In dit document staan heel veel oefenopgaven om goed te oefenen met de stof van hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen uit de samenvatting van E-Student. Bij de opdrachten staan afbeeldingen, media, antwoorden en uitwerkingen om je zo goed mogelijk voor te bereiden op een toets of examen. Zie ook mi...
Hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen oefenopgaven bij samenvatting van E-Student
Oefenopgaven hoofdstuk 8
Oefenvragen
Productie
2p 4 Op een kuikenmesterij wordt de winst verkregen uit de
A bruto primaire productie.
B netto primaire productie.
C bruto secundaire productie.
D netto secundaire productie.
2p 5 In een productiebos maakt men voor de productie van hout gebruik van snelgroeiende
soorten als de populier. Populieren produceren per jaar meer biomassa dan trage groeiers
als bijvoorbeeld de eik.
Wat kan hiervoor een verklaring zijn?
A De populier bezit per kg biomassa meer bladoppervlak dan de eik.
B De populier bezit per cm2 bladoppervlak minder huidmondjes dan de eik.
C De populier bezit per kg biomassa meer hout dan de eik.
2p 6 In een weidegebied is de netto primaire productie per kg biomassa groter dan in een
productiebos. De oorzaak hiervan is dat
A in het weidegebied per kg biomassa meer dissimilatie plaatsvindt.
B in het weidegebied per kg biomassa meer bladgroen aanwezig is.
C in het productiebos steeds bomen tussenuit worden gekapt.
D in het productiebos jaarlijks een deel van de biomassa afsterft.
2p 7 Op de savannes van Afrika leven per oppervlakte meer prooidieren, zoals gazelles en
gnoes, dan topcarnivoren, zoals de leeuw en het jachtluipaard. Geef hiervoor een verklaring
aan de hand van de piramide van biomassa.
Antwoorden:
2p 4 D
2p 5 A
2p 6 B
Max 2p
7 Slechts een deel van de biomassa van C1 kan omgezet worden in biomassa van C2 ,OF
er is energieverlies (verbranding, uitscheiding) bij elke stap hoger in de voedselketen
(deelscore1p)
Omdat de topcarnivoren hoger in de voedselketen staan is er voor hen minder energie
beschikbaar (deelscore 1p)
Oefenvragen
,Hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen oefenopgaven bij samenvatting van E-Student
Twee piramides van biomassa worden vergeleken (zie bovenstaande figuur).
8 Welke uitspraak met betrekking tot deze piramides is juist?
A De bruto primaire productie is in piramide I groter dan in piramide II.
B De netto primaire productie is in piramide I groter dan in piramide II.
C De bruto primaire productie is in de piramiden I en II gelijk.
D De netto primaire productie is in de piramiden I en II gelijk.
2p 9 Bovenstaande figuur geeft een voedselweb in een zoetwaterplas weer.
Noteer de voedselketen waarbij de meeste energie uit het voedselweb verdwijnt.
Meten aan energiestromen in een ecosysteem In de afbeelding hiernaast is de
energiestroom
weergegeven in ecosysteem E. In de afbeelding zie je dat van de zonnestraling maar een
gedeelte het ecosysteem E bereikt. Een gedeelte van de stralingsenergie die het
ecosysteem wel bereikt, wordt vastgelegd in organische stoffen
door organismen van trofisch niveau Q. Van deze energie wordt
weer een gedeelte doorgegeven aan organismen van trofisch
niveau R.Trofische niveaus zijn: consumenten van de eerste
orde, consumenten van de tweede orde,
consumenten van de derde orde, producenten en reducenten.
De afgebeelde organismen zijn ieder een symbool voor een
bepaald trofisch niveau.
10 Welk trofisch niveau wordt aangegeven met Q? En welk met
R? En welk met S?
Op niveau Q wordt stralingsenergie vastgelegd in organische
stoffen.
1p11Hoe wordt dit omzettingsproces genoemd?
1p 12 Wat is de chemische formule van dit omzettingsproces?
1p 13 Hoe groot is de bruto primaire productie in ecosysteem E?
1p 14 Bereken de hoeveelheid energie die op trofisch niveau Q
is geabsorbeerd en niet wordt doorgegeven aan niveau R
2p 15 Slechts 10% van de energie die door de organismen van
niveau R wordt opgenomen, komt als voedsel vrij voor de
organismen van niveau S.
,Hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen oefenopgaven bij samenvatting van E-Student
Noem twee oorzaken binnen niveau R waardoor dit percentage lager is dan 100.
2p 16 Op niveau S komt 20% van de opgenomen energie ter beschikking van het volgende
niveau.
Geef een verklaring voor het gegeven dat dit percentage hoger is dan het percentage op
niveau R.
