Samenvatting Inleiding Privaatrecht
Brahn/Reehuis – Zwaartepunten van het vermogensrecht – tiende druk
Samenvatting Inleiding Privaatrecht (Brahn/Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht)
Hoofdstuk 1 : Inleiding
1. Vermogen
- Het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft het geheel van
iemands activa en passiva
Activa of actiefposten: alle eigendomsrechten en alle vorderingen
Passiva of passiefposten: alle schulden of verplichtingen
vorderingen schulden / verplichtingen
- vermogen staat niet vast; wordt vaak gewijzigd wijziging in vermogen van één persoon
resulteert in wijziging van vermogen van een andere persoon
2. Vermogensrecht
- Dubbelzinnigheid van ‘recht’; het geheel aan geldende regels én een krachtens die regels aan
iemand toekomende bevoegdheid
1. Objectief recht: de binnen een bepaald rechtsgebied op een bepaald tijdstip geldende regels
(geldende recht)
Vermogensrecht in de zin van objectief recht: alle regels met betrekking tot de subjectieve
rechten en plichten die onderdeel van vermogen kunnen vormen (nooit ‘een’ recht)
Uitgangspunt Nederlandse verbintenissenrecht geen verbintenis zonder wettelijke basis
(art 6:1 BW)
Uitgangspunt Nederlandse goederenrecht de eigenaar van een zaak is bevoegd deze op
te eisen van eenieder die haar zonder recht houdt (art. 5:2 BW)
recht als ‘law’
2. Subjectief recht: de aan iemand toekomende bevoegdheid
Vermogensrecht in de zin van subjectief recht: een aan een bepaalde persoon toekomend
recht dat deel uitmaakt van zijn vermogen (eigendomsrecht, vorderingsrecht)
Bestaat alleen bij de gratie van een regel van objectief recht
Nooit zonder ‘het’ of ‘een’ bij enkelvoud (een vorderingsrecht, het recht van eigendom,
niet een/het vermogensrecht)
recht als ‘right’
3. Goederenrecht en verbintenissenrecht
- subjectieve vermogensrechten: rechten met betrekking tot goederen en personen
- objectieve vermogensrecht: goederenrecht en verbintenissenrecht
- goederenrecht: heeft betrekking op rechtsverhouding tussen een persoon en een goed
- verbintenissenrecht: heeft betrekking op rechtsverhouding tussen een persoon en een andere
persoon geeft regels met betrekking tot verbintenissen en de daaruit voortvloeiende vorderingen
en schulden die een actief of passief van het vermogen van iemand vormen
- verbintenis: rechtsverhouding tussen twee personen op grond waarvan de één subjectief recht heeft
tegenover de ander en die ander een verplichting heeft tegenover de eerste
- subjectieve recht heet vordering, verplichting heet schuld (vb: tot terugbetaling)
4. Verschil in soort subjectieve rechten en kenmerken
Goederenrecht: rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel tegenover iedereen kan inroepen
(derdenwerking) absoluut recht of goederenrechtelijk recht
Verbintenissenrecht: rechten die in beginsel niet tegen eenieder inroepbaar zijn, maar slechts
tegenover/ in relatie met een bepaalde persoon; relatief recht de schuldeiser uit een verbintenis komt
een persoonlijke vordering toe
- Onafscheidbaar karakter; goederenrecht en verbintenissenrecht zijn niet los van elkaar te zien; als
onderdelen van het vermogensrecht zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden
- Gelaagde structuur van het vermogensrecht (algemeen en bijzonder); van een algemeen gestelde
basislaag, via een of meer tussenlagen, naar een meer specifieke gestelde regeling
1
, Samenvatting Inleiding Privaatrecht
Brahn/Reehuis – Zwaartepunten van het vermogensrecht – tiende druk
DEEL 1: GOEDERENRECHT
Hoofdstuk 2: Absolute rechten op goederen
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben
2.1.2 Vrije genot van eigenaar
12. Uitsluiting van anderen
Art. 5:1 BW stelt dat een eigenaar met uitsluiting van eenieder van de zaak gebruik te maken hij heeft het
vrije genot van zijn zaak en kan anderen dit genot ontnemen.
- exclusief recht echter heeft eigenaar niet altijd feitelijk het genot (eigenaar gaat met vakantie en laat
spullen achter bij iemand anders, blijft echter wel eigenaar)
13. Anderen genot toestaan
Een eigenaar is vrij om een ander van zijn zaak gebruik te laten maken. Hij kan daarvoor een tegenprestatie
vragen (verhuren) of gratis verschaffen (uitlenen)
2.1.3 Bevoegdheid van eigenaar om over zijn zaak te beschikken
14. Eigenaar is met uitstelling van anderen gerechtigd om over zijn zaak te beschikken
Een eigenaar komt niet alleen het vrije genot toe, hij kan ook met uitsluiting van eenieder over zijn zaak
beschikken alleen hij kan iemand anders eigenaar van de zaak maken
15. Het beschikkingsrecht door een ander uitgeoefend
Bijvoorbeeld: eigenaar wil schilderij verkopen, maar door weinig kennis laat hij dit doen door een galeriehouder.
