van de globalisering (crisis, oorlogen, milieu problemen, migratie) leiden tot
een toename in diversiteit
• De nieuwe informatietechnologieën (internet & media sociale) geven een podium aan
nieuwe vormen van diversiteit
Etniciteit is niet langer voldoende om diversiteit te beschrijven (Steven Vertovec
concludeerde dit in 2007). De term superdiversiteit is volgens hem een betere
weergave van de werkelijkheid op dit moment en het feit dat deze werkelijkheid continu
veranderd. Dit deed hij specifiek voor Londen (gezien enorme diversiteit), maar geld
ook voor andere grote steden in Europa. De toenemende diversiteit is op veel plaatsen
zichtbaar.
Majority-minority cities= steden waar een of meer groepen minderheden een
meerderheid vormen ten opzichte van de oorspronkelijke bevolking
Dit is al realiteit voor Antwerpen, Amsterdam, Rotterdam en Brussel.
Superdiversiteit= superdiversiteit heeft te maken met de diversiteit in de diversiteit,
waarbij er steeds meer sprake is van ontwikkelingen en verandering. Vertovec
omschrijft het als volgt:
‘’ het is niet langer voldoende om diversiteit alleen te bekijken vanuit etniciteit. Er zijn
aanvullende variabelen nodig, zoals verschillen in immigratiestatus en de rechten en
restricties die daaraan verbonden zijn, verschillen in de arbeidsmarkt, verschillen in
leeftijd en geslacht, patronen van geografische spreiding, en de verdeelde lokale reacties
van instanties en bewoners. De interactie van al deze factoren kunnen we aanduiden
met de term superdiversiteit.’’
Creolisering= door grote diversiteit in (bijv. mijority-minoritysteden)ontstaan er
allerlei mengvormen van culturen en subculturen.
Dimensies van differentiatie:
Vertovec benoemd een totaal van 9 dimensies van differentiatie:
• Immigratiestromen
• Land van herkomst
• Talen
• Religie
• Migratiekanalen en immigratiestatus
• Geslacht
• Leeftijd
• Geografische spreiding
• Transnationalisme en transmigratie
,! Zie boek voor verdere uitleg van deze 9 dimensies. Blz. 42
Dikgedrukte woorden:
Arbeidsmigranten: iemand die migreert om (beter betaald) werk te vinden
Asielzoekers: iemand die op de vlucht is, die internationale bescherming zoekt, maar
wiens beroep op vluchtelingenstatus nog niet bepaald is.
Vluchtelingen: iemand die gedwongen zijn land is ontvlucht vanwege oorlog, geweld.
Verdrag van Geneve (blz. 30)
Illegale en niet-geregistreerde migranten: migranten die een land zijn binnen
gekomen op illegale wijze en niet geregistreerd zijn in het land. En uitgeprocedeerde
asielzoekers die niet teruggaan naar het land van herkomst (dus niet uitgezet zijn) en in
de illegaliteit verdwijnen.
Transnationalisme: door het makkelijk kunnen verplaatsen door b.v. vliegtuigen,
treinen etc.) en nieuwe media (telefoon, internet, Skype etc.) het makkelijker geworden
is, om contact te blijven onderhouden met (mensen uit) het land van herkomst en
daardoor ook georiënteerd blijven op het land van herkomst/het thuisfront.
Transmigratie: migranten die zich verplaatsen van het ene naar het andere land.
Vreemdeling: Een vreemdeling is iemand die niet de Nederlandse nationaliteit bezit of
een nationaliteit bezit die daarmee gelijk gesteld wordt.
Verdrag van Geneve=
In 1951 gericht op de vluchtelingen als gevolgd van de 2de wereldoorlog. Er zijn 150
landen bij het verdrag aangesloten.
Volgens het vluchtelingen verdrag is een vluchteling iemand die zijn thuisland
gegronde vrees voor vervolging. Diegene krijgt in eigen land geen bescherming tegen
deze vervolging.
Redenen voor vervolging: de godsdienst van de vluchteling, politieke overtuiging van
de vluchteling, seksuele voorkeur, het behoren tot een bepaalde etnische of sociale
groep.
het verdrag bevat geen artikelen over het recht op toelating. Een vreemdeling die asiel
zoekt heeft geen recht om zich te vestigen in het land van aankomst.
Echter kan deze persoon op de grond van het verdrag een beroep doen op het verbod
om uitgezet te worden naar zijn land van herkomst.
, H4 (blz. 49-61) Intersectionaliteit
Intersectionaliteit= de verschillen waar iedereen mee te maken heeft in contact met de
ander.
Migranten komen nu uit alle windstreken van de wereld en trekken van land naar land.
Zij verschillen met de bewoners van het gastland, maar ook onderling sterk in taal,
geslacht, etniciteit, religie, seksuele identiteit, sociaaleconomische positie en
migratiemotieven.
In de samenleving wordt op verschillende niveaus onderscheid gemaakt tussen mensen
(man/vrouw, homo/hetero, arm/rijk, oud/jong,…). Deze verschillen zijn verbonden met
machtsposities in de samenleving, maar ook met kansen binnen de samenleving.
Machtsverhoudingen vormen de basis van maatschappelijke ongelijkheid, ongelijke
behandeling en uitsluiting.
– Gender (mannelijk/vrouwelijk),
– etniciteit (zwart/wit),
– levensfase (oud/jong),
– religie (hindoe/christen/moslim),
– klasse (arm/rijk; hoog- en of laag opgeleid),
– seksuele identiteit (homo, hetero, transgender, intersekse) en dergelijke, worden
ordeningsprincipes genoemd. Volgens Wekker en Lutz bevindt iedereen zich op een
kruispunt waar combinaties van maatschappelijke ordeningsprincipes gelijktijdig en
verwerven met elkaar samenhangen. iedereen is niet alleen een man of vrouw, maar
een man of vrouw met een bepaalde etniciteit, klasse, seksuele identiteit, religie etc. De
samenhang tussen maatschappelijke ordeningsprincipes wordt intersectionaliteit
genoemd.
Intersectionaliteit (ook wel kruispunt denken)= het fenomeen dat maatschappelijke
ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen die elkaar snijden.
Kruispunt denken wordt ook wel geassocieerd met een caleidoscoop dat een
dynamisch beeld geeft van kleurrijke bewegende beelden zonder dat een bepaalde kleur
domineert.
Intersectionaliteit verwijst naar de intersecties (kruisingen) van de verschillende
ordeningsprincipes die:
- gelijktijdig en met elkaar verweven zijn in het snijpunt.
- Iedereen bevindt zich op een kruispunt of snijpunt van assen van betekenis, waar
combinaties van maatschappelijke positioneringen gelijktijdig en verweven met
elkaar samenkomen.
Sommige combinaties zijn machtiger dan andere:
Een witte, heteroseksuele man van 30 jaar uit de middenklasse is heeft betere
kansen en meer invloed in de maatschappelijke processen dan een witte,
lesbische vrouw van 50 jaar uit de arbeidersklasse