100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 2, 3, 4, 5 en 6 hoofdstukken sociaal recht 2021 €4,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 2, 3, 4, 5 en 6 hoofdstukken sociaal recht 2021

 11 keer bekeken  3 keer verkocht

Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2, 3, 4, 5 en 6 uit het boek hoofdstukken sociaal recht 2021. Dit is een zeer uitgebreide samenvatting waar alles naar voren wat je zou moeten weten van de hoofdstukken. De samenvatting is opgedeeld in paragraven en is overzichtelijk, met behulp van tabellen ...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 47  pagina's

  • Ja
  • 28 september 2021
  • 47
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (17)
avatar-seller
anitaoosting16
Samenvatting hoofdstuk 2, Hoofdstukken Sociaal Recht 2021

2.1
 Het BW (burgerlijk wetboek) onderscheid 3 overeenkomsten waarin het verrichten van
arbeid centraal staat:
1. De arbeidsovereenkomst (art. 7:610-691 BW).
2. De overeenkomst tot aanneming van werk (art. 7:750-769 BW).
3. De overeenkomst van opdracht (art. 7:400-413 BW).
 Het is van belang om te kijken welke specifieke overeenkomst er is gesloten  op basis
hiervan dan kan de rechter (met bewijs, PAPIER) een uitspraak doen.

2.2
 Hieronder worden de overeenkomsten van hierboven hun specifieke kenmerken genoemd.
 De arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW):
a) De ene partij, de werknemer, verbindt zich tegenover de andere partij, de werkgever,
arbeid te verrichten.
b) De werkgever verbindt zich loon te betalen.
c) De werknemer staat in dienst van de werkgever  hij staat in een gezagsverhouding tot
de werkgever.
 De overeenkomst tot aanneming van werk (art. 7:750-769 BW):
a) De ene partij, de aannemer, verbindt zich tegenover de andere partij, de aanbesteder,
een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren.
b) De aanbesteder verbindt zich een bepaalde prijs te betalen.
c) Tussen aannemer en aanbesteder bestaat geen arbeidsovereenkomst (buiten
dienstbetrekking).
 De overeenkomst van opdracht (art. 7:400-413 BW):
a) De ene partij, de opdrachtnemer, verbindt zich tegenover de andere partij, de
opdrachtgever, werkzaamheden te verrichten.
b) Dit geschiedt anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst (geen
gezagsverhouding).

2.3
 Gezagsverhouding: vormt geen waterdicht schot tussen enerzijds de arbeidsovereenkomst
en anderzijds de overige 2 overeenkomsten tot het verrichten van arbeid  wat wordt onder
het licht van een arbeidsovereenkomst onder gezag verstaan?
 Als er sprake is dat de werkgever gerechtigd is tijdens het werk eenzijdige instructies aan
de werknemer te geven  iedereen kan opdrachten krijgen van zijn leidinggevende
(iemand die boven jou staat).
 Moeilijker?  op sommige vlakken is dit moeilijker uit te leggen  bedenk eens situaties
van filiaalhouders, thuiswerkers of zoon in zijn vaders bedrijf  een dirigent bepaald in
een orkest hoe de muziek moet klinken en welke muziek er wordt gespeeld of een
dominee is toch niet ondergeschikt aan andere mensen in wat hij moet geloven?  je
zult dan zeggen; nou dan zijn zij niet op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam 
sommigen willen dit niet aanvaarden (door een zwakke positie) (wordt iemand dan wel
of niet juridisch beschermt?).
 Je moet dus goed realiseren dat het antwoord op de vraag (bestaat er een
gezagsverhouding tussen de 2 partijen?) duidelijk praktische gevolgen kan hebben
(zie casus 2.1 op blz. 38).
 Casus 2.2 op blz. 39 gaat over de vraag of er een gezagsverhouding is tussen
opdrachtgever en nemer.
 Uitkering: je hebt een arbeidsovereenkomst als je in aanmerking wilt komen voor een
uitkering  ziek? Loondoorbetaling op basis van arbeidsovereenkomst.