Nu is de niet-eigenaar, de galeriehouder, ook bevoegd om gebruik te maken van de in beginsel alleen aan de
eigenaar behorende bevoegdheid over het schilderij te beschikken. Soms kan deze shift van bevoegdheid ook
door de wet worden verleend.
2.1.4 Beperkingen aan het recht van de eigenaar
Uit art. 5:1 BW vloeit dat het genots- en beschikkingsrecht van een eigenaar niet onbeperkt is vrij gebruik
komt eigenaar alleen toe als dit niet in strijd is met rechten van anderen of wettelijke voorschriften - regels van
ongeschreven recht gegronde beperkingen moeten ook nageleefd worden
17. Beperking door rechten van anderen
Indien anderen ook recht hebben op gebruik van een zaak vrij gebruik eigenaar beperkt
Denk aan: door eigenaar aan anderen gegeven gebruiksrechten m.b.t de zaak
- Eigenaar komt eerder terug van reis en kan gebruik van uitgeleende zaak een ander niet meteen
ontzeggen
beperking van eigenaarsbevoegdheden ligt in een door de eigenaar zelf aan een ander gegeven recht
18. Beperking door de wet
Door middel van wettelijke regelingen die eigenaar in zijn genot- en beschikkingsrecht beperken
- woonruimte vorderen door Burgemeester & Wethouders
- gebouw van de Monumentenwet mag niet naar eigen inzicht verbouwd worden
19. Beperking door het ongeschreven recht
De ongeschreven regels van betamelijk gedrag grenzen aan de uitoefening van iemands eigendomsrecht mag
niet maatschappelijk onaanvaardbaar zijn (misbruik en hinder)
20. Misbruik van (eigendoms)recht
Een eigenaar die zijn eigendomsbevoegdheden zo uitoefent dat tegenover zijn belang een onevenredig grote
schade bij een ander ontstaat schending van betamelijkheidsregel art 3:13
- Wanneer misbruik? Bij het uitoefenen van bevoegdheid;
1. Met geen ander doel dan een ander te schaden
2
, Samenvatting Inleiding Privaatrecht
Brahn/Reehuis – Zwaartepunten van het vermogensrecht – tiende druk
o Watertoren-arresten
2. Met een ander doel dan waarvoor zij is verleend
o Kan zich bij eigendom niet voordoen; eigendom is geen doel-gebonden recht
3. Naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen (onevenredigheid tussen
belang bij uitoefening vs. geschaad belang)
o Arrest Grensoverschrijdende Garage
bij burenconflict inzake overbouw was vordering tot afbraak niet mogelijk
geweest, genoegen nemen met schadevergoeding
Nadruk ligt op uitoefening van een subjectief recht
21. Hinder
De één belemmert een ander zodanig in de uitoefening van diens subjectief recht dat die ander dat niet hoeft te
accepteren
- inzake hinder van erf tot erf: art. 5:37
- ongehinderde uitoefening van eigendomsrecht lang niet altijd mogelijk (last van buren te wijten aan
dichtbevolktheid) overlast moet geduld worden als deze binnen maatschappelijk normaal geachte
grenzen blijft
- Kraaien en roeken-arrest; grens overschreden die ligt tussen rechtmatige inbreuk op het genot van een
zaak en onrechtmatige hinder
transportbedrijf pleegt onrechtmatige daad tegenover kweker
Concluderend: bij misbruik worden eigenaarsbevoegdheden op ongeoorloofde wijze uitgeoefend, bij hinder
worden eigenaarsbevoegdheden op ongeoorloofde wijze aangetast
22. Verbintenisrechtelijk aspect van beperking en hinder
Niet alleen bij eigendomsrecht, maar ook bij verbintenissenrecht.
- Misbruik: kan onrechtmatige daad (6:162) opleveren Watertoren-arresten
- Hinder: art. 5:37 voor onrechtmatige hinder neemt art. 6:162 als maatstaf steeds een onrechtmatige
daad, maar niet alleen in geval van 5:37 (ook bij brommers, viskar, stoorzender)
2.1.5 Het eigendomsrecht is een absoluut recht
23. Inleiding; tegenover wie kan eigenaar zijn eigendomsrecht handhaven?
- houder ongeoorloofd gebruik van geleende zaak laten maken door anderen
- uitgeleende zaak doorverkocht
- faillissement van winkel waar zaak ter reparatie staat
24. Absolute werking
Art. 5:1 lid 2 bepaalt dat de eigenaar met uitsluiting van eenieder de bevoegdheid toekomt tot het vrije gebruik
van de zaak; dit is het exclusieve karakter van het eigendomsrecht eigenaar kan zijn recht handhaven
tegenover derden die hem beletten in de rechtmatige uitoefening van zijn recht; dit is de absolute werking van
het recht van de eigenaar
- volgens de rechtswetenschap is eigendomsrecht een absoluut recht
- op grond van het exclusieve karakter van het eigendomsrecht hoeft een eigenaar ongeoorloofd gebruik
van zijn zaken niet te dulden
25. Droit de suite
Revindicatie: de bevoegdheid van de eigenaar om krachtens art. 5:2 zijn zaak op te eisen van eenieder die haar
zonder recht houdt, eigenaar kan dit ook doen als iemand zijn zaak over zich heeft gekregen op een
onrechtmatige manier; dit is het gevolg van het feit dat een eigenaar zijn recht tegen eenieder kan inroepen
Droit de suite: indien de zaak uit de macht van de eigenaar geraakt, volgt diens recht de zaak (speciale
toepassing van de absoluutheid van het recht van de eigenaar – zaaksgevolg)
- als een gestolen fiets wordt doorverkocht, is de nieuwe bezithebber geen eigenaar oorspronkelijke
eigenaar kan de fiets opvorderen
3
, Samenvatting Inleiding Privaatrecht
Brahn/Reehuis – Zwaartepunten van het vermogensrecht – tiende druk
26. Droit de préférence/separatist in faillissement
Een eigenaar kan zijn zaak als zijn eigendom opvorderen indien zij zich onder een failliet bevindt door
absolute werking van zijn recht is eigenaar separatist
- geregeld in Faillissementswet
- niet als schuldeiser, maar als eigenaar opkomen
- eigenaar kan zaak die bij winkel in faillissement staat separeren van het vermogen van de
winkeleigenaar eigendomsrecht werkt tegenover eenieder; dus ook curator en opkomende
schuldeisers
2.1.6 Het recht van de eigenaar is een absoluut subjectief vermogensrecht op een zaak
- recht van eigenaar: absoluut subjectief vermogensrecht
- recht van schuldeiser uit een verbintenis: relatief subjectief vermogensrecht
- 2 verbintenissen bij koopovereenkomst: verworven vorderingsrecht van de koper tot
eigendomsoverdracht van de gekochte zaak én verworven vorderingsrecht van de verkoper tot betaling
van de koopprijs door de koper (koper en verkoper zijn elkaars schuldeiser en schuldenaar)
28. Het recht van de eigenaar is een subjectief recht
- Objectieve recht verschaft aan de eigenaar het subjectieve recht/bevoegdheid om over de aan hem
toebehorende zaak te beschikken en daarvan met uitsluiting van anderen gebruik te maken
- Objectieve recht geeft aan schuldeiser uit een verbintenis een subjectief recht/bevoegdheid in de vorm
van het recht op nakoming van een door de schuldenaar te verrichten prestatie en de bevoegdheid om
van de schuldenaar nakoming te vorderen
29. Het recht van de eigenaar is een vermogensrecht
Vermogensrecht: op geld waardeerbare rechten, liggen in de economische sfeer
- 3 alternatieve kenmerken van art. 3:6
Overdraagbaarheid: vermogensrecht kan worden overgedragen (zowel eigendom als
vorderingsrecht)
Rechthebbende wordt stoffelijk voordeel verschaft (niet overdraagbare recht van gebruik en
bewoning is vermogensrecht)
Verkregen in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel (het door een
blinde tegen betaling bedongen recht zich te laten voorlezen)
30. Het recht van de eigenaar is een absoluut recht
Verschil tussen werking van subjectieve rechten en vermogensrechten
- Recht van een schuldeiser is persoonlijk/relatief; schuldeiser kan zijn vorderingsrecht alleen uitoefenen
tegen een bepaalde persoon; de schuldenaar
- Recht van een eigenaar is onpersoonlijk/absoluut; eigenaar kan in beginsel tegen iedereen zijn
vorderingsrecht uitoefenen die met zijn eigendomsrecht in aanraking komt absoluutheid uit zich in
het droit de suite (zaaksgevolg) en droit de préférence (separatist in faillissement)
31. Het recht van de eigenaar heeft een zaak als object
Verschil tussen object van vorderingsrecht en eigendomsrecht
- Bij vorderingsrecht heeft schuldeiser recht op een door de schuldenaar de verrichten prestatie object
is een prestatie (kan ook een zaak zijn)
- Bij eigendomsrecht is het object altijd een zaak
32. Het recht van de eigenaar is een zakelijk recht
ZAKELIJK RECHT: subjectief recht dat absoluut is, een vermogensrecht is, en een zaak als object heeft
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eatsleeplaw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.