Oefenvragen
Welke rol spelen bacteriën in de koolstofkringloop in het bos?
A. Ze breken organische stoffen uit de afgevallen bladeren af.
B. Ze leggen energie uit zonlicht vast in energierijke stoffen.
C. Ze maken uit de afgevallen bladeren organische stoffen die een boom opneemt met de
wortels.
Antwoord:A
Noem twee verschillende groepen organismen die zouten uit de afgevallen naalden
laten ontstaan.
Oefenvragen
IJzer in de oceaan oefenexamenvragen
Om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan willen commerciële bedrijven ijzer toevoegen
aan de oceanen. Grootschalige ijzerbemesting zou de groei van mariene algen bevorderen.
In 1987 werd een onderzoek gestart in het noordoosten van de Stille Oceaan, waar
uitgestrekte ‘High Nutrient, Low Chlorophyl’ (HNLC) gebieden zijn te vinden. In HNLC-
gebieden zijn grote hoeveelheden nutriënten, zoals stikstof en fosfor, aanwezig. Ook rond de
Zuidpool zijn dergelijke gebieden gevonden. Wanneer ijzer in de HNLC-gebieden wordt
aangevoerd -door opwelling uit de diepzee of door de wind- ontstaan gebieden met
algenbloei, die met behulp van satellieten kunnen worden waargenomen. In
laboratoriumexperimenten bleek de algengroei flink bevorderd te worden door toediening van
een ijzeroplossing. Men besloot te onderzoeken wat het effect zou zijn van grootschalige
bemesting van het oceaanoppervlak met oplossingen van ijzersulfaat (FeSO4). Het eerste
experiment vond plaats in 1993 en er zijn er nu twaalf achter de rug. Steeds was het
resultaat dat een algenbloei optrad, die soms vele dagen aanhield. Ecologen waarschuwen
dat over de gevolgen van ijzertoediening in de oceaan nog te weinig bekend is.
1p 1 Waardoor kan bevordering van de algengroei in oceanen mogelijk een vermindering
van het broeikaseffect bewerkstelligen?
IJzer wordt door de algen opgenomen zodat bepaalde reacties uitgevoerd kunnen worden.
Bij gebrek aan ijzer kunnen op den duur fotosynthese en dissimilatie niet meer plaatsvinden.
2p 2 − Noem een functie van ijzer bij het mogelijk maken van fotosynthese.
− Noem een functie van ijzer bij het mogelijk maken van dissimilatie.
2p 3 Waardoor leidt ijzerbemesting juist in HNLC-gebieden tot algenbloei?
Omdat het rond de Zuidpool vaak hevig stormt, heeft ijzerbemesting daar slechts een
kortdurend effect.
1p 4 Leg dit uit.
Tegenstanders van ijzerbemesting vrezen dat ijzerbemesting een averechts effect kan
hebben. Na verloop van tijd kunnen juist meer broeikasgassen zoals methaan (CH4) en
lachgas (N2O) geproduceerd worden.
, Hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen oefenopgaven bij samenvatting van E-Student
2p 5 Welke organismen zijn hiervoor verantwoordelijk?
A dezelfde algen
B mariene planteneters
C mariene vleeseters
D bacteriën
Algen worden wereldwijd gezien als een veelbelovende grondstof voor biodiesel.
De ervaring opgedaan met het bestuderen van de algengroei in
laboratoriumomstandigheden
wordt gebruikt om algen grootschaliger in bassins op het land te kweken. Ook in Nederland
zijn algenkwekerijen opgezet. De minuscuul kleine organismen zijn rijk aan plantaardige olie
en kunnen hun gewicht dagelijks verzesvoudigen. Dat leidt tot grote opbrengsten: “120 ton
droge stof per jaar per hectare”, aldus een woordvoerder van DLV Plant, een
landbouwkundig adviesbureau. “Daaruit is 6500 liter biodiesel te winnen.”
Algenkweek op het land, om biodiesel te produceren, is een effectievere methode om het
versterkt broeikaseffect tegen te gaan dan ijzerbemesting in de oceaan (waarbij de algen niet
geoogst worden).
2p 6 Geef hiervoor twee redenen.
IJzer in de oceaan uitwerking vragen
1 maximumscore 1
De notie dat meer algengroei betekent dat meer van het broeikasgas CO2 wordt
weggevangen uit de atmosfeer.
2 maximumscore 2
• fotosynthese: ijzer heeft een functie bij de vorming van chlorophyl / als elektronendrager bij
de lichtreactie / als bouwstof in ijzerzwaveleiwit/ferredoxine) 1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Estudent150894. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,09. Je zit daarna nergens aan vast.