, De arbeidsmarkt heeft een veelkleuriger karakter gekregen dan vroeger  alles is meer dan
vroeger; vrouwen aan het werk, full time en part time etc.  dit heeft ertoe geleid dat de
uitspraak ‘de bevoegdheid tot het geven van eenzijdige instructies tijdens het werk’ niet
meer alleen uitkomst kan bieden voor de beantwoording van de vraag of iemand wel of niet
op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is.
 Vernieuwde richtlijnen (casus 2.3 op blz. 40)  2 criteria om te toetsen of een
arbeidsovereenkomst tussen partijen:
1. Wat hebben partijen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst beoogd (wat is
de partij bedoeling geweest)  de Hoge Raad heeft later besloten dat er altijd een
partijbedoeling moet worden vastgesteld.
2. Hoe hebben partijen vanaf het moment dat de overeenkomst is gaan ‘werken’,
feitelijk uitvoering aan de overeenkomst gegeven (hebben ze ook dagelijks concreet
gehandeld zoals ze hebben afgesproken toen de overeenkomst werd gesloten).
 Soms wordt er ook gezegd dat de feitelijke uitvoering en partijbedoeling moet
worden vastgesteld  en op basis daarvan wordt vastgesteld welke soort
overeenkomst van werk van toepassing is.
 Maar de Hoge Raad gaat nog verder  er moet gekeken worden naar 2 elementen:
1. Er moet beoordeeld worden of en in hoeverre de overeenkomst (waarvan de werker zegt
dat het een arbeidsovereenkomst is, terwijl de ondernemer at bestrijdt) lijkt op de
arbeidsovereenkomsten die de ondernemer gebruikelijk in zijn onderneming heeft
gesloten (werknemers moeten zich houden aan een aantal formele regels en hebben
vaak dezelfde soort arbeidsvoorwaarden)  naarmate de overeenkomst waarover
onenigheid is meer lijkt op een normale arbeidsovereenkomst in de onderneming, is er
meer sprake dat de werker gelijk heeft (andersom: des te meer verschillen, dan is eerder
het antwoord dat het geen arbeidsovereenkomst is).
 Alle kenmerken moeten in onderling verband in ogenschouw worden genomen  in
dit verband wordt gesproken van een toets aan het formele gezag criterium  hierbij
staat centraal; de mate waarin de betreffende overeenkomst lijkt op de reguliere
arbeidsovereenkomsten in de organisatie.
2. En er moet worden bezien of en in hoeverre de ondernemer bevoegd is de werker
eenzijdige instructies te geven bij de uitvoering van arbeid  bij dit verband wordt
gesproken van een toets aan het materiële gezag criterium.
 Bij de beantwoording van de vraag of aan het formele gezag criterium voldaan is, kunnen
verschillende aanknopingspunten een rol spelen:
a) Wat is de mate van continuïteit van de betreffende arbeidsrelatie?
 Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als de werknemer gedurende een paalde
werktijd in een vaste regelmaat werkzaam is voor de wederpartij.
 Op basis van het vereiste van continuïteit beschouwt de rechter het verrichten van een
enkele opdracht (vertalers, musici) niet als arbeid verricht binnen het kader van een
arbeidsovereenkomst, ook al is er een opdrachtgever die aanwijzingen geeft.
b) Wie draagt de eindverantwoordelijkheid voor het resultaat van de arbeid?
 Draagt een ander dan degene die de arbeidsprestatie verricht, de
eindverantwoordelijkheid voor het resultaat, dan duidt dit op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst (denk aan bouwvakkers met hun baas, die betaald vaak alle
schade).



c) Wordt loon betaald op een wijze die gebruikelijk is bij de andere werknemers in de
onderneming? Geldt hetzelfde voor de andere arbeidsvoorwaarden?

,  Wordt de werker betaald zoals de werknemers normaal in de onderneming worden
betaald, dan kan dat een aanwijzing zijn dat er aan het formele gezag criterium voldaan
is.
 Het voorafgaan kan in de vorm van het volgende schema worden samengevat:




 Op basis van het volgende schema moet weer in iedere casus worden vastgesteld of wel
of niet sprake is van een arbeidsovereenkomst  vaak zijn partijen het wel met mekaar
eens, maar soms is er wel twijfel  hierbij geeft de rechter dan de doorslag.
 2 opmerkingen:
 De bevoegdheid om eenzijdige instructies te geven (materiële gezag criterium) moet
steeds worden beoordeeld naast de vergelijking van de regulieren
arbeidsovereenkomsten in het bedrijf (formele gezag criterium).
 Het ‘beleid’ van de Hoge Raad lijkt te zijn gericht op een benadering die redelijk
werknemersvriendelijk is; als het maar even mogelijk is, wordt een arbeidsverhouding
onder de werking van Boek 7 titel 10 gebracht.
 Lees voorbeelden 2.1 en 2.2 op blz. 44.
 Bedoeling van de contractpartijen: de bedoeling waarmee een overeenkomst is gesloten 
vb. een gescheiden stel waarbij de vrouw bij de ex-man zou blijven werken voor hetzelfde
geld, alleen mevrouw komt nooit opdagen en wel betaald, als de vrouw met een ander gaat
stopt haar ex met betalen en eist mevrouw een vordering van haar loon, waarop de rechter
nee zegt omdat het de bedoeling was dat mevrouw aan het werk ging.
 Management overeenkomt: een overeenkomst tussen werknemer en bedrijf en niet tussen
werknemer en baas  vb. van het boek zegt dat een derde (iemand anders dan de contract
partijen) soms ook kan aan tonen dat er een arbeidsovereenkomst is  zoals het voorbeeld
met de zorgverzekering in het boek op blz. 45. (wel belangrijk om even door te lezen).

2.4
 Uitzendbureaus zijn nou niet meer weg te denken uit de samenleving, maar vroeger duurde
het vrij lang voordat die echt helemaal werden geaccepteerd.
 Waaldi (1998): Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (een uitzendbureau
heeft geen vergunning meer nodig)  uitzendkrachten horen het minimumloon te
ontvangen voor het werk wat ze doen (eerst niet aangehouden, dus in 2012
uitzendbureaus inschrijven bij KvK).
 Binnen het uitzendwezen bestaat een driehoeksverhouding; uitzendkracht, uitzendbureau
(uitlener)en opdrachtgever (inlener).

 Hoe worden deze relaties juridisch gekwalificeerd:
1. Opdrachtgever en uitzendbureau: vaak een
leenovereenkomst of een overeenkomst van

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anitaoosting16. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,89  